Rondetafelsessie M&A Directors: ‘In 2024 wordt het knokken voor elke deal’
De dealmakers deden dat op het M&A Trendforum op woensdag 17 januari op het hoofdkantoor van ING aan de Bijlmerdreef. Voorafgaand aan het plenaire debat en de nieuwsjaarsborrel werd er in twee rondetafeldiscussies (een voor private equity-investeerders en een voor M&A-directors) gediscussieerd over de kansen en uitdagingen die het komende jaar de markt voor fusies en overnames zullen domineren.
De consensus van de rondetafel voor M&A-directors? Door de lastige (geo)politieke situatie en de concurrentie van private equity is het knokken voor elke deal. Ook is, ondanks alle politieke ontwikkelingen, ESG “here to stay”.
Zorgen over het vestigingsklimaat: ‘gelijktrekken met buurlanden zou veel schelen.’
Het zijn spannende tijden in de strategische M&A. In het kader van een aantal ‘transities’ (denk aan de draai naar groen en de opkomst van AI) moeten veel bedrijven via strategische overnames extra kennis en kunde acquireren om de groei van hun ondernemingen op gang te houden. De markt is echter niet zo makkelijk als eerst. Door de stijgende rentes en de geopolitieke onrust een verandering in de waarderingen waarneembaar – en het noopt de verzamelde M&A-directeuren tot voorzichtigheid.
Ook zijn er zorgen over het algemene politieke klimaat en de impact die politieke beslissingen hebben op het Nederlandse ondernemingsklimaat.
Bij het begin van de sessie nodigde moderator Melle Eijckelhoff van Sijthoff Media de groep uit om in het komende uur wat te filosoferen over wat 2024 allemaal gaat brengen. De toon van het gesprek was al snel gezet toen er een rondje langs de deelnemers gemaakt werd met de vraag om in één of twee woorden samen te vatten hoe de houding ten opzichte van het net begonnen dealjaar is.
‘Uitdagend’ was de positieve formulering van wat sommige anderen ‘onzeker’ of ‘volatiel’ noemden. Het woord ‘conflict’ viel ook. De positieve geluiden waren uiteraard ook vertegenwoordigd: een deelnemer noemde zelfverzekerd ‘closen!’ (met een duidelijk hoorbaar uitroepteken) als het belangrijkste woord voor 2024; een ander had ‘pipeline’, omdat er kennelijk nog heel veel mooie deals in de ‘pipeline’ zitten.
Een heikel punt was het vestigingsklimaat. De zaal had nou niet echt het idee dat de regering en de media nu bijzonder op economische activiteit zitten te wachten: de negativiteit en het hameren op de slechte aspecten van het bedrijfsleven vrat duidelijk aan de deelnemers. Vooral het feit dat er in Nederland graag en veel belasting wordt geheven – zeker in vergelijking met de landen om ons heen – stootte de deelnemers tegen de borst. Daarbij ging het niet direct om belastingen op winst of iets dergelijks, maar vooral om zaken als de belastingen op voertuigen, accijnzen en dat soort zaken die allemaal optellen als je als bedrijf opereert. Het gelijktrekken met de buurlanden zou al veel schelen, al dan niet via de Europese Unie.
Schaarste aan interessante overnameprooien door toenemende concurrentie
Een andere grote uitdaging voor partijen op de strategische markt is de opkomende concurrentie van private equity-fondsen. Er zijn namelijk steeds meer fondsen actief en met de opkomst van grote buitenlandse fondsen op de Nederlandse markt neemt de concurrentie in het segment dat traditioneel voorbehouden is aan de strategische partijen toe.
De vraag die boven de markt hangt is of er dus nog wel genoeg te kopen valt – zeker als de financiële partijen bereid zijn om meer te betalen dan strategische. Met name de hoeveelheid ‘dry powder’ (geld dat nog wacht op een investering) bij de fondsen leidde tot een discussie of dat nou persé een probleem zou gaan vormen voor de bedrijven.
Toch is het volgens de deelnemers een fout om alleen naar de financiële kant van een deal te kijken, denkt de groep. Een corporate als overnamepartij is immers heel anders dan een financiële club, met eigen voor- en nadelen. De taak voor de M&A-directeuren die in een dealproces verwikkeld zijn is dus om de verkopers ervan te overtuigen dat het aansluiten bij een strategische partij de beste keuze is.
ESG al diep doorgedrongen in de bedrijfscultuur
Op een zeker moment viel het T-woord: Trump. De populistische golf in de VS en Europa heeft waarschijnlijk als belangrijkste resultaat voor het bedrijfsleven dat er een verminderd accent komt te liggen op ESG – milieu, diversiteit en andere ‘linkse hobby’s’ waar populistische politici graag tegen ageren.
Toch was de zaal niet bang dat ESG aan belang zou inboeten. Zoals een van de deelnemers het treffend zei is het ESG-denken geen juridisch dingetje meer, maar is het diep doorgedrongen in de bedrijfscultuur; denken over circulariteit, duurzaamheid en diversiteit zit nu duidelijk in de cultuur, ongeacht wat de regels nu precies voorschrijven. Bovendien hebben nationale politici niet altijd wat te zeggen over ESG. Veel milieuregels komen immers uit Europa en veel diversiteitscriteria zijn niet juridisch vastgelegd. ESG is dus ‘here to stay’.
Het meest hoopvolle signaal uit de zaal was dat ESG in het Nederlandse bedrijfsleven niet alleen gevoeld wordt als een verplicht nummertje, maar ook als iets waar Nederland juist het voortouw in kan nemen. Een bepaalde marktmacht helpt daarbij: als grote corporate kun je het goede voorbeeld geven en zelf verandering in gang zetten, los van de regels.
Het is, zoals een van de deelnemers ook wel aangaf, misschien juist dé kracht van de BV Nederland om zaken als duurzame innovatie vroegtijdig te signaleren en te omarmen, om het vervolgens ook in het buitenland te verspreiden. Sowieso maakte een van de deelnemers een mooi compliment aan het adres van het Nederlandse bedrijfsleven: de veerkracht, creativiteit en het optimisme waarmee we in de afgelopen jaren grote tegenslagen als de coronacrisis en het tijdelijk stokken van de logistieke lijnen naar China hebben opgevangen verdient volgens hem veel waardering en respect – een standpunt waar het hele gezelschap zich in kon vinden.
Lees ook: ‘Meer investeringskapitaal nodig voor verbeteren langetermijngroeipotentieel van Nederland’