Opvolging in het familiebedrijf
Opvolging in het familiebedrijf is een vaak emotioneel en delicaat traject. Het vermogen van Pa zit meestal 'in de zaak'. In de praktijk betekent dit dat op termijn de aandelen op de 4 kinderen zullen overgaan. Vooral wanneer slechts één van de kinderen opvolgt en de anderen medeaandeelhouder worden, moet het traject goed worden doordacht.
Door prof. dr. Kid Schwarz, Hoogleraar Ondernemingsrecht Universiteit Maastricht en partner Baker Tilly Berk.
Outside aandeelhouders willen dividend, terwijl het bestuur koerst op zelffinanciering. De outside aandeelhouders kijken kritisch naar het bestuur en kunnen, bij verschil van inzicht, het bestuur ontslaan. De continuïteit van de vennootschap werd op deze wijze niet verzekerd. Vaak wordt gekozen voor certificering van aandelen. Pa draagt de aandelen over aan een stichting en ontvangt certificaten van aandelen. Bij overlijden vererven dan geen aandelen, maar certificaten van aandelen. Het stemrecht op de aandelen berust bij de stichting, maar de wijze van samenstelling van het stichtingsbestuur na het overlijden van Pa geeft vaak problemen.
Het nieuwe BV-recht biedt mogelijkheden tot optimalisering. Zo zou in ons voorbeeld Pa de statuten kunnen wijzigen en, naast aandelen met stemrecht, aandelen zonder stemrecht kunnen creëren. Vervolgens kan hij zijn testament zo inrichten dat, als hij sneeft, de erfgenaam die opvolgt houder wordt van aandelen met stemrecht, terwijl de outsiders aandelen zonder stemrecht verkrijgen. Dit zou er toe leiden dat deze aandeelhouders niet tot ontslag van het bestuur kunnen besluiten. Nadeel is dat de aandeelhouder met stemrecht als enige de macht heeft om te besluiten over uitkeringen aan aandeelhouders. Hier dreigt het gevaar dat de outside aandeelhouders geen dividend ontvangen.
Dit gevaar zou getackeld kunnen worden door de outside aandeelhouders contractueel een dividendstroom te garanderen. Zo zou kunnen worden vastgelegd dat aandeelhouders zonder stemrecht jaarlijks 50% van de voor uitkering beschikbare operationele winst ontvangen zolang de solvabiliteit xx% bedraagt en de liquiditeitsratio yy. In het kader van het verder beschermen van de positie van deze aandeelhouders zou statutair kunnen worden bepaald dat de vergadering van aandeelhouders zonder stemrecht een commissaris kan benoemen.
Resterend probleem is dat de outsiders al snel ontevreden blijken en hun aandelen willen overdragen. Denkbaar is dat men deze situatie wil vermijden gedurende een periode van bijvoorbeeld vijf jaar na de bedrijfsopvolging, in welke periode de nieuwe aandeelhouder/bestuurder c.q. de vennootschap vet op de botten moet krijgen om de aandelen zonder stemrecht over te nemen. Dit zou gerealiseerd kunnen worden door statutair te bepalen dat die aandelen gedurende vijf jaar na vererving niet overdraagbaar zijn.
Vervolgens zou dan, als sluitstuk, statutair bepaald kunnen worden dat, wanneer de periode van vijf jaren is verstreken, de aandelen zullen worden ingekocht of overgenomen voor een tevoren te bepalen prijs. Resultaat van dit traject is dat het kind dat opvolgt niet afhankelijk wordt van het stemgedrag van zijn bloedverwanten noch ontijdig kan worden geconfronteerd met een uittreedwens van stemrechtloze aandeelhouders. De outside aandeelhouders erven onoverdraagbare en stemrechtloze aandelen, maar krijgen een dividendstroom gegarandeerd. En wanneer de outside-aandeelhouders hun aandelen op termijn willen verkopen ontvangen ze een tevoren gedefinieerde rechtvaardige prijs. Door gebruik te maken van deze nieuwe mogelijkheden kan een duurzamer opvolgingstraject worden ontworpen. Het nieuwe BV-recht biedt mogelijkheden voor tailor-made oplossingen.