Vertrouwen?

Bij fusie en overname hoort vertrouwen. Maar dat niet alleen. Dat maakt het moeilijk. Ik ben wel eens docent voor ‘due diligence’. Ik vertaal dat als de ‘nodige zorg’. En nodig is een ‘understatement’. Want wie kun je nog vertrouwen deze dagen?

Ja, mij natuurlijk. Dat wist u al. En verder niemand? Jawel, zei een cursusdeelnemer: mijn vrouw. Mijn antwoord: waarom dan al die huwelijkse voorwaarden? Of vertrouwt zij ú niet? Ik zag een samenlevingsovereenkomst. Na verloop van tijd vertrok één van de partners tot verdriet en schade van de andere partner. De vertrekkende partner deelde vervolgens mee dat met het vertrek de overeenkomst was geëindigd. Dat was natuurlijk onjuist, maar de notaris had over een afscheid niets geregeld.

Bij een zakelijke verbintenis speelt emotie misschien een minder grote rol die niet zo verblindend is als liefde. Desondanks is er vaak sprake van een zekere bijziendheid. Lang niet altijd wordt verder gekeken dan de dag van de fusie of overname. De overeenkomst regelt dan wel de samenvoeging maar voorziet niet in de exit. Maar na de champagne gaat het gewone leven weer door, en moet je samen door die ene deur. Dat wordt soms dringen. En na de deuropening wordt het huis te klein. De vraag is of je er dan nog uit kunt, respectievelijk of je de schade krijgt vergoed die ontstaat door een – voortijdig – vertrek van de ander.

Een goede overeenkomst is niet zo eenvoudig te maken. Door de symmetrie van een aantal bepalingen sluit je niet alleen de ander maar ook jezelf in. Hier geldt het spreekwoord van de gegraven kuil. Een concurrentiebeding is daarvan een goed voorbeeld. En aan welke voorwaarden moet voor een ‘earn out’ of een ‘earn in’ worden voldaan? Waar (forumkeuze) en volgens welk recht worden geschillen geregeld? Vóór u het weet, moet u naar verre oorden afreizen om te proberen in een vreemde taal volgens plaatselijk recht uw gelijk te halen. En wat te denken van een formule voor de prijs van de aan te bieden aandelen bij een vertrek als directeur? En hoe pakt zo’n formule uit bij een onvrijwillig uittreden?

Anekdotes te over. Een voorbeeld. Bij een overname – die in de opvolging van het over te nemen bedrijf moest voorzien – werd een mooie prijs geboden. Wel moesten de twee ‘overgenomen’ DGA’s nog enkele jaren blijven meewerken. Zij kwamen dan in dienst van het moederbedrijf. Alles was prima geregeld. Naar volle tevredenheid. Maar zij moesten dan wel die drie jaren volmaken. Geen probleem. Zij zouden hun vroegere bedrijf nog een paar jaar aansturen. Tot het moederbedrijf meedeelde dat zij die drie jaren in een afgelegen buitenland moesten doorbrengen. Verwondering bij de verkopers: maar we moeten onze oude onderneming toch begeleiden? Nee, zei het moederbedrijf. Dat doen we zelf wel. Jullie gaan naar “Afgelegerije”. Of je neemt ontslag. Maar dan maken jullie die drie jaren niet vol. En daar staat een boete op.

Goede raad was meteen heel duur. Die kun je beter vooraf inwinnen dan achteraf.

Door drs. Joost Groeneveld RA RV, directeur Wingman Business Valuators Breda

Gerelateerde artikelen