“Investeren komt het dichtst bij ondernemen”

Laatst gewijzigd: 20 juli 2023 12:58
Private equity is populair onder financials, ondanks de soms controversiële reputatie bij de buitenwacht.
 Wat maakt investeren zo populair?

Terwijl Nederlandse bedrijven voor het eerst sinds 2008 weer in groten getale voor durfkapitaal kiezen, schieten ook nieuwe investeringsfondsen als paddestoelen uit de grond. Als gevolg daarvan stappen financials uit diverse hoeken steeds vaker over naar private equity. Niet alleen opteren pas afgestudeerden vers uit de collegebanken als quant voor een carrière bij een investeringsmaatschappij, ook mediors en seniors bij banken, strategische adviesbureaus en advocatenkantoren wagen de sprong. 

Wat maakt investeren zo populair? M&A Community zoekt naar een antwoord bij Foreman Capital, dat op de 24e verdieping van de WTC-toren in Amsterdam gevestigd is, waar ook Lincoln International (M&A-adviseur) als overbuur en Linklaters (advocatenkantoor) als naaste buur kantoor houden. Bij deze ‘ondernemende’ investeerder, zoals Foreman Capital zichzelf noemt, spreken we af met voormalig bankier Robert Ruiter en ex-strategy consultant Tim Teunissen
 

Lastig omslagpunt


“Ik had veel vrijheid bij ING en een succesvol team”, begint Ruiter, die vorig jaar na dik tien jaar afscheid nam van de Oranje Leeuw. “M&A is een fantastisch spel; je ondersteunt bedrijven met raad en daad op een belangrijk strategisch kruispunt. Echter, het is voor een bepaalde periode waarna je een nieuw dossier oppakt.” Voor Ruiter was het geen gemakkelijke beslissing om het moederschip met al haar vastigheden achter zich te laten. “Een lastig omslagpunt, zeker met jonge kinderen en een hypotheek.” Het tekent Ruiters ambitie om nieuwe ervaringen op te doen en meer met ondernemerschap bezig te zijn. 

Ook Teunissen liet zijn wens al eerder in vervulling gaan. Hij verliet internationaal adviesbureau Boston Consulting Group (BCG) in 2014. “Alleen advies geven was niet genoeg, ik streefde ernaar iets op te bouwen”, zegt hij. “Op een gegeven moment sta je voor een keuze: ga ik voor het partnership of vertrek ik. In het begin was de grote naam belangrijk. Maar naarmate je ouder wordt krijg je meer oog voor de lange termijn. Met een portfoliobedrijf bouw je echt iets op in plaats van de jaarlijkse ‘teller op nul’.”   

Belangrijke beslissingen

Bij ING leerde Ruiter als overnameadviseur vrijwel alle in Nederland actieve investeringsmaatschappijen kennen. “Ik kreeg daardoor een kijkje in de keuken bij tal van bedrijven. De mid-market transacties spraken me het meest aan, omdat het heel persoonlijk is en cliënten oprecht advies zoeken voor belangrijke beslissingen. Die dynamiek is bij de grote transacties wezenlijk anders, dat zijn toch meer klinische processen met stuurgroepen”, meent Ruiter. “Naast het werken met ondernemers wilde ik de praktijk ervaren van datgene waarover ik in mijn vorige rol adviseerde; investeren is dan een logische stap. Je bouwt als team samen iets op voor de lange termijn. We delen plezier in wat we doen en hebben een sterke drive om groei te realiseren.” 

De voormalige bankier roemt de veelzijdigheid van het investeren. “Natuurlijk ben je bezig met allerlei bedrijfseconomische vraagstukken, maar onderliggend is het vooral psychologie: verbinding, vertrouwen, verantwoordelijkheid en stamina zijn belangrijke uitgangspunten in onze samenwerking met ondernemers. ”

Ook Teunissen, die bij BCG commerciële opdrachten volbracht voor banken en bedrijven in onder meer de telecomsector, kan zich vinden in de woorden van Ruiter. “Ik wilde de stap maken naar een kleiner fonds, buiten de institutionele setting, dat zich op de onderkant van de mid-market richt. Daar maak je de meeste impact, omdat je direct met de directeur-grootaandeelhouder aan tafel zit. Bij Foreman werken ondernemende investeerders. Onze oprichters zijn klein begonnen en hebben dankzij zorgvuldig gekozen investeringen de basis gericht op ondernemerschap. Door exclusief eigen geld te investeren (Foreman kent geen externe kapitaalverschaffers zoals de meeste private-equityfondsen) is er sprake van gelijke belangen met onze medeaandeelhouders. Wij ervaren dat ons model en manier van werken enthousiast wordt ontvangen door familiebedrijven en DGA’s.”

