Loyens & Loeff betaalde €10 mln in fraudezaak

Advocaten- en fiscalistenkantoor Loyens & Loeff heeft vijf jaar geleden €10 mln betaald aan goededoelenstichtingen in verband met een fraudezaak rondom ex-partner René V..

Dat bleek donderdag tijdens de rechtszaak tegen René V. Hij wordt samen met een oud-medebestuurder van de stichtingen door het Openbaar Ministerie (OM) verdacht van verduistering van €8,7 mln. Woensdag eiste het OM vijf jaar tegen de oud-fiscalist, schrijft het FD vrijdag.

Donderdag was de verdediging aan het woord waarin de advocaten van V. en mede-verdachte Peter G. pleitten vrijspraak voor hun cliënten. Volgens de verdeiging kan OM niet kan bewijzen dat de facturen, waarmee de miljoenen zouden zijn verduisterd, vals zouden zijn en dat niet vast is komen te staan dat er geen werkzaamheden tegenover stonden. Die werkzaamheden waren er volgens de advocaten wel degelijk. Volgens het OM waren de facturen juist opzettelijk vaag gehouden.

Volgens het OM brachten beide verdachten te hoge uurtarieven in rekening tot 690 euro per uur. Volgens de verdediging waren deze tarieven een uitvloeisel van de opdracht van de twee vermogende vrouwen, die vanaf 1995 €200 mln in de goededoelenstichtingen hadden gestoken. De stichtingen moesten professioneel worden aangestuurd. Loyens & Loeff werd uitgekozen om die werkzaamheden uit te laten voeren.
V. was vanaf de oprichting betrokken geweest. Hij en Peter G. waren niet alleen bestuurders van de stichtingen, maar voerden ook de werkzaamheden uit. Volgens de verdeiging werden zij niet betaald voor hun bestuursfuncties, maar wel voor de overige werkzaamheden.

Civiele procedure

De advocaten bepleiten dat een zaak over facturen en welke werkzaamheden daar tegenover staan, in een civiele procedure thuishoort. Dat was volgens hen in 2013 ook de route die werd gevolgd.

In 2014 sloot Loyens & Loeff een overeenkomst met de nieuwe bestuurders en betaalde ruim 10 miljoen euro. Vervolgens had Loyens & Loeff een vordering op de oud-partner, die in mei 2013 gedwongen was vertrokken bij het kantoor. Beide partijen kwamen tot een akkoord, maar die werd nooit uitgevoerd. Loyens & Loeff had als opschortende voorwaarde gesteld dat V. met het OM tot een transactie zou komen. In plaats daarvan koos het OM voor een strafrechtelijk vervolg.

Gerelateerde artikelen