Managers moeten tijd steken in innovatie in plaats van overnames

“Nederland heeft slimme groei nodig, ik twijfel of overnames daaraan bijdragen”, zegt Frank Kalshoven. De econoom en Volkskrantcolumnist doet in zijn nieuwe boek “Groeiland” een pleidooi om meer focus te leggen op innovatie en productontwikkeling om de Nederlandse economie te verduurzamen. Managers en ondernemers moeten daarom niet teveel tijd steken in randzaken zoals overnames.
“Innovatieve productontwikkeling is cruciaal voor slimme groei. Management moet daar tijd en aandacht voor hebben. Fusies en overnames vergen veel aandacht van het management, waardoor de focus verschuift van het primaire proces naar het managen van de overname. Dit gaat ten koste van de productontwikkeling.” Ook constateert Kalshoven dat vaak is aangetoond dat overnames zelden waarde toevoegen en in enkele gevallen zelfs waarde vernietigen. Er zijn ook uitzonderingen. “Durfinvesteerders slagen er soms in ingeslapen bedrijven aan het werk te zetten en voegen daarmee waarde toe.” 
In veel fusie- en overnameactiviteiten ziet Kalshoven ook tegengestelde belangen van managers. “Bedrijven hebben veel prikkels ingebouwd rond financiering en bezoldiging waardoor er meer wordt gestuurd op de korte termijn dan de lange termijn. Aandeelhouders willen snel rendement zien en sturen op cashflow. Dit heeft gevolgen voor de vorm van financiering. Het aandeel vreemd vermogen wordt groter.” Ook is beloning vaak gebaseerd op de omzet van een bedrijf. Dit speelt overnames in de hand, maar draagt volgens Kalshoven niet bij aan meer productiviteit. Een raad van commissarissen heeft een belangrijke rol om de belangen op de lange termijn in de gaten te houden. In de praktijk blijkt dat niet voldoende te zijn om korte termijn beleid te voorkomen.
 
Flashboys 
De korte termijnblik van aandeelhouders komt sterk naar voren in het boek Flashboys van Michael Lewis, vindt Van Kalshoven. “Daar zie jede uiterste kant van het spectrum. Aandeelhouders die in milliseconden winsten maken op aandelen.” Kalshoven hoopt op een business case voor investeerders die op de lange termijn beleggen, met een horizon van meer dan tien jaar. Hij ziet voor pensioenfondsen een belangrijke rol weggelegd. “Pensioenfondsen hebben verplichtingen die 30 tot 40 jaar in de toekomst moeten worden ingelost. Zij hebben daarom groot belang bij duurzame prestaties van bedrijven. Toch leidt dit niet direct tot meer focus op de lange termijn. Pensioenfondsen kunnen alleen kopen wat er is. Veel fondsen die met pensioengeld beleggen, waaronder private equity, hebben een korte termijn visie.”  
Kalshoven ziet wel positieve uitzonderingen. “Veel familiebedrijven hechten een groot belang aan continuïteit. Ook zie je enkele beursfondsen serieuze stappen zetten richting een duurzame bedrijfsvoering. DSM en Unilever zijn bekende voorlopers op dat vlak.”
  
Er zijn genoeg individuen die het belang van de lange termijn inzien, maar vaak zit de korte termijn verankerd in een bedrijfscultuur. Er zijn technieken om de cultuur te veranderen en Kalshoven biedt deze aan via zijn bedrijf De Argumentenfabriek.  Hij ziet twee goede mogelijkheden. “Bij het financieringsvraagstuk kan je meerdere alternatieven met elkaar vergelijken. Per alternatief zet je de argumenten op een rij. Hierbij kijk je kritisch of het verhaal compleet is en de argumenten kloppen. Zo verklein je de kans dat persoonlijke voorkeuren en korte termijn belangen een grote rol spelen.” Een tweede techniek is de ‘pre-mortem’ zoals beschreven door psycholoog Daniel Kahneman. Dit is een gedachteoefening waarin mensen die een besluit moeten nemen zich twee jaar in de toekomst moeten verplaatsen en voorstellen dat alles mis is gelopen. Vervolgens schrijven ze een verhaal over wat er fout is gegaan. “Zo dwing je jezelf om de andere kant van het verhaal in te zien. Een kant die mensen vaak van nature negeren.” 
Ook veel adviseurs dragen volgens Kalshoven bewust of onbewust bij aan het korte termijn denken. De beloning van fusie- en overnameadviseurs in de vorm van succesfees ziet hij als een prikkel die de korte termijn in de hand speelt. “Voor een groot deel bestaat het werk van adviseurs uit lucht, papier en geld. Dat werk komt helaas niet altijd ten dienste van ondernemers.” Gelukkig ziet Kalshoven steeds meer ondernemers en werknemers voor wie geld niet de enige drijfveer is. “Ik kom veel ondernemers tegen die een bredere motivatie hebben. Zij werken voor de gouden driehoek geld, geluk en glorie.”
Met zijn boek Groeiland probeert Kalshoven mensen op andere ideeën te brengen. De eerste persoon die wordt meegenomen in zijn denken is Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij nam op 23 mei het eerste boek in ontvangst. 
 
Gerelateerde artikelen