‘Buitenlandse coronagolf raakt transportsector en industrie’
Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een rapport over de impact van de coronacrisis, dat in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is opgemaakt.
Nederlandse bedrijven verkopen veel in het buitenland en daarnaast is Nederland een groot doorvoerland voor handel tussen de Europese Unie en de rest van de wereld. Volgens het CBS is ongeveer een derde van de Nederlandse werkgelegenheid en de economie direct of indirect verbonden aan de uitvoeractiviteiten. Een daling van de vraag naar uitvoer zal de Nederlandse economie daarom hard raken.
Volgens het CPB zullen in tegenstelling tot de eerste coronagolf, andere bedrijven worden getroffen. De eerste groep bedrijven die door de crisis werd geraakt, kampten vooral met de impact van de intelligente lockdown. Dan gaat het met name om bedrijven die actief zijn in de dienstensector, zoals horeca en cultuurinstellingen. Wat volgens de makers van het rapport onderbelicht is gebleven, is welk effect maatregelen in het buitenland hebben gehad op Nederlandse bedrijven.
De onderzoekers waarschuwen er voor dat transport en industrie op termijn "uitgehold" kunnen worden bij een tweede coronagolf in het buitenland. De huidige daling van de export zorgt er in het algemeen nog niet voor dat bedrijven in de gevarenzone verkeren. Maar als deze bedrijven omvallen kan sprake zijn van een domino-effect, omdat ze ingebed zijn in een netwerk van Nederlandse toeleveranciers en afnemers, met name in het midden- en kleinbedrijf.
Nieuwe lockdowns in het buitenland hebben daarom grote economische gevolgen voor deze sectoren. Bij een tweede golf kunnen er dus maatregelen nodig blijven die ondersteuning bieden aan bedrijven die last blijven hebben van een langlopende terugval in de wereldwijde exportvraag.