Tweede leven van Imtech

De ondergang van installatieconcern Royal Imtech in 2015 sloeg een gat in het hart van 22.000 trouwe werknemers. Het was tevens het grootste naoorlogse faillissement in Nederland. De smeulende resten van Imtech werden doorverkocht of doorgestart. En wat blijkt: de meeste onderdelen staan weer volop in bloei.

Voor iedereen die iets met Imtech van doen had, was de zomer van 2015 snikheet. De raad van bestuur, de banken, financieel en juridisch adviseurs, het ministerie van Economische Zaken, de bewindvoerders (die later curator werden): dagen en nachtenlang voerden ze besprekingen, in een verwoede poging het trotse installatieconcern uit Gouda van de ondergang te redden. Het kantoor van De Brauw fungeerde als hoofdkwartier.

120 adviseurs tegelijk

Op een gegeven moment liepen er, namens allerlei partijen, 120 adviseurs tegelijk rond. Maar het mocht niet baten: door aanhoudende onrust en negatieve berichtgeving liepen klanten weg, leveranciers stopten met leveren, een deel van de beste werknemers vertrok. Een noodzakelijke herfinanciering bleek niet haalbaar. De hele operatie, in 2014 nog goed voor een omzet van bijna 4 miljard euro, dreigde vast te lopen. Toen het faillissement van de holding Royal Imtech onontkoombaar bleek, verschoof daarom snel de focus. Het werd zaak de verschillende onderliggende divisies te redden en ze elders onder te brengen. In moeizaam overleg met de banken, die Imtech voor 1,1 miljard euro financierden, sloten curatoren Jeroen Princen en Paul Peters een reeks flitsdeals: alle divisies kregen zo een tweede leven.

Ruim twee jaar later blijkt het faillissement nog steeds pijn te doen. Als we curator Jeroen Princen voor dit artikel benaderen, noemt hij vragen over het (nog steeds niet helemaal afgewikkelde) faillissement ‘een beetje oud nieuws’. Een voormalig topman wil liever niet praten omdat ‘er al zoveel over Imtech is geouwehoerd’. En een hooggeplaatste ex-werknemer zegt: ‘We hebben een grote bak stront over ons heen gekregen.’ Wat zeker bijdraagt aan die pijn, is dat het faillissement van topholding voor veel divisies die eronder hingen, helemaal niet nodig was.

Wanbeleid en fraude bij projecten in Duitsland en Polen leidden de ondergang in, veel andere takken waren op zichzelf gewoon winstgevend. Maar door alle negatieve berichtgeving kregen ook die divisies te maken met weglopende klanten, leveranciers die stopten met leveren en de getalenteerde werknemers die hun heil elders gingen zoeken.

Zeer weinig geld in handen van investeerders

We besloten eens te inventariseren hoe het nu met die voormalige Imtech-divisies gaat. Dit onderzoek brengt een paar dingen helder aan het licht. Allereerst: door de chaos die in 2015 heerste, zijn veel onderdelen voor relatief zeer weinig geld in handen gekomen van investeerders die razendsnel konden handelen – met name private equity-partijen. Anders dan meer strategische partners, hadden zij geen weken de tijd nodig voor uitgebreide due diligence. Pon en Parcom Capital kochten samen bijvoorbeeld Imtech Marine, Egeria kocht Traffic & Infra, Endless kocht de Britse en Ierse onderdelen. Sommige divisies zijn inmiddels alweer met aanzienlijk rendement doorverkocht. Ten tweede: onder hun nieuwe eigenaren zijn veel voormalige Imtechonderdelen weer volledig opgeleefd.

Over de hele linie laten veel ex-divisies prima resultaten zien, zo blijkt. Als geheel zou Imtech nu fors meer waard zijn dan de ruim 200 miljoen euro die curatoren en banken in 2015 voor alle onderdelen ontvingen. Hoe kan dat? De markt is aangetrokken, dat helpt. Vaak is er flink gesneden en gereorganiseerd, dat helpt ook. Toch is het een opmerkelijke conclusie: Imtech bestaat niet meer, maar bloeit als nooit tevoren.