Drama


De laatste jaren heeft de reputatie van private equity flink wat deuken opgelopen. Waren beiden vooraf niet bevreesd door horrorverhalen als V&D en Estro? “Dat zijn high street names waar sommige media gretig conclusies aan verbinden. Voor veel retailorganisaties is de periode vanaf 2007 simpelweg een drama geweest”, reageert Ruiter. “Natuurlijk gaan er dingen fout, het blijft mensenwerk. Maar er zijn veel meer voorbeelden van hoe bedrijven op de kaart zijn gezet dankzij de steun van investeerders zoals Action, Basic-Fit, Hunkemöller en NXP. Stuk voor stuk zijn dat voorbeelden van bedrijven die onder de vorige eigenaar nauwelijks van hun plek kwamen en met hulp van investeerders een enorme vlucht voorwaarts hebben gemaakt.” 

Foreman, dat zich richt op ondernemingen met een operationele winstgevendheid van 3 tot 20 miljoen euro, heeft vergelijkbare ervaringen. “Orangefield, De Jong Zuurmond en Sekura Cabins zijn allemaal voorbeelden van bedrijven die sterk zijn opgebloeid na verzelfstandiging vanuit een grote corporate. Er zijn overigens meerdere onafhankelijke rapporten geschreven over de toegevoegde waarde van investeringsmaatschappijen.”

Overigens zien zowel Ruiter als Teunissen het niet als een kerntaak om het soms controversiële imago van private equity op te vijzelen. “Ons doel is om goede bedrijven nog beter te maken. Als dat lukt is er een spillover effect op zaken als werkgelegenheid, belastinginkomsten voor de overheid en omzetgroei bij toeleveranciers. Maar het is geen doel op zich”, zegt Teunissen. De ex-consultant hoopt wel dat bestaande succesverhalen positieve publiciteit genereren voor de beroepsgroep. “Als die bijdragen aan een betere reputatie is dat heel mooi, vooral omdat investeren juist niet kortetermijndenken is.”

Reuring

Gevraagd naar zo’n succesverhaal, halen de twee investeerders het eerdergenoemde Sekura Cabins aan: een Deens bedrijf gespecialiseerd in besturingscabines voor voertuigen in de mijnbouw en bosbouw dat recent is overgenomen middels een carve-out uit Bosal Groep. “Een typisch bedrijf voor Foreman”, meent Ruiter, “vanwege het internationale karakter en de groeipotentie.” 

Het moederbedrijf Bosal kwam via M&A-adviseur Rothschild uit bij Foreman, dat de Deense onderneming samen met Standard Investment inlijfde. “Die samenwerking gaat hartstikke goed”, constateert Ruiter. “De eerste boardmeeting vond onlangs plaats. Het management wilde graag een nieuwe lasrobot aanschaffen en voelde zich haast bezwaard omdat het niet in het originele budget was opgenomen. Daarop zeiden wij: als jullie kunnen onderbouwen waarom die robot goed is voor het bedrijf, dan schaffen we er een aan. Zo gezegd, zo gedaan. Daarna voeren we met z’n achten (vier Denen en de vier Nederlanders van Foreman en Standard) over de Amsterdamse grachten. 

Teunissen knikt instemmend. “Je bouwt een vertrouwensband op door tijd met elkaar door te brengen en te doen wat je zegt; dat is ons handelsmerk. Het vooruitzicht om de aankomende twintig jaar door te bouwen met ons team en kleurrijke ondernemers, maakt me erg enthousiast.”

Gerelateerde artikelen