SNPI roept Nederlands private equity op Silicon Valley-structuur te adopteren

Bedrijfsbreed aandeelhouderschap, waarbij de koffiejuffrouw tot aan de directeur financieel participeert in de onderneming, komt in Nederland nog te weinig voor. Dat terwijl de economische voordelen evident zijn, constateert Pascale Nieuwland, directeur van Stichting Nederlands Participatie Instituut (SNPI).
Nederland loopt achter op Angelaksische landen als het gaat om de implementatie van een model waarbij iedere werknemer een aandelenbelang kan nemen in het bedrijf. Daar ligt volgens Nieuwland een taak voor Nederlandse private equity maatschappijen. “Private equity investeerders richten zich altijd op management buyouts, waarbij behalve de investeerder, ook het management een aandeel koopt. De overige werknemers worden in dat proces vergeten. Dat vinden wij jammer.”
Rijke receptionistes
De Amerikanen zijn wel bekend met aandeelhouderschap onder werknemers. In the land of opportunity zijn er 4000 bedrijven waar zelfs 100% van het personeel een financieel belang heeft in de onderneming. Vooral techhub Silicon Valley heeft deze structuur internationale bekendheid gegeven. Zo zijn er excessieve succesvoorbeelden bekend van secretaresses die bij de beginfase van een bedrijf, naast hun armetierig loon, een plukje aandelen kregen en plotsklaps miljonair werden omdat de destijds ielige startup is uitgegroeid tot – pak ‘m beet – een Google, Facebook of Apple. 
Neem Jennifer Overstreet, een secretaresse die in 1983 als een van de eerste werknemers bij Oracle aan de slag ging, aandelenopties kreeg en nog geen tien jaar later miljonair werd. Of Shannon Hermes, een receptioniste die, minder dan twee jaar naar de oprichting van haar werkgever Youtube, al miljonair werd toen Google de videowebsite kocht voor meer dan anderhalf miljard dollar. 
Onderzoek wijst uit
Deze droomscenario’s zijn natuurlijk uitzonderingen, geen regel. Maar bedrijfsbrede financiële participatie biedt ook meer significante voordelen, en deze gelden zeker niet alleen voor startups. Keer op keer blijkt uit academisch onderzoek namelijk dat volwassen ondernemingen gemiddeld beter presteren als werknemers van hoog tot laag een aandeel in het bedrijf krijgen, legt Pascale Nieuwland van SNPI uit. “Deze onderzoeken laten zien dat werknemers met een aandeel in het bedrijf onder meer kostenbewuster werken, buiten hun eigen rol durven te kijken en betrokkener zijn bij het bedrijf.”
Bovendien maakt breed aandeelhouderschap een bedrijf flexibeler. “Tijdens een crisis kiezen aandeelhoudende werknemers er vaak voor om tijdelijke minder salaris aan zichzelf uit te betalen, om zo hun onderneming door de moeilijke economische periode heen te loodsen. Iemand in loondienst zou dat niet zo snel doen, kijk naar V&D,” legt Nieuwland uit. “En bij periode van groot succes, werkt het dan weer zo dat niet alleen het management profiteert maar ook de andere werknemers die zich hard inzetten voor het bedrijf.” 
SNPI
De Stichting Nederlands Participatie Instituut (SNPI) is een non-profit organisatie voor het bevorderen van bedrijfsbreed aandeelhouderschap in Nederland. In een informatieboekje van SNPI, dat Nieuwland heeft meegebracht naar het interview, staan inderdaad tal van wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat een dergelijk ondernemersmodel positieve effecten heeft. 
Enkele voorbeelden. Onderzoeker Eric Kaarsemaker concludeerde in 2009 dat werknemersaandeelhouderschap in Nederland positieve effecten sorteert voor zowel de vermogensopbouw en het welbevinden voor het individu als de productiviteit en financiële bedrijfsprestaties van het bedrijf. Een jaar later constateerde twee andere onderzoekers van de Radboud Universiteit dat beursgenoteerde ondernemingen met een bedrijfsbreed werknemersaandelenplan beter presteren dan AEX-ondernemingen zonder een dergelijk plan.
 
En dan zijn alle buitenlandse onderzoeken nog niet eens genoemd. 
Sligro
Werknemers laten participeren via aandelen, is dus niet alleen weggelegd voor veelbelovende Silicon 
Valley-startups maar ook voor het Nederlandse mkb en beursgenoteerde ondernemingen. “Een bekend voorbeeld in Nederland is de beursgenoteerde groothandel Sligro, waarbij een werknemersbreed aandelenplan is opgesteld,” vertelt Nieuwland. Eind jaren 90 experimenteerde Sligro al met een financiële participatie door werknemers die weinig ziek zijn, te belonen met een paar aandelen. Het ziekteverzuim daalde drastisch. Onlangs heeft Sligro het plan weer aangepast aan de huidige tijd en heeft nu een bedrijfsbrederegeling die aandelen en opties met elkaar combineert. 
Nieuwland wijst daarnaast op het Nederlandse ingenieursbureau Movares, waarbij ruim de helft van de werknemers meer dan 70 procent van de aandelen bezit. “Behalve de bedrijfseconomische voordelen, heeft Movares deze eigendomsverhouding omdat werknemers met deze structuur makkelijk ongewenste overnames kunnen afslaan. Ook dat kan een motief zijn.” De SNPI-directeur ziet graag meer bedrijven die in de voetsporen van Sligro en Movares treden.
Zelfs bij Nederlandse startups bezit de drijvende kracht achter de onderneming vaak niet de aandelen, maar is in loondienst. “In de USA doet men bijna niet anders bij startups, maar in Nederland hebben het merendeel van de startups geen aandelenplan voor de werknemers. Deze ondernemers, die dat op papier dus eigenlijk niet zijn, zijn dan in loondienst bij de investeerders. Vaak wordt over aandelen pas nagedacht als de startup na drie jaar veel waard blijkt te zijn. Maar dan is het echt al te laat.”
M&A adviseurs, opgelet
Nieuwland vraagt adviseurs en investeerders de mogelijkheid tot werknemersbreed aandeelhouderschap vaker in een M&A-traject mee te nemen. Een dergelijk aandelenplan betekent overigens per se dat iedere werknemer een even groot belang of evenveel zeggenschap krijgt in het bedrijf. Maar een magazijnmedewerker zal zich een stuk ondernemender opstellen als zijn aandelenvermogen of dividend afhankelijk is van zijn eigen prestaties.
 
“Sommige werknemers willen het misschien wel helemaal niet de verantwoording van aandeelhouderschap dragen. Maar nu wordt de optie überhaupt bijna nooit overwogen.” 
Fiscaal stimuleren
Daarnaast zou de politiek aandeelhouderschap onder werknemer moeten stimuleren, bijvoorbeeld met fiscale voordelen. Ook voor de economie als geheel kan dat goede dingen opleveren. “Het Verenigd Koninkrijk heeft na de crisis veel fiscale voordelen ingevoerd om werknemersbreed aandeelhouderschap te stimuleren. Hoewel je natuurlijk nooit echt kan meten of het mede daardoor komt, is wel duidelijk te zien dat landen die dit hebben gedaan sterker zijn hersteld na de crisis dan de landen die dit niet hebben gedaan. Nederland behoort duidelijk tot de laatste categorie.”
Aandelen zijn een blik op de toekomst, aldus Nieuwland. Hun waarde wordt bepaald door wat een onderneming morgen waard is. Door werknemers via een aandelenplan te betrekken bij het bedrijf, betrek je hen ook bij de toekomst. Het kan geen kwaad hier zo vroeg mogelijk te beginnen, of het nou crisis is of een periode van economische bloei. Dat weten niet alleen Jennifer Overstreet of Shannen Hermes maar ook hun werkgevers.
Gerelateerde artikelen