Middenpositie bij belasting bedrijfsoverdrachten

Eigenaren van familiebedrijven met plannen voor overdracht van het bedrijf naar de volgende generatie krijgen te maken met uiteenlopende fiscale kosten, afhankelijk van het land waar het bedrijf en haar aandeelhouders zijn gevestigd.

Sommige landen kennen substantiële fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten; andere landen belasten bedrijfsopvolging binnen de familie als elke andere transactie, met de daaraan gerelateerde (hoge) kosten.

KPMG’s Global Family Business Tax Monitor onderzoekt de fiscale gevolgen van de overdracht van een familiebedrijf in ruim zestig landen. Lees hier het onderzoek. 

Nederland neemt in Europa een middenpositie in bij de belasting voor bedrijfsoverdrachten, meldt het Financieele Dagblad. 

Ter vergelijking: Portugal, Frankrijk en Griekenland kennen hoge belastingen. Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland heffen geen belasting als een bedrijf overgaat naar de volgende generatie. Nederland zit daar tussenin, met de zogeheten Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).

Critici vinden de BOR te gunstig uitpakken voor de aantredende generatie. Maar KPMG waarschuwt voor aanpassing. “We moeten ons realiseren dat Nederland binnen Europa fors uit de pas zou gaan lopen wanneer de BOR zou worden versoberd”, steltaldus  Maarten Merkus van KPMH Meijburg & Co. 

De onderzoekers merken op dat de verschillen in fiscale behandeling tot een ongelijk speelveld leiden voor familiebedrijven in Europa. Vaak zijn dat ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. Volgens Merkus stellen landen met een goede opvolgingsregeling familiebedrijven veel beter in staat door de generaties heen te blijven groeien.

Critici brengen hier tegenin dat de vrijstellingen van erf- en schenkbelasting in de BOR een ongelijk speelveld creëren tussen familiebedrijven en ondernemers die zelf een bedrijf kopen of starten. Die laatsten krijgen hun startkapitaal niet in de schoot geworpen en hebben dus hogere financieringskosten, is de redenering.

Gerelateerde artikelen