Loyens & Loeff, NautaDutilh en Allen & Overy hebben grenzen verlegd

Een overzicht van grensoverschrijdende deals door buitenlandse bedrijven, begeleid door Nederlandse advocatenkantoren.

Daar in het vorige artikel deals uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland werden beschreven, komen nu Frankrijk en België aan bod. Frankrijk staat op de vierde plek met 153 deals. In 2019 heeft het Franse telecombedrijf Orange beveiligingsbedrijf SecureLink overgenomen voor een bedrag van 515 miljoen euro. SecureLink werd opgericht door drie Vlamingen. Desondanks staat het hoofdkantoor in Nederland. Orange had als doel om zijn positie op de markt voor cybersecurity te versterken. Het advocatenteam van Stibbe adviseerde hierbij InvestCorp. Loyens & Loeff adviseerde hierbij het Franse telecombedrijf. Wouter Kros en Philip van Verschuer deden onder andere het juridische werk.

Op de vijfde plek staat ons onderbuurland België met 152 deals. In 2016 nam het Belgische Allianz Benelux de zakelijke schadeportefeuille van verzekeraar Aegon over. De deal was in het begin van het desbetreffende jaar aangekondigd. Desondanks duurde het nog even totdat De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten zijn toestemming hadden verleend. Op 1 juli 2016 ging de operatie formeel naar Allianz. Deze verkoop past bij de strategie van Aegon, waarbij destijds de focus lag op Inkomen en Wonen. Allen en Overy adviseerde hierbij Allianz Benelux. Onder leiding van Harmen Holtrop gaven de advocaten van Loyens & Loeff juridisch advies aan AEGON.

Loyens & Loeff

Op de eerste plek staat Loyens & Loeff met 191 grensoverschrijdende inbound deals. Van de in totaal 607 deals die het advocatenkantoor heeft gedaan, betreft 31,47 procent inbound deals. In 2017 namen de Franse investeerder PAI Partners en de Canadese pensioenbelegger bcIMC de Rotterdamse sap- en frisdrankbottelaar Refresco over. De investeerders waren tot een overeenstemming gekomen om 20 euro per aandeel te betalen, inclusief dividend. In april van datzelfde jaar deed PAI Partners een bod, maar Refresco sloeg het bod af. Het is dan ook opmerkelijk dat niet veel later de overname – alhoewel in samenwerking met een ander investeringsbedrijf – wél is gelukt.

Een andere, redelijk grote deal betreft de overname van Bugaboo – het bedrijf achter de welbekende kinderwagens. Bain Capital heeft in 2018 voor een onbekend bedrag – tussen de 250 en 500 miljoen euro – het Nederlandse bedrijf overgenomen. Hiermee kwam het kinderwagenmerk in Amerikaanse handen. Normaliter wordt een bedrijf verkocht wegens financiële redenen of om de groeistrategie voort te zetten met méér kapitaal. Bij de maker van de kinderwagens was het een akkefietje tussen de twee oprichters dat heeft geleid tot de verkoop. Max Barenbrug en zijn zwager Eduard Zanen hadden al in 2012 vastgelegd dat alle aandelen aan een derde verkocht zouden worden, indien een van de twee niet meer verder wilde met de ander. Blijkbaar waren de zwagers tot dat punt gekomen.

De redactie sprak met Jelmer Kalisvaart, Philip van Verschuer en Roel Fluit, die zowel PAI Partners als bcIMC hebben geadviseerd bij de overname van Refresco. ‘’Het is een transactie met een lange aanloop. PAI had al lang haar zinnen gezet op Refresco en ook meerdere biedingen gedaan. Het was toch wel een kwestie van wachten op het juiste moment dat ook het targetbedrijf geïnteresseerd is om de transactie te doen’’, vertelt Van Verschuer.

‘’Afgezien daarvan was het een complexe transactie’’, vervolgt Philip van Verschuer. ‘’Omdat tegelijkertijd aan onze bieding Refresco zelf een heel grote transactie had gedaan, die nog voorwaardelijk was aan de goedkeuring. Het was dus onzeker of PAI de twee onderdelen zou kopen of alleen Refresco.’’

