Supermarkten klaar voor digitale oorlog
Door de Emté-winkels van Sligro Food Group te kopen én de deal dat die laatste voortaan Jumbo-dochter La Place mag bevoorraden, wordt er in het Brabantse Veghel door de tot dusver weinig hechte families Van Eerd (Jumbo) en Slippens (Sligro) niet meer argwanend over de Zuid-Willemsvaart naar elkaars bestuurskamers geloerd.
Grote winnaar met het binnenhalen van tweederde van de Emté supermarkten, 87 winkels, is Jumbo-topman Frits van Eerd. Niet alleen omdat het marktaandeel van zijn Veghelse bedrijf met 1,7 procent groeit tot ruim 20 procent, maar ook omdat Jumbo grote nationale (Plus en de Limburgse keten Jan Linders) en internationale kapers op de retailkust van zich af wist te schudden. Want het is geen geheim dat alle grote spelers in de van cash bulkende supermarktwereld willen groeien en er maar uiterst zelden zo’n behoorlijk grote serie winkels op de markt komt.
“In deze branche mag het best wel wat kosten”, zegt supermarktexpert Erik Hemmes over het bedrag van 410 miljoen euro dat Jumbo – overigens samen met het kleinere Coop – aan de beursgenoteerde Sligro Food Group overmaakt voor de Emté-keten (6200 werknemers). “Maar verkoop hing in de lucht. Al een paar jaar ben ik ervan overtuigd dat afstand doen de beste stap voor Sligro is. Want de supermarkten drukken de winstgevendheid van het bedrijf. Het rendement is altijd al lager geweest dan van de groothandelstak van de Sligro Food Group, de eigenlijke moneymaker. Waar de supermarktconcurrentie steevast 5% groei kon melden, ging de omzet bij Emté met 0,1 procent vorig jaar amper omhoog.”
Miraculeuze inhaalslag
Saillant detail van de verkoop: zowel Jumbo als Sligro zijn in het kleine Brabantse Veghel gevestigd, op nog geen 800 meter afstand van elkaar. Slechts gescheiden door het water van de Zuid-Willemsvaart. En beide families, Van Eerd en Slippens, eigenaren van de bedrijven, zouden bepaald niet op vriendschappelijke voet staan. Die laatsten waren lang de onbetwist rijksten van het dorp. Totdat de Jumbo-eigenaren een miraculeuze inhaalslag maakten en hun vermogen zagen groeien tot drie keer dat van de Sligro-bezitters… Dat dit niet goed viel, bleek zes jaar geleden. Toen stapte Sligro naar de rechter om de opening van een Jumbo-megasupermarkt aan de Veghelse Noordkade te dwarsbomen. Zou niet zo prettig zijn voor het dorp. Tevergeefs, maar de toon was gezet.
Wie is de grootste, wie is de succesvolste, wie is het meest gefortuneerd in pittoresk Veghel… Díe strijdbijl lijkt begraven, nu roepen bij zowel Jumbo als Sligro dat die ‘dorps- en familievete’ zwaar overdreven en vooral een verzinsel van de pers is. Én dat beide concerns nu als partners door het leven gaan. Eind goed, al goed. Want, ook deel van de deze week besloten deal, Sligro mag voortaan als ‘preferred partner’ Jumbo-dochter La Place bevoorraden.
Dat de vier letters Emté op korte termijn van de niet zo mondain ogende winkelgevels worden geschroefd, lijkt wel zeker. Nadat Jumbo eerder gevestigde namen als Super de Boer en C1000 wist binnen te halen, gebeurde hetzelfde. En ach, wie herinnert zich nou nog de eveneens voor eeuwig verdwenen Edahs, Konmars en Digrossen van deze wereld… Bij branchekoploper Ahold Delhaize zullen ze niet staan te juichen over het mislopen van Emté, maar grote zorgen maakt men zich op het hoofdkantoor in Zaandam waarschijnlijk ook niet.
Erik Hemmes: “Ahold blijft met een marktaandeel van 35,5% de onbetwiste koploper, dat zie ik komende jaren ook niet veranderen. Wel zullen de accenten in de branche worden verlegd. Nog meer vers, en dan vooral groente en fruit, was al een trend. Net als de AH to go en de Veghelse equivalenten Jumbo City en Jumbo Foodmarkt voor ambachtelijk én thuisbezorgen. Dan nog die kant-en-klaarmaaltijden en maaltijdpakketten, wéér een stap richting horeca.”
Want ondanks dat er nog een aantal kleinere familieketens in met name het zuiden en oosten van het land als ‘onafhankelijke supermarkten’ door het leven gaan, lijken de kaarten in overname- en fusieland voorlopig geschud. Op die onlinemarkt na dan. Want daar steken de grote spelers opvallend veel geld in, terwijl het qua rendement kwakkelen blijft. Een schamele 3% van de 37 miljard euro jaaromzet in de supermarktbvranche komt op conto van online, ruim 1 miljard. En klandizie is niet louter particulier, maar voor een groot deel mkb.
“Kwestie van de innovatieve boot niet willen missen, al die investeringen in online”, meent retaildeskundige Hemmes. “Jumbo roept hierin de grootste te willen worden. Maar je mond openen en bluffen, betekent natuurlijk nog lang niet dat het ook gebeurt. Er zijn wel steeds meer pick up points naast Jumbo-vestigingen en er rijden busjes rond voor thuisbezorging. Albert Heijn is al sinds 1997 actief op diezelfde markt. En bezorgt ‘27000 artikelen tot in de keuken’, zoals wordt geadverteerd. Maar er serieus geld aan verdienen? Dat doen noch Ahold, noch Jumbo.”
Inschattingen waren voor online wel tot 15 procent aandeel, zeker ook geuit door de retaildeskundigen van de drie grote banken. “Dat is nu al teruggebracht tot 10 procent”, zegt Erik Hemmes. “Zelf voorspel ik hooguit 8 procent in 2025. Retailers zijn enerzijds bezig online uit te breiden. Anderzijds druk om hun winkels aantrekkelijker te maken, met vernieuwend assortiment. Dus nog meer kant-en-klaar en in de komende jaren ook meer consumptie ter plekke.”
Maar vooralsnog wordt er online louter op toegegeven. Misschien vreemd, want ‘iets nieuws’ moet eigenlijk binnen twaalf maanden winstgevend zijn. Aldus de ongeschreven financiële wetten. De supermarkten kunnen het zich, vanwege groei en enorme omzetten, permitteren. “Want wat ze online vooral niet willen, is het nakijken hebben”, legt Hemmes uit. “Met Blokker, weliswaar in een andere branche, als grote angstvoorbeeld. Dus als er digitaal al bescheiden winsten worden gemaakt, gaan die vervolgens per onmiddellijk richting innovatie, richting het verder verfijnen van de onlinesystemen.”