‘Verschillen in cross-border deals moeilijk te overbruggen’

Laatst gewijzigd: 20 juli 2023 13:09
Een groot aantal cross-border M&A deals eindigt niet in een succes. De belangrijkste oorzaken op een rij.

Remco Pander en Killian J McCarthy van de Rijksuniversiteit Groningen deden onderzoek naar de impact van twee manieren waarop een cross-border deal wordt gedaan. Allereerst werd er gekeken naar de algehele ervaring met cross-border M&A deals. Daarnaast werd de rol van buitenlandse dochtermaatschappijen onderzocht.

Ruim één derde van het totale aantal M&A deals is en zogeheten 'cross-border deal'. Dat wil zeggen: een overname of fusie tussen bedrijven uit verschillende landen. Van alle M&A deals in 2017, in totaal 3,7 biljoen dollar, viel zo’n 1,2 biljoen dollar onder de noemer 'cross-border deal'.

Problematisch

Bij een groot deel van deze deals slaagt men er niet in om waarde te creëren en staan ze bekend om problematisch te zijn. Cross-border M&A deals nemen dan ook extra risico's met zich mee. Uit het RUG-onderzoek blijkt dat hoe meer een buitenlandse markt van de koper verschilt en hoe verder deze van de koper is verwijderd, des te slechter de resultaten.

dr. K.J. (Killian) McCarthy
Er zijn vier facetten waarbij die verschillen het beste naar voren komen. Zo zijn er ten eerste culturele verschillen. Deze kunnen leiden tot miscommunicatie. Institutionele verschillen kunnen leiden tot problemen met corporate governance en regelgeving. Onderscheid in infrastructuur bijvoorbeeld kan leiden tot operationele vertraging en zorgen voor economische verschillen. Tot slot zijn er de geografische verschillen. Als de beide partijen letterlijk op grote afstand van elkaar zijn, vermindert de communicatie en samenwerking. Kopende partijen die niet voorbereid zijn op deze verschillen, zien dat de resultaten van de acquisitie hieronder lijden.

Culturele verschillen

Uit het onderzoek blijkt dat de ervaring met cross-border M&A deals de culturele verschillen enigszins kan overbruggen. Toch heeft het geen effect op de institutionele, economische en geografische verschillen. Dit is een belangrijk inzicht: het geeft aan dat managers kunnen leren omgaan met culturele afstand, maar niet met de institutionele, economische en geografische afstand, want daar zijn andere strategieën voor nodig. 

Daarnaast blijkt ook dat lokale dochtermaatschappijen niet effectief zijn in het overbruggen van culturele verschillen, dus kan de overnemende partij hier niet op bouwen. Ook hebben ze nauwelijks invloed op de institutionele, economische en geografische verschillen omdat ze vaak niet beschikken over de juiste kennis.

Combinatie pakt negatief uit

De vraag is hoe het dan werkt bij kopende partijen die wel ervaring hebben met cross-border deals én lokale dochtermaatschappijen bezitten. Het onderzoek wijst uit dat deze combinatie vaak negatief uitpakt.  

Al met al zijn de belangrijkste bevindingen uit de studie als volgt: 

  • Een manager kan leren beter te worden in cross-border M&A deals. Ervaring alleen is niet genoeg om de alle verschillen te overbruggen. 
  • Lokale dochtermaatschappijen zijn niet nuttig bij het overbruggen van verschillen. Kopende partijen met lokale dochtermaatschappijen kunnen deze beter niet raadplegen.
Gerelateerde artikelen