Unicum

Dat dit een unieke situatie was, bevestigt Jelmer Kalisvaart. ‘’We zijn allerlei scenario’s langsgegaan. Het was de toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk die toestemming moest geven. Wat als die voorwaarden eraan stelt? Binnen de biedingsregels kan je wel wat spelen, maar ook niet weer zoveel. Dat was wel interessant. Ieder biedingsproces en land zijn anders. Daarover hebben we ook zowel PAI Partners als bcIMC geadviseerd’’, vertelt de advocaat.

Kalisvaart vertelt verder over de verschillende jurisdicties die ten grondslag lagen aan deze grensoverschrijdende deal: ‘’Als je het bod uitbrengt, is dat bod in beginsel binnen heel Europa maar ook daar buiten geldig. Wat je dan vaak doet is het uitsluiten van bepaalde jurisdicties. bcIMC was een Canadese partij. Canada is niet ongebruikelijk om uit te sluiten, omdat je daar weer tegen andere biedingsregels aanloopt. bcIMC vond dat gewoonweg vreemd, nu ze zelf Canadees waren om het bod niet tot daartoe uit te laten strekken.’’

‘’Een ander interessant element was dat de Nederlandse regelgeving relatief gunstig is voor bieders om minderheidsaandeelhouders uit te kopen. In de Franse situatie is dat bijvoorbeeld een stuk minder gunstig. Als je daar niet 95 procent krijgt, kan je vrij langdurig opgescheept zitten met minderheidsaandeelhouders. De Franse partij was blij verrast, omdat in Frankrijk het vaak aanleiding geeft tot actieve litigation-praktijken. Elk openbaar bod gaat daar wel gepaard met rechtszaken’’, legt Philip van Verschuer uit.

Screening van buitenlandse investeringen

Welke ontwikkelingen binnen grensoverschrijdende deals de advocaten hebben gezien de afgelopen jaren? ‘’Een opvallende ontwikkeling van de laatste jaren is een grote activiteit van internationale private equity bedrijven in Nederland. Die zijn veelvuldig betrokken bij de competitieve processen die er zijn geweest de afgelopen jaren. In sommige sectoren heb je meer regelgeving die toezien op nationale veiligheid. Als je het hebt over wat specifiek is aan grensoverschrijdende transacties, dan is ook een ontwikkeling dat voor jurisdicties waar activiteiten worden ontplooid – maar waar je niet direct zou verwachten – regelgeving relevant kan zijn, zoals foreign direct investmentscreening van investeringen. Een voorbeeld daarvan is CFIUS in Amerika wat zou kunnen spelen’’, vertelt Roel Fluit.

‘’Dat geldt ook binnen Europa. Daar wordt wel gewerkt aan uniformiteit, maar heb je nog wel verschillende stelsels. Het is dus belangrijk voldoende ervaring daarmee te hebben en aan te voelen wat zou kunnen spelen bij zo’n transactie, want dat neemt wel toe de laatste jaren. Het protectionisme zie je ook een rol spelen’’, vertelt Fluit over de investeringstoetsen die mogelijk plaats kunnen vinden bij grensoverschrijdende deals.

Roel Fluit vertelt verder over waar je als advocaat rekening mee moet houden bij grensoverschrijdende deals. ‘’Een open deur is wel de cultuurverschillen. In het verlengde daarvan zie je ook verschillen in market practices. De Amerikanen zijn bijvoorbeeld gewend om meer bescherming te hebben tegen ontwikkelingen tussen signing en closing. Dit maakt het soms en uitdagende rol; als je meedoet aan een transactie in Nederland zijn de verwachtingspatronen anders.’’

NautaDutilh

Op de tweede plek staat het op de Beethovenlaan gevestigde advocatenkantoor NautaDutilh met 174 deals. Het advocatenkantoor heeft in totaal 525 deals gedaan, waarvan 33,14 procent inbound deals betreft. In oktober 2019 werd de fusie tussen het Franse Peugeot en de Italiaans-Amerikaanse autobouwer Fiat Chrysler Automobiles aangekondigd. Als gevolg van deze fusie zou de gefuseerde entiteit 49 miljard dollar waard worden. De plannen om te fuseren hebben ook een Nederlands tintje: het hoofdkantoor van het moederbedrijf wordt in Nederland gevestigd. Alleen Volkswagen, Toyota en Renault-Nissan zouden groter zijn dan FCA-Peugeot.

