Tata Steel koppelt Britse tak los van Nederlands onderdeel
Het is de bedoeling dat de Nederlandse directie straks rechtstreeks gaat rapporteren aan de top van het moederbedrijf in India. Zo'n verandering kan de organisatie slagvaardiger maken. Met de stap bereidt Tata Steel zich waarschijnlijk ook voor op een verkoop van het onderdeel. Recent leek het er al op dat de Nederlandse tak zou worden verkocht aan het Zweedse SSAB. Maar die staalmaker zag daar uiteindelijk vanaf omdat het waarschijnlijk te duur zou worden om het hoogovencomplex in lijn te brengen met de doelstellingen voor een duurzaam beleid van de Zweden.
Dat Tata Steel Nederland nu alsnog meer zelfstandigheid krijgt binnen het staalconcern, is volgens vakbond FNV "heel goed nieuws". "Dit is precies waar we een jaar geleden voor hebben gestaakt", zegt FNV-bestuurder Roel Berghuis. Maar hij benadrukt dat de toekomst nog steeds ongewis is. Dit komt omdat nog niet bekend is wie uiteindelijk de eigenaar zal zijn.
Voor de duizenden medewerkers van het bedrijf heeft de stap die nu wordt gezet, volgens de vakbondsman geen gevolgen. Maar voor het behoud van de werkgelegenheid in IJmuiden en andere locaties is het belangrijk dat Tata Steel een grotere verduurzamingsslag maakt, zo gaf Berghuis onlangs al aan. Hij is bang dat de huidige eigenaar niet bereid is om nog heel veel geld te steken in vergroening, omdat de activiteiten volgens hem in de etalage staan.
In de huidige plannen van Tata Steel om te vergroenen wordt onder meer gebruikgemaakt van het opslaan van de uitgestoten CO2 in de bodem van de Noordzee. Maar volgens FNV is veel meer mogelijk. De bond kwam vorige maand zelf met een plan om Tata Steel binnen vijf jaar af te krijgen van kolen. De hoogovens en een groot deel van de andere installaties zouden ook kunnen draaien op groene stroom en aardgas. Op iets langere termijn kan Tata Steel dan overstappen op waterstof als brandstof voor zijn installaties. Daarmee zou de overlast voor de omgeving binnen vijf jaar voor het overgrote deel verleden tijd zijn. Bovendien zouden er dan geen banen geschrapt hoeven te worden.