‘Veel familiebedrijven hebben geen strategisch plan voor opvolging’

Van de Nederlandse familieondernemers ziet 70% bedrijfsoverdracht als een strategische keuze, terwijl slechts 30% een gedetailleerd plan heeft. Dat is een van de conclusies uit ‘Mijn bedrijf is groter dan ikzelf’, een EY-rapport over het promotieonderzoek van promovendus Henk Kwakkel (Vrije Universiteit) dat is uitgevoerd in samenwerking met EY.

Het onderzoek is uitgevoerd onder bijna 100 familiebedrijven, waarin de balans tussen bedrijfscontinuïteit en familieharmonie onderzocht werd. Het rapport bevat de belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor een strategische benadering van bedrijfsoverdracht zodat familiebedrijven ook in de toekomst krachtig aan onze economie bijdragen.

Strategisch plan

Tussen nu en 2020 dragen circa 90.000 dga’s hun onderneming over. Hoe komt het dat veel familiebedrijven nog geen strategisch plan hebben over de opvolging? Arjen Brussé, Leader Family Business Center of Excellence Netherlands: ‘In de praktijk zien we dat ondernemers de toekomst van het bedrijf belangrijk vinden, maar ondertussen ook de familieharmonie willen bewaren. Die zakelijke en emotionele balans is moeilijk en belemmert een strategische benadering van de bedrijfsoverdracht. Terwijl juist een scherpe strategie het opvolgingstraject in goede banen leidt én de familieonderneming sterker en vernieuwd de toekomst in laat stappen.’

Opvolging vanuit de familie of extern?

Een van de andere hoofdconclusies uit het rapport gaat over de voorkeur voor opvolging. Bijna een derde van de ondernemers kiest het liefst een familielid als opvolger. Die voorkeur is zó sterk, dat zelfs bij afwezigheid van een familiekandidaat meestal niet naar alternatieve scenario’s gekeken wordt. Zoals een private equity-partij, strategische partij, Management Buy Out (MBO) of Management Buy In (MBI). Bijna alle familiebedrijven zien de overdracht als een strategische keuze en vinden een succesvolle opvolging essentieel voor het voortbestaan van de onderneming, maar er is terughoudendheid voor alternatieve opvolgingsscenario’s. Familiebedrijven beschouwen de overdracht aan een derde partij als een groter risico. Alternatieve opties kunnen de continuïteit van het bedrijf echter wel positief beïnvloeden en kan voorkomen dat Nederlandse bedrijven worden opgeheven omdat dat er geen opvolger is.

Opvallend is verder de rol van een Raad van Commissarissen (RvC) of een Raad van Advies (RvA) met niet-familieleden. Familiebedrijven geven aan dat dit een positief effect heeft op de familieharmonie: vóór, tijdens en na de bedrijfsoverdracht. Brussé: ‘Volgens de ondernemers heeft een RvC of RvA een onafhankelijke blik. Juist daarom kan zo’n orgaan conflicten objectief benaderen en meehelpen oplossen, zodat de familieverhoudingen binnen het bedrijf niet op het spel komen te staan’.

SAS-model

Uit het onderzoek blijkt dat de zakelijke en emotionele kant van het familiebedrijf op gespannen voet met elkaar staan, waarbij ondernemers de bedrijfsoverdracht als een onderdeel van de strategie zien. Dit pleit voor een strategische benadering. De vier belangrijkste thema’s van bedrijfsoverdracht, zoals onderzocht, en hun onderlinge relaties worden weergegeven in het ontwikkelde SAS-model: a Strategic Approach to Succesion. Dit model vormt een leidraad om alle aspecten van de bedrijfsoverdracht bespreekbaar te maken en te managen.

Rapport

De opmerkelijkste bevindingen uit het onderzoek van Henk Kwakkel heeft EY samengevat in het rapport ‘Mijn bedrijf is groter dan ikzelf’. Dit titel refereert naar een van de treffendste uitspraken uit het onderzoek en wijst naar de toekomst van het bedrijf, maar ook naar de invloed van familie.

• Mijn bedrijf is groter dan ikzelf

Gerelateerde artikelen