FCA zocht al langer naar een partner, vooral om tot schaalvergroting te komen. Al eerder had Fiat Chrysler met het evenals Franse Renault getracht om tot een fusie te komen. In mei van 2019 had Fiat-Chrysler een bod gedaan van 35 miljard dollar. Ondanks dat de Fransen positief hadden gereageerd op het bod, trok FCA een week later weer het bod in. De verwachtingen waren dat – indien de fusie plaats had gevonden – jaarlijks 5 miljard euro bespaard zou worden. 

Inmiddels zijn we een halfjaar verder en is de fusie nog niet definitief beklonken. De coronacrisis en de desastreuze gevolgen daarvan voor de automarkt zijn niet de voornaamste redenen daarvoor. De Europese Commissie heeft bezwaren geuit tegen de voorgenomen fusie van de twee autofabrikanten. De in Brussel gevestigde toezichthouder is van mening dat met een aandeel van 34 procent het fusiebedrijf te dominant zou zijn op de markt voor bestelbusjes. Leo Groothuis, Stefan Wissing, Paul van der Bijl en Nina Kielman adviseren Peugeot bij deze overname.

Allen & Overy

Op de derde plek staat Allen & Overy met 155 inbound deals. Het advocatenkantoor heeft in totaal 631 deals gedaan, waarvan 24,56 procent inbound deals betreft. De advocaten die op de Apollolaan huisvesten, hebben Saxo Bank geadviseerd bij de overname van BinckBank in 2018. Niet zo lang vóór de kerstdagen deed de Deense concurrent een overnamebod van 424 miljoen euro. Saxo Bank heeft 6,35 euro per aandeel betaald.

Bestuursvoorzitter van de Nederlandse bank Vincent Germyns deelde in het persbericht mee dat de fusie schaalvoordelen als gevolg zou hebben. Zo zou de Nederlandse bank gebruik kunnen maken van het handelsplatform van Saxo Bank en hiermee IT-kosten kunnen besparen, aldus Germyns. In juli 2019 hebben de belangrijkste toezichthouders – De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank – zijn toestemming gegeven voor de overname van de Nederlandse online broker. Onder leiding van Christiaan de Brauw werkten Jan Louis Burggraaf, Gerard Kastelein, Olivier Valk, Sander Schouten, Stephanie Horowitz en Daphne van der Houwen aan deze grensoverschrijdende overname.

Een deal die in dit artikel niet mag ontbreken, is de gepoogde overname van NXP door Qualcomm in 2016. De Amerikaanse chipgigant was bereid om 44 miljard dollar neer te leggen voor de Eindhovense producent van semiconductors – dit had dé grootste overname in de chipindustrie moeten worden. De overname zou hiermee ook in de top drie van de grootste Nederlandse overnames komen, na de overname van ABN Amro door RBS, Fortis en Santander (71 miljard euro) en de overname van BG Group door Shell (47 miljard euro).

Qualcomm had al van acht toezichthouders aanvaarding gekregen voor de overname, inclusief die van de Europese en Amerikaanse autoriteiten. China wilde – onduidelijk wat de reden was – meer bedenktijd. Een mogelijke reden is de verbanning van het Chinese telecombedrijf ZTE van de Amerikaanse markt in 2018. ZTE zou aan Iran, ondanks een Amerikaans verbod, apparatuur hebben geleverd. Niet veel later sloten de VS en China uiteindelijk een deal over ZTE, waarin een eind werd gemaakt aan de Amerikaanse exportban.

Uiteindelijk is de deal in juli 2018 afgeblazen, omdat de Chinese toezichthouders voor de gestelde deadline geen goedkeuring hebben gegeven. NXP is zijn aandeelhouders nog tegemoet gekomen door 5 miljard dollar aan eigen aandelen te kopen. Qualcomm is op zijn beurt weer NXP tegemoet gekomen door 2 miljard dollar als break-up fee te betalen. Christiaan de Brauw, Godfried Kinnegim en Joyce Leemrijse hebben onder andere Qualcomm geadviseerd.

 

Gerelateerde artikelen