M&A-advocaat Casper Banz over zijn overstap van Houthoff Buruma naar Baker & McKenzie [Interview]

M&A-advocaat Casper Banz verliet twee maanden geleden Houthoff Buruma om bij concurrent Baker & McKenzie als partner toe te treden. De M&A Community ging bij hem op bezoek in zijn nieuwe kantoor. Collega en managing partner Mike Jansen schoof ook aan. Banz: "Baker & McKenzie is nog bij te weinig Nederlandse deals betrokken."
Casper Banz werkte maar liefst dertien jaar bij het Nederlandse kantoor Houthoff Buruma. Totdat hij twee maanden geleden overstapte naar Baker & McKenzie. Na zoveel jaar bij één kantoor is dat een begrijpelijke keuze. “Ik had het erg naar mijn zin bij Houthoff”, vertelt de advocaat die met een voldaan gevoel terugblikt. “Maar op een gegeven moment ben je toch wel toe aan verandering. Dat is de primaire reden van mijn vertrek.” 
 
UDB-deal verhuisde mee
De jurist heeft een sterk netwerk in Nederland en doet bijvoorbeeld veel deals voor private equity huis Egeria. Behalve veel van zijn cliënten, neemt Banz ook een team van zes man mee naar zijn nieuwe werkgever. Ook moest er een lopende deal – namelijk de verkoop van United Dutch Breweries – worden overgeheveld naar Baker & McKenzie. “Mijn team en ik werkten met man en macht aan deze deal, dus was het onvermijdelijk dat de transactie meeging naar het nieuwe kantoor,” legt Banz uit. 
Het is even slikken als er een ervaren advocaat weggaat maar, zo benadrukt Banz: "We zijn sportief uit elkaar gegaan”. Dat blijkt onder meer uit het geslaagde afscheidsfeest dat het team van Banz had georganiseerd in Gustavino, een restaurant aan de Zuidas. Vele mensen waaronder een groot aantal partners van Houthoff waren aanwezig en het feestje ging tot in de late uurtjes door.
 
Behalve op persoonlijk vlak, is ook zakelijk alles soepel verlopen. Een cooling down periode, met een verplichte periode van nietsdoen, was niet nodig. “Gelukkig maar, want andersom wil ik zaken ook gewoon nog door kunnen sturen naar Houthoff. Ook zal ik in de toekomst bij sommige deals samenwerken met Houthoff.”
Concurrentie
De overstap van Banz past in een macro-ontwikkeling waarbij Nederlandse kantoren als Houthoff beconcurreerd worden internationale kantoren. “Waar multinationals voorheen vaak per land een lokale speler in de arm namen, werken ze nu liever met internationale kantoren,” zegt managing partner Mike Jansen, de nieuwe collega van Banz.
Baker & McKenzie, dat in meer dan 45 landen actief is, wil in Nederland groeien op het gebied van M&A en corporate finance. “Ons kantoor is op Hollandse bodem nog te dun in private equity, equity capital markets en corporate acquisitions,” vertelt Jansen, die ook zitting heeft in het Policy Committee, het beslissingsorgaan van de wereldwijde organisatie. Om die reden is Banz aangetrokken. "Baker is nog bij te weinig Nederlandse deals betrokken," voegt Banz toe. "Ik ga het kantoor helpen in zijn ambitie om in Nederland ook een sterke speler te worden op het gebied van M&A transacties."  
Ongeveer tegelijk met de overstap van Banz, zijn Mohammed Almarini (daarvoor ook werkzaam bij Houthoff) en Henk Arnold Sijnja (voormalig partner bij Linklaters) overgestapt naar het Amsterdamse kantoor van Baker & McKenzie. Verder verhuisden eerder al Weero Koster, Sophie Dingenen, Marcel Janssen (allen afkomstig van Norton Rose), Frenk Huismans en Valérie van den Berg eveneens naar de Nederlandse vestiging van het internationale kantoor.
Opdrachten via het buitenland
Banz, die nog maar net op zijn plek zit, merkt het in praktische zin nu al dat hij onderdeel is van een kantoor met een groot internationaal netwerk. “Ik kreeg in de eerste week van mijn collega’s meteen een paar buitenlandse cliënten doorgestuurd die iets in Nederland willen doen. Zo ben ik op dit moment onder meer bezig met potentiële transacties voor een speler uit Scandinavië en voor een partij uit Frankfurt.” 
Bedrijven hebben steeds meer behoefte aan adviseurs die internationaal opereren als één team, constateert Jansen. Die behoefte is er niet alleen bij transacties over de grens, maar ook steeds vaker bij binnenlandse deals en reguliere, doorlopende activiteiten van een bedrijf. Neem de overname van United Dutch Breweries door Egeria. Dat is in principe een binnenlandse transactie maar doordat UDB meer dan 90 procent van zijn producten exporteert, heeft zo’n deal toch een internationaal karakter. Bedrijven hebben door de globalisering veel activiteiten in het buitenland. Dat maakt internationale kantoren een aantrekkelijke juridische partner, zelfs bij binnenlandse deals.  
 
De tertiary buyout
UDB werd in 2011 gekocht door Egeria en begin dit jaar weer verkocht. Banz begeleidde zowel de aankoop als verkoop voor de private equity investeerder. Toen was hij nog partner bij Houthoff. "Als je als advocaat betrokken bent bij de aankoop, mag je vaak ook de verkoop begeleiden. Het was erg leuk om UDB in die tussentijd te zien groeien," aldus Banz. Nu is de Nederlandse bierexporteur van onder meer Oranjeboom in handen van private equity partij GIMV. "Dat was een tertiary buyout. Ik ben benieuwd wie hierna de nieuwe eigenaar wordt, het zal ooit een keer overgaan naar een strateeg. 
 
Als het zo ver is, begeleidt Banz dan weer de deal, ditmaal namens GIMV? "Dat weet je natuurlijk nooit maar het zou wel mooi zijn." Op de vraag met welke deals hij op dit moment bezig is, antwoordt Banz – zoals het een goed advocaat betaamt: “Daar kan ik niets over zeggen”. In ieder geval is zeker dat hij deze deals niet meer vanuit de toren aan het Gustav Mahlerplein begeleidt, maar even verderop in het donkergekleurde gebouw aan de Claude Debussylaan. 
Gerelateerde artikelen