Interesse voor private equity onder institutionele beleggers neemt toe

Op 11 december waren er weer de jaarlijkse M&A awards in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Een mooi feestje voor de fusies en overnamessector die er goed bij lijkt te staan. Private equityfondsmanagers en adviseurs hebben een druk jaar achter de rug. En ook de interesse voor private equity bij institutionele beleggers neemt toe volgens de recente Private Equity Barometer publicatie van Coller Capital, een in private equity secondaries gespecialiseerde partij.
Enkele interessante conclusies uit het onderzoek:
  • Bijna alle beleggers verwachten een netto jaarlijks rendement van meer dan 11% van private equity over de komende 3 tot 5 jaar. 
  • Twee vijfde van alle private equity beleggers zal haar allocatie in private equity vergroten in het komende jaar.
  • Private equity fondsen met een focus op zogenaamde ´real assets´, bijvoorbeeld energie en mijnbouw, zijn vooral populair onder beleggers.
  • Een meerderheid van de beleggers denkt dat toegenomen regulering van kleine invloed zal zijn op de uiteindelijke rendementen. De Europeanen zijn hierin wel pessimistischer dan de Amerikanen. 
  • Alhoewel de meeste private equity fondsmanagers er zelf niet zo de toegevoegde waarde van inzien, zijn vooral beleggers van mening dat meer diversiteit in de management teams van private equity fondsmanagers tot meer toegevoegde waarde kan leiden.
 
Dit zijn conclusies van een wereldwijd onderzoek en daarom niet altijd door te vertalen naar de Nederlandse situatie. Maar ook in Nederland is het waar dat private equity bovengemiddelde rendementen laat zien, vooral in de huidige ´low yield´ omgeving. Logisch dus dat beleggers geïnteresseerd zijn. 
 
Private equity onder toezicht 
Private equity staat pas sinds afgelopen zomer officieel helemaal onder toezicht. In het Coller onderzoek is men laconiek over de gevolgen van regulering, maar nu al blijkt dat vooral middelgrote fondsen toch met aanzienlijke kosten en zelfs hiaten in de wetgeving worden geconfronteerd. Bijvoorbeeld het zogenoemde paspoorten van een AIFMD-vergunning of EuVECA-label blijkt nog niet altijd zo makkelijk te zijn. Daarnaast is voor veel fondsen zo´n vergunning of label te duur of niet beschikbaar. Dat kan aardig lasten worden als je net die Deense belegger hebt gesproken die wel geïnteresseerd is in jouw nieuwe mid-market ‘real assets’ fonds met aandacht voor diversiteit. Wat betreft diversiteit zou Nederland zich nog wel eens kunnen gaan onderscheiden gezien het succes van het op diversiteit gestoelde Karmijn Kapitaal.
Waar ik mij echter grote zorgen over maak is een andere conclusie uit het rapport. Meer dan 40% van alle beleggers blijft weg van (indirecte) investeringen in bedrijven in de vroege fase. Afgelopen week is het hele goede nieuws gekomen dat Neelie Kroes ´special envoy´ voor startups is geworden in Nederland, zodat in Europa naast een Silicon Allee (Berlijn) of een Silicon Roundabout (Londen) ook een Nederlandse Silicon Polder kan gaan ´shinen´. Innovatie komt voort uit bijvoorbeeld slimme ideeën uit een universiteit, maar het vaakst uit slimme mensen die met een probleem zitten en iemand tegenkomen waarmee ze dat op kunnen lossen, kortom een creatief ecosysteem.
 
In eerste instantie zal dit vaak gefinancierd worden met eigen geld, informele investeerders of (indirect) overheidsgeld. Daarna is het tijd om het concept verder uit te rollen en (hard) te laten groeien. Na een aantal jaar kan het dan misschien naar de beurs of wordt het verkocht aan een groot concern. In de uitrol- en verkoopfase is de venture capitalist essentieel, juist omdat zij erop gebrand zijn zoveel mogelijk waarde aan een bedrijf toe te voegen. Domme redenering dus van die beleggers, ook omdat we voor de toekomst nieuwe sterke en innovatieve bedrijven nodig hebben. Hopelijk komen ze nu met Neelie aan het roer op andere gedachten.
 
Gerelateerde artikelen