Kabinet eens met veiligheidstoets voor bedrijven
Bedrijven die van groot belang zijn voor de nationale veiligheid moeten binnenkort eventuele plannen voor een fusie, overname of investering vooraf melden. Het Bureau Toetsing Investeringen (BTI) van het ministerie van Economische Zaken beoordeelt vervolgens of er een risico ontstaat voor de nationale veiligheid. Als uit de toets risico’s naar voren komen, kan de overheid voorwaarden verbinden aan de voorgenomen fusie of overname en in het uiterste geval een streep zetten door de plannen.
De veiligheidstoets gaat gelden voor drie soorten bedrijven en organisaties in Nederland: vitale aanbieders, ondernemingen met "sensitieve technologie" en beheerders van bedrijfscampussen.
Vitale aanbieders zijn zo belangrijk voor de samenleving dat "uitval of verstoring tot grote maatschappelijke ontwrichting kan leiden", meldt het kabinet. Vitale bedrijven zijn o.a. bedrijven die zijn belast met watertoevoer en bedrijven die verantwoordelijk zijn voor data- en geldverkeer.
Bij ondernemingen met 'sensitieve technologie' kan worden gedacht aan chipsfabrikanten (zoals ASML) of bedrijven die hoogwaardige informatiebeveiligingsproducten produceren. Zij beschikken vaak over kennis en informatie over de gebruikte technologie die – als deze in verkeerde hand terecht komt – gevolgen kan hebben voor de nationale veiligheid. "Een kwaadwillende partij zou via een investering bijvoorbeeld zeggenschap kunnen krijgen in zo’n Nederlandse onderneming en die kennis kan dan een risico zijn voor de nationale veiligheid", stelt het kabinet.
Ook campussen waar bedrijven, kennisinstellingen met overheden samenwerken aan technologieën en toepassingen die van economisch en strategisch belang zijn, vallen straks mogelijk onder de wet.
De Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo) van de ministers Micky Adriaansens (EZ) en Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) is in april dit jaar aangenomen, maar de veiligheidstoets is nu verder uitgewerkt. Die is nu voor advies naar de Raad van State gestuurd. Pas daarna wordt het besluit openbaar gemaakt.