Hoofdkantoor Unilever naar Nederland
Unilever heeft nu nog een duale structuur met hoofdvestigingen in Rotterdam en Londen. De afgelopen maanden hebben Nederland en het Verenigd Koninkrijk druk gelobbyd om het hoofdkantoor van het bedrijf binnen de eigen landsgrenzen te krijgen. De keuze voor Nederland is een gevoelige klap voor de Britse regering van premier Theresa May. Die probeert juist te laten zien dat Groot-Brittannië ook na de brexit nog een land is waar bedrijven graag in investeren.
De multinational ging na het vijandige overnamebod van Kraft Heinz eens goed naar de structuur kijken. Daarom besloot het bedrijf de divisie spreads, waartoe onder meer margarines horen, af te stoten. Uiteindelijk werd die in december aan investeerder KKR verkocht. Ook nam Unilever de twee hoofdkantoren onder de loep. Het bedrijf vindt dat die structuur te veel geld kost.
Verder hebben de mogelijkheden die Nederland heeft om een beschermingsconstructie in te bouwen tegen overnames een belangrijke rol gespeeld bij de keuze voor Rotterdam. Unilever wil genoteerd blijven aan de beurzen in Amsterdam, Londen en New York, liet de onderneming al eerder weten. Het handelsvolume in Nederlandse aandelen Unilever is nu al groter dan in Britse aandelen van het concern.
Een vertrek van het hoofdkantoor uit Londen betekent niet dat Groot-Brittannië niet meer belangrijk is voor het bedrijf. Unilever heeft meer werknemers in Groot-Brittannië dan in Nederland (7300 tegen 3100) en heeft in beide landen belangrijke onderzoeks- en ontwikkelafdelingen. De veranderingen hebben geen gevolgen voor de werknemers in beide landen. In totaal werken er wereldwijd circa 169.000 mensen bij Unilever.