Top Bank of America verzweeg miljardenverlies bij overname Merrill Lynch
De voormalige top van de Bank of America staat in het beklaagdenbankje. Het bestuur van Bank of America (BofA) verzweeg voor de aandeelhouders grote verliezen voorafgaand aan de overname van zakenbank Merrill Lynch in 2008. Daarbij beloofde het bestuur van BofA dat er na de overname overvloedig dividend zou worden uitgekeerd. Dat meldt de New York Times op basis van geheime stukken en getuigenverklaringen tijdens processen van particuliere aandeelhouders tegen de bank.
Tijdens de aandeelhoudersvergadering waarin de overname van Merrill Lynch is goedgekeurd wist de top van BofA dat er grote verliezen werden gemaakt. De verwachting was $9 miljard. Het werd uiteindelijk $15,84 miljard. Desondanks is deze informatie niet gedeeld met de aandeelhouders. De aandeelhouders stemden voor en Bank of America kocht Merrill Lynch voor $50 miljard.
De toenmalige CEO van BofA Kenneth Lewis zegt gehandeld te hebben op advies van advocatenkantoor Wachtell, Lipton, Rosen & Katz en zijn CFO Joe Price. Volgens Lewis hebben zij geadviseerd dat BofA niet verplicht was om de toekomstige verliezen te melden aan de aandeelhouders.
Na de overname van Merrill Lynch kwam het grote verlies van $15.84 miljard aan het licht. Toen ontving de bank voor $20 miljard staatssteun.
In één van de zaken tegen de top van BofA is al een uitspraak gedaan. In 2010 heeft de bank een schikking van $150 miljoen getroffen met de toezichthouder, de Securities and Exchange Commission. Kenneth Lewis en Joe Price staat nog een civiele rechtszaak verwachten aangespannen door de New York State Attorney General Eric Schneiderman.