Investeringen in start-ups drogen op
Technologische start-ups die erop rekenden dat investeerders uit Silicon Valley in de rij zouden staan om te investeren, staan steeds vaker voor dichte deuren. Beursintroducties zijn er al helemaal niet meer bij, dat aantal staat op het laagste niveau sinds 2009. Nieuwe deelnames door beleggers daalden met 42 procent in de eerste elf maanden van dit jaar, tot 286 miljard dollar.
Volgens de Financial Times heeft dit al geleid tot een crisis bij veelbelovende start-ups, die zwaar snijden in de kosten en personeel op straat zetten. De krant sprak met beleggers, ondernemers, bankiers en pensioenfondsen, die wezen op een golf van ontslagen in de hele technologiesector.
Vooral kostbare bedrijven die zich bezighouden met activiteiten die nog weinig opleveren staan er slecht voor. De FT noemt in dit verband robotica en batterijen.
Om te overleven vluchten jonge techbedrijven naar alternatieve financieringsvormen, zoals overbruggingsleningen, converteerbare obligaties, participating bonds en liquidation preferences.
Start-ups proberen zo een 'down round' te voorkomen, financiering die een bedrijf een stuk lager waardeert dan bij een eerdere financiering. Zelfs goed gefinancierde start-ups raken in de knel, nu de opdrogende financieringen ook volgend jaar nog aan lijken te houden. Allemaal vragen ze zich af hoe ze 2023 kunnen overleven.
Volgens de Financial Times gaat het soms om miljardenbedrijven die nieuw geld ophalen met een bijzondere constructie. Gaat zo’n jong bedrijf naar de beurs, dan kunnen de investeerders aandelen converteren tegen een hogere prijs. Daarmee speculeert de financier op toekomstig succes.