M&A in 2016 – Jaar van de waarheid

De fusie- en overnamemarkt draait op volle toeren. Er is veel vraag en kopers zijn bereid in de prijsstelling hoge koers/winst-verhoudingen te hanteren. Financiering is ruim voorhanden en nog steeds goedkoop. Naar verwachting zullen de totale M&A-uitgaven in 2015 richting USD 5 biljoen gaan. Het lijkt een ideale situatie, maar toch zijn er zorgen. De extreme overnameprijzen scheppen hooggespannen toekomstverwachtingen ten aanzien van synergie en groei. Hoe gaan we die allemaal realiseren?
Door Arjan Groen

Synergie en groei komen niet vanzelf tot stand. Wat wel vanzelf komt, is negatieve synergie. Een voorbeeld daarvan zien we bij UPC en Ziggo. Volgens onderzoekers van Telecompaper is in het eerste jaar na de fusie de klanttevredenheid verminderd, het aantal televisieabonnees significant gedaald en het marktaandeel ten opzichte van concurrent KPN teruggelopen.

 Integratiemanagement en het realiseren van synergie en groeiverwachtingen zijn topprioriteit voor een acquirerend management. Integratiewerk kan bestaan uit -onder andere- verhuizing, re-branding, recruitment, systeemintegratie, datamigratie, reclamecampagnes en veel projectmanagement en communicatie. Dat is niet alleen veel werk, maar ook complex – vooral omdat het bovenop de gewone dagelijkse werkzaamheden komt. Tijdens de verbouwing moet de verkoop wel doorgaan.
Zoals je zou verwachten brengen al deze veranderingen niet alleen veel werk, maar ook kosten met zich mee. Waar moet je mee rekenen? Uit EY-onderzoek komt een gemiddeld integratiebudget van ongeveer 14% van de overnamesom naar voren. Als vuistregel voor integratiekosten wordt ook wel 50 tot 100% van de jaarlijkse synergie gehanteerd. Bij ingrijpende veranderingen, zoals grote IT-integraties of grensoverschrijdende overnames, zal het uiteindelijke bedrag aan de bovenkant van de range van 50-100% liggen. Vergelijk bijvoorbeeld de voorgenomen integratie van Ahold en Delhaize waarbij uitgegaan wordt van EUR 500 mln synergie en EUR 350 mln integratiekosten. Het gaat dus om veel geld, ook in absolute zin. Als we de 14% integratiekosten loslaten op de wereldwijde M&A-uitgaven in 2015, dan geeft dat een integratiebudget ter grootte van het hele Nationaal Bruto Product van Zwitserland (of circa 80% van dat van Nederland).
Door de grote omvang van de integratiekosten is het erg zorgelijk dat uit het EY-onderzoek blijkt dat overnemende bedrijven de kosten en gevolgen van integratie niet of niet goed begroten. In minder dan een derde van de gevallen worden integratiekosten slechts deels meegenomen in de business case voor de overname. Een meerderheid van bijna twee derde van de ondervraagden geeft achteraf toe onvoldoende rekening te hebben gehouden met negatieve synergiën en business disruption.
Het afgelopen jaar was een hoogtepunt voor spelers in de fusie- en overnamemarkt. De champagne vloeide rijkelijk bij bestuurders en hun dealmakers. In 2016 zullen hooggespannen groei- en synergieverwachtingen moeten worden waargemaakt. De tijd zal leren in hoeverre bedrijven hierin gaan slagen.
— 
Arjan Groen is M&A Integratiespecialist bij EY
 
Gerelateerde artikelen