Hoe veranderde Lehman Brothers de advocatuur?
De periode van de financiële crisis was in hindsight hét moment waarop zich voor de advocatuur grote veranderingen manifesteerden die tot op de dag van vandaag voortduren en zich verder ontwikkelen. Internationaal, nationaal en regionaal.
Tekst: Robert van Beemen, Partner Venturis Consulting Group
Cliënten werden noodgedwongen kritischer ten aanzien van onder meer de tarieven en de kwaliteit van de dienstverlening. In de afgelopen jaren heeft de juridische sector zich in hoog tempo ontwikkeld van een aanbod-gedreven markt naar een vraag-gedreven markt. Aan de inkoopkant worden cliënten steeds professioneler; zij zijn steeds beter in staat om hun advocatenkantoor te selecteren op: (1) het type werk dat zij te vergeven hebben; (2) de vereiste juridische en sector-expertise; en (3) het marktsegment waarin zij opereren. Cliënten hebben de afgelopen jaren ook steeds meer te kiezen. Dat was tien jaar geleden anders.
Toen in het weekend van 15 september 2008 de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers omviel en in de daaropvolgende dagen, weken en maanden ook de vele entiteiten die Lehman Brothers wereldwijd telde failliet werden verklaard, was uw columnist als curator van de Curaçaose Lehman Brothers nauw betrokken bij de afwikkeling. Jarenlang werkten curatoren, accountants, advocaten, financieel specialisten – met ieder weer hun eigen expertise op het gebied van (internationale) insolventie, ondernemingsrecht, belastingrecht, procedures en derivaten – nauw samen: een multidisciplinaire aanpak was noodzakelijk en vanzelfsprekend.
Mijn mede-curator en ik lieten ons onder meer adviseren door advocatenkantoren uit New York, Londen, Amsterdam, Luxemburg en Zürich. De wijze waarop de verschillende kantoren ons adviseerden varieerde van een Londens kantoor dat steevast minstens 10 advocaten tegenover ons zetten (wat overigens een belangrijke reden was om over te stappen naar een ander kantoor) tot een New Yorks kantoor waar we vrijwel uitsluitend met de partner en zijn counsel aan tafel zaten en ons niet opzadelde met vuistdikke 'adviezen',en dat werkelijk een business partner was.
Door een combinatie van factoren – het afstoten van minder renderende praktijken en het aanscherpen van de focus door de grotere kantoren – waren de crisisjaren voor menig boetiek kantoor het startmoment. Bovendien zagen deze kantoren met veelal een laag leverage model, kansen in de markt die ze geen windeieren heeft gelegd. Inmiddels opereren veel van deze kantoren aan de bovenkant van de markt en zijn ze voor cliënten en talenten een serieus alternatief voor de gevestigde namen geworden. Overigens wordt er – als gevolg van herpositionering – ook weer gesplitst – DeBreij Evers Boon werd, DeBreij, en Evers Soerjatin.