Nordic

Laten we beginnen met Imtech Nordic. De divisie in Scandinavië werd in 2015 omschreven als het ‘kroonjuweel’ van Imtech. Bij de meer dan 100 vestigingen van Nordic werkten 5000 mensen, bijna een kwart van alle Imtech-werknemers. De 800 miljoen euro omzet die tot 2014 jaarlijks uit Stockholm kwam, vormde ruim eenvijfde van het totaal bij Imtech. Het bleek ook de divisie die – hoewel ook hier alle onrust fors op de resultaten drukte – veruit de meeste waarde vertegenwoordigde. Bij het faillissement werd Nordic voor 130 miljoen euro overgenomen door het Duits-Zweedse private equityfonds Triton Partners. Een aanzienlijk bedrag, want kort voor het faillissement had een consortium onder leiding van CVC Capital Partners nog 100 miljoen euro over voor het hele Imtech-concern.

Toch kreeg Triton geen spijt van de deal. De Nordic-divisie werd een halfjaar na de verkoop omgedoopt in Assemblin, dat direct een van de grootste installatiebedrijven van Scandinavië is. Uit het jaarverslag over 2016 dat we in handen kregen, blijkt dat het bedrijf operationeel winstgevend is: afgelopen jaar noteerde Assemblin – omgerekend in euro’s – alweer enkele tonnen brutowinst, al bleef daar onder de streep wegens investeringen en een reorganisatie weinig van over. “We hebben sinds de overname door Triton veel werk gestoken in de reorganisatie en het sterker maken van onze business,” vertelt communicatiedirecteur Anne Veiksaar van Assemblin. Dat gebeurde onder meer via een aantal nieuwe overnames: zo kwamen het afgelopen jaar ook de installatiebe- drijven Skanska en Delta in handen van Assemblin. Het bedrijf groeit hard: het aantal werknemers ligt nu op ruim 5500, de jaaromzet lag in 2016 weer op 740 miljoen euro. Mocht het zo doorgroeien, dan zou Triton over een paar jaar een succesvolle exit kunnen maken. Al wil Veiksaar daar nog niet te veel over zeggen: ‘Triton ziet Assemblin als een investering voor de lange termijn. Maar je begrijpt dat we geen commentaar geven op de investeringsstrategie.’

Marine

Bij het voormalige onderdeel Marine, óók een van de paradepaardjes van voormalig Imtech, blijkt vooralsnog iets minder te vieren. Tegelijk met het faillissement in 2015 werd bekend dat de divisie Marine, het vroegere Radio Holland Group, werd overgenomen door Pon Holdings en Parcom Capital. Volgens het verslag van de curatoren legden ze daarvoor 12 miljoen euro op tafel. Dat het ook hier om private equity-kopers ging was wel een issue, zegt Loes Bezemer, die namens vakbond CNV Vakmensen bij het proces betrokken was. ‘We hebben toen wel besproken wat hun visie was en wat de intenties waren. Daarop kregen we het signaal dat men wilde investe- ren voor de lange termijn.’ Dankzij de deal behielden 2000 Imtech-mensen hun baan.

Maar dat betekende niet dat de doorstart makkelijk was. Het offshorebedrijf had veel last van de naweeën van het faillissement. De orderportefeuille liep in die eerste maanden verder terug – ook omdat de scheepvaart het als geheel nog moeilijk had. Nieuwe reorganisaties waren daarom onvermijdelijk. Imtech Marine werd opgesplitst in twee bedrijven, omgedoopt in RH Marine en Radio Holland Netherlands. Enkele honderden mensen verloren alsnog hun baan. Volgens verschillende betrokkenen die we spraken, draaien die onderdelen inmiddels weer stabiel. De tak RH Marine kwam in september voor een onbekend bedrag volledig in handen van Pon. ‘Blijkbaar draait het zelfs zo goed dat ze Parcom hebben willen uitkopen,’ zegt een insider die liever anoniem wil blijven. Of dat klopt wil Pon niet zeggen: ‘Het klopt dat RH Marine een volledige dochteronderneming is geworden, maar dat is alles wat we erover kwijt willen,’ zegt woordvoerder Jacques Geijsen. Ook Parcom wilde niet zeggen hoeveel het aan de exit verdiend heeft. Vaststaat dat voor beide opgesplitste onderdelen weer een toekomst gloort.

UK & Ireland

Ook de divisie in Groot-Brittannië en Ierland had het lastig in de tijd voorafgaand aan het faillissement. Omzet en EBITDA vertoonden stevig dalende lijnen, het productieniveau was laag, zo rapporteerden de curatoren Peters en Princen. Vooral één vennootschap binnen de divisie was zwaar verliesgevend: Imtech Water Wasteland Energy. En omdat voor die vennootschap 23 miljoen euro aan bankgaranties waren verstrekt, was de divisie UK & Ireland als geheel niet verkoopbaar. CEO Paul Kavanagh huurde daarom PwC als adviseur in om de boel te helpen ontvlechten. Water Wasteland Energy werd apart gezet, de rest van de divisie werd onderwerp van een management buy-out, die werd gefinancierd door private equity-fonds Endless LLP. De verkoopprijs bleef geheim.

