“IPO goed exit-alternatief voor PE”

Een beursgang als exit voor PE? Door het gunstige beursklimaat biedt een IPO ook voor private equity partijen een goed exit-alternatief. Maar hoe pak je dit aan?

Een lage rente, stijgende waarderingen en een goed beursklimaat: het zijn gunstige tijden voor private equity exits en de financiering voor groei. In 29 transacties haalden private equity partijen sinds 2015 maar liefst 10 miljard euro op op de Nederlandse kapitaalmarkten. Het is een trend die nu ook duidelijk zichtbaar wordt in Nederland.
Met deze constateringen beginnen inleiders Chris van Schuppen, hoofd Equity Capital Markets van ABN AMRO en Maarten Blomme, Executive Director in het Equity Capital Markets team van ABN AMRO de Round Table op de Private Equity Summit in het Rosarium in Amsterdam.

De afgelopen twee jaar is het aantal PE-exits op de kapitaalmarkt toegenomen in vergelijking met eerdere jaren, zegt Van Schuppen. Er is wel een belangrijk verschil met het buitenland. Daar ziet hij al veel langer meer PE-gehouden bedrijven naar de beurs gaan. Een stap die veel Nederlandse bedrijven lange tijd niet ‘durfden’ te zetten, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan kennis en ervaring bij die bedrijven of hun private equity eigenaren. Soms valt de keuze op ‘veiliger’ opties, zoals verkoop aan de een strateeg of een andere private equity partij. Daarmee gaan wel kansen verloren, zegt Van Schuppen. Juist door het gunstige beursklimaat is de waardering die tot stand komt bij een IPO vaak beter in vergelijking met een trade sale. Sinds de IPO van Ziggo in 2012 is er wel een verandering gaande. “Dit was een startschot”. Sindsdien ziet hij vaker de keuze bij PE voor een beursgang als exit.

Beursgang wel complexer
Hier staat wel tegenover dat een beursgang er niet minder ingewikkeld op geworden is. De wereld is transparanter geworden. En beursgangen krijgen heel veel aandacht. Dit maakt een IPO proces soms complexer. Van Schuppen: “Jaren geleden dacht een onderneming heel anders na over relaties met verschillende stakeholders en media-advies. Dat is in het huidige digitale tijdperk anders: de kapitaalmarkt, klanten, de toezichthouder, je personeel: alle stakeholders kijken mee. Er is enorm veel aandacht voor een beursgang, meestal positief, soms negatief. Social media speelt hierin een grote rol. Alles is veel transparanter. Je moet veel sneller een antwoord geven. Adviseurs zijn dus vaak hard nodig.”

Gangbare exit-strategie
Een beursgang is een reëel alternatief geworden om geld op te halen, zegt ook Joost Kromhout van Euronext Amsterdam. “Sinds 2012 hebben we dertig nieuwe bedrijven mogen verwelkomen op de beurs.” Ging het vroeger vooral om de grote jongens, nu zijn het ook middelgrote en kleine bedrijven: “Is er geld nodig, dan wordt een beursgang zeker ook overwogen, door klein en groot. Onze markt heeft nu ook een actiever Small Cap-segment”, zegt Kromhout.
Er wordt nadrukkelijk gekeken hoe een beursgang aantrekkelijker is te maken voor kleine bedrijven, zegt Blomme. Het gaat hierbij dan met name om regelgeving en prospectus te versimpelen en daarmee de kosten die samenhangen met een beursgang te verkleinen.

Ook is de IPO dus een meer gangbare exit-strategie voor private equity geworden. De beursgang wint zelfs aan terrein ten opzichte van de meer gangbare exit strategieën. “Een decennium geleden zag je vaak nog zeer delicate gesprekken met investeerders wanneer slechts bestaande aandelen werden verkocht bij een beursgang”, zegt Van Schuppen. “Die tijd ligt echt achter ons. Nu zie je bij een beursgang dat in vrijwel alle gevallen sprake is van verkoop van zogenaamde secondary shares.” Dit is uiteraard belangrijk voor private equity partijen  die op zoek zijn naar een exit.

Van Schuppen zegt dat hij merkt dat het kennisniveau is gestegen. “Voorheen konden private equity partijen minder goed inschatten wat een IPO zou opleveren. Onbekend maakt ook onbemind, zegt Kromhout van Euronext. Nu de Small- en Midcap-markt groeit, zien kleinere bedrijven ook de mogelijkheden in van een beursgang.