Volgens Endless-partner Aidan Robson was het een prima deal. ‘Ons vermogen om snel, simpel en zonder geld van buiten een complexe transactie te kunnen sluiten, gaf dit bedrijf de oplossing waar men naar zocht,’ legt hij in een bericht op de Endless-website uit. ‘De acquisitie was rond binnen twee weken nadat hij voor het eerst bij ons geïntroduceerd werd.’ CEO Kavanagh ging daarna met de bijl door het bedrijf: meer dan 500 van de 2600 werknemers konden op zoek naar een andere baan. Die reorganisatie bleek een succes. De omzet loopt nu tegen de 500 miljoen euro (was in 2014 ruim 600 miljoen), en stijgt weer. Sterker nog: volgens Endless ‘overtrof het bedrijf op elk meetpunt de verwachtingen’. Endless verkocht daarom afgelopen juli de aandelen Imtech UK & Ireland weer door, nu aan EDF Energy Services. Dat gebeurde volgens Endless tegen een ‘outstanding early return’. De precieze bedragen bleven geheim, Imtech UK en Endless wilden er ook nu geen vragen over beantwoorden.

Traffic & Infra

Ook de divisie Traffic & Infra kwam in handen van private equity: in dit geval stapte Egeria erin. Egeria betaalde 13 miljoen euro voor de divisie die zich bezighield met systemen voor weg-, trein- en vaarverkeer. In 2014 zette Traffic & Infra bijna 390 miljoen euro per jaar om, er werkten ruim 2000 mensen, grotendeels in Nederland. De divisie werd in 2016 omgedoopt tot Dynniq. Heel slecht ging het op dat moment niet, vertelt Annette Frijns, directeur marketing en communicatie van Dynniq: ‘Aangezien de Imtech-divisies gebruik maakten van centrale diensten was de exacte performance niet goed beschikbaar, maar de divisie was winstgevend.’ Nieuwe eigenaar Egeria besloot zich op de kernactiviteiten te richten en stootte een aantal onderdelen van het voormalige Traffic & Infra af: zo ging het bedrijfsonderdeel Rail naar Dura Vermeer, en Water naar ICT Group. ‘We hebben een nieuwe strategie en missie geformuleerd met focus op drie markten: Mobility, Parking en Energy,’ zegt Frijns. ‘De basis is sterk verbeterd.’

Dynniq richt zich nu met name op innovatieve systemen die de doorstroming van het wegen- en energienetwerk verbeteren, legt Frijns uit. Het is een markt die groeit, en in die markt groeit ook de bekendheid van Dynniq. ‘Dat is goed om te merken. We krijgen mooie en uitdagende opdrachten, waarin onze toegevoegde waarde in het vergroten van veiligheid, duurzaamheid en efficiency erkend wordt.’ De omzet ligt op dit moment weer rond de 300 miljoen euro, bij Dynniq werken 1800 mensen in elf landen. Volgens Frijns is de toekomst veelbelovend, tot tevredenheid van Egeria. Oprichter Peter Visser staat bekend als iemand die graag instapt bij relatief goedkope bedrijven, om daarna binnen vijf jaar de EBITDA te willen verdubbelen. Bij sommige deelnemingen blijft Egeria tot zeven jaar aan boord. Ook bij Dynniq is nog geen exit in zicht, zegt Frijns: ‘Egeria verwacht veel van de verbeterplannen bij Dynniq en ondersteunt het management waar nodig. Uiteindelijk zal Egeria op lange termijn haar belang desinvesteren, maar daar is momenteel nog geen sprake van.’

Benelux

Imtech Benelux was niet de oorzaak van het faillissement in 2015, maar draaide wel dramatisch. CEO Roger Knubben bekende in een interview dat de divisie eerder ‘vele tientallen miljoenen verlies’ noteerde. Al was dat in het jaarverslag nooit te zien: ‘Dat werd van bovenaf opgepoetst met cijfers.’ Er werkten bijna 4000 mensen. Knubben kwam in 2013 aan boord en begon toen aan een grootscheepse reorganisatie. Maar ook in Nederland liep in 2015 door financiële problemen en onrust alles vast. Rond het faillissement wilden de curatoren het bedrijfsonderdeel als geheel doorverkopen aan ‘een Nederlandse private equity partij’ die er 21 miljoen euro voor overhad, maar onder druk van de banken ging dat niet door.

De banken dachten meer te kunnen verdienen door alle onderdelen van Imtech Benelux apart door te verkopen. En zo ging het. Imtech Toegangstechniek ging naar het Zwitserse Agta Record (11 miljoen euro), Belgium naar Cordeel Groep (4 miljoen), Industry International en Luxemburg naar de speciaal hiervoor opgerichte investeringsmaatschappijen Techim en Rucio Investment (ruim 3 miljoen); beide blijken te herleiden naar CVC-partner Rolly van Rappard. Installateur Unica nam de contracten van Building Services over (500.000 euro). Het onderdeel Industrial Services ging failliet, waarna het in brokken in handen kwam van strategische kopers Kentech, Verwater, Cegelec en Convoi. In totaal droegen zij bijna 10 miljoen euro bij aan de boedel.

De bedrijven doen het nu weer goed, zo blijkt. “Bijna al het Imtech-personeel heeft weer een baan gevonden, bij ons of andere bedrijven,” zei Robert Ytsma van Verwater in Dagblad van het Noorden. “Het bedrijf groeit weer. We hebben een paar mooie opdrachten binnengehaald,” zei Nadine Polder van 360o KAS, voorheen onderdeel van Industry International, in PZC. “Het merendeel van alle Imtech-mensen heeft snel weer een baan gevonden,” zei Unica-CEO John Quist in Cobouw. Volgens Quist ging het onderdeel Benelux weliswaar door de versnipperaar, maar kwamen vrijwel alle bedrijven en werknemers elders in de sector goed terecht. “De sector heeft zich van zijn beste kant laten zien door zoveel absorberend vermogen te tonen en bijna geruisloos zo’n klap op te vangen.”

Spanje

Het voormalige onderdeel Imtech Spanje is een apart verhaal. De divisie, waar ook de activiteiten in Chili, Peru en Marokko onder vielen, kwam in september 2015 in handen van het in Zwitserland gevestigde fonds Springwater Capital. Dat betaalde in totaal 6 miljoen euro voor de divisie. Maar Springwater, en vooral de Duitse oprichter Martin Gruschka, slaagde erin zichzelf binnen no-time gehaat te maken in Madrid en omgeving. Volgens Spaanse kranten ontbrak een serieus herstructureringsplan. Er gingen kantoren dicht en mensen uit, maar Springwater deed niets aan het binnenhalen van nieuwe opdrachten. En dat terwijl een nieuwe aanpak hard nodig was: volgens kenners leed de divisie tussen 2012 en 2015 in totaal 60 miljoen euro verlies.

Begin dit jaar ging Imtech Spanje noodgedwongen in surseance. Met behulp van bewindvoerders en rechtbank werd gezocht naar een partij die er geld in wilde steken en zo ruim 900 overgebleven banen kon redden. Afgelopen september gebeurde er iets dat veel Spanjaarden pas echt boos maakte: Springwater wist Imtech Spain ondanks alle problemen alsnog tegen een forse winst door te verkopen. ACS, het bouwbedrijf van voormalig Real Madrid-voorzitter Florentino Perez, nam het bedrijf over voor meer dan 20 miljoen euro. Het gaat slechter, maar de onderneming is desondanks in waarde meer dan verdrievoudigd. Het geeft aan dat Springwater in 2015 in elk geval financieel een handige deal sloot – en de Imtech-curatoren en de betrokken banken de Spaanse divisie voor veel te weinig geld van de hand deden.

Duitsland

Tot slot komen we uit bij de grootste oorzaak van alle problemen: de tak Imtech Duitsland, ook wel Germany & Eastern Europe genoemd. Het geplande pretpark Adventure World Warsaw bleek een beerput waarin honderden miljoenen verdwenen, de Duitse directie bleek te frauderen, en de holding Royal Imtech bleek garant te staan. Op 6 augustus 2015 vroeg de Duitse tak faillissement aan, waarna de holding in Nederland een week later volgde. ROM Technik uit Bremen nam een onderdeel met 2300 van de 4200 werknemers over, voor de rest was het einde oefening. Voormalig topmannen Klaus Betz en Jörg Gerhard Schiele werden dit jaar veroordeeld tot gevangenisstraffen van minimaal drie jaar, Betz moet bovendien meer dan 11 miljoen euro terugbetalen aan de failliete boedel. Voor de gedupeerden is dat misschien een kleine troost.

Gerelateerde artikelen