Hobbels nemen
Wanneer is een bedrijf IPO-waardig, wordt gevraagd? Sommige bedrijven zien een beursgang nog steeds als een lastig te nemen hobbel. Van Schuppen: “Ik denk dat dit echt een typisch Nederlandse discussie is. In het buitenland zie je gewoon veel meer kleine bedrijven die beursgenoteerd zijn. Wat heb je te bieden aan de belegger? Dat is de vraag waar het eigenlijk om draait.”

Maar hoe breng je kleinere ondernemingen op de hoogte van de mogelijkheden, is de vraag die in de Round Table naar voren komt. Blomme: “We doen dit door met ondernemingen en ook private equity partijen te gaan praten en ze mee te nemen in het proces. Je merkt dat het dan meer gaat leven. Uiteraard helpt het ook dat andere bedrijven een succesvolle beursintroductie hebben gemaakt.”
Erover spreken en informeren helpt zeker, zegt een andere deelnemer. Over het algemeen wordt een IPO als een rollercoaster ride ervaren. De behoefte aan goede informatie is dus aanwezig.

En om welke zorgen draait het dan? Verschillende knelpunten passeren de revue. Wanneer is een onderneming ‘IPO ready’ of wat behelst een analistenpresentatie en hoe zorg je dat nieuwe beleggers geïnteresseerd raken in je onderneming? Ook rondom tijdsinvestering zijn er twijfels. Het gevoel bestaat dat een IPO zoveel vraagt, dat het management team alleen nog daarmee bezig is en de business dus links moet laten liggen, vertelt een aanwezige.
Het gaat vaak alleen om de CEO en de CFO, zegt een deelnemer. Het ligt er maar net aan hoe groot je bestuur is. Een IPO-proces kan inderdaad behoorlijk intensief zijn. Maar het is wel een periode die te overzien is, aldus Blomme.

Professionaliseringsslag
“Wij maken duidelijke overzichten, zodat directieleden precies weten op welk moment in het proces ze nodig zijn”, zegt. Maarten Blomme van ABN AMRO. “Het zijn zeker intensieve tijden voor de directie en op bepaalde momenten, zoals bijvoorbeeld de roadshows, moet management volledig gecommiteerd zijn . Maar met een goede planning is het wel te overzien, je houdt zeker nog voldoende tijd over voor de reguliere business.”
En er zijn ook voordelen te behalen: je steekt er enorm veel van op. Alles in het bedrijf wordt tegen het licht gehouden, allerlei professionals kijken mee, vertelt een aanwezige. Veel ondernemers zien het achteraf als een professionaliseringsslag voor het bedrijf.

Die professionaliseringsslag is sowieso nodig bij een beursgang. Zeker kleinere bedrijven die een beursgang overwegen moeten daarvoor de tijd nemen, zegt Van Schuppen. Een jaar voorbereiding kan dan zo nodig zijn, vooral voor een ondernemend bedrijf dat nog weinig corporate structuur heeft: “Het zoeken van commissarissen, het opstellen van een governancestructuur, dat zijn zaken die je niet zomaar even doet. Er komen dingen naar voren die je last minute niet meer kunt wijzigen. Blomme: “Wij stellen regelmatig een zogenoemd feasibility-rapport op waarin staat wat er moet gebeuren en hoeveel tijd dat gaat kosten.” Ook krijgen bedrijven begeleiding, niet alleen voor maar ook na de beursgang. Zeker minder ervaren organisaties hebben baat bij een partij nodig die ze voor langere tijd bijstaat.

Doorzetten als echte ondernemer
Toch moeten bedrijven zich niet door de complexiteit van het proces laten ontmoedigen, zegt Van Schuppen. “Je denkt na over de stappen die je moet zetten, over wat er kan misgaan als je dat niet goed doet. Maar je moet niet meer dan nodig is bezig zijn met dat proces. Als er belangstelling is voor een beursgang, moet je gewoon een echte ondernemer zijn en doorzetten. Wanneer er sprake is van een aantrekkelijke kapitaalmarkt wil je daar als ondernemer en aandeelhouder snel gebruik van maken”

Is het niet veel makkelijker om, zoals bij private equity gewoon één aandeelhouder te hebben, is de laatste vraag die ter tafel komt? “Misschien is één aandeelhouder juist wel veel lastiger”, zegt een deelnemer. Van Schuppen: “Ik hoor juist van veel bedrijven dat ze niet meer naar private equity terug zouden willen. Een beursgang levert voor het management vaak een grotere autonomie op. De verschillende aandeelhouders staan op meer afstand. Dat is heel wat anders dan de constante nabijheid van een private equity partij.” 

Gerelateerde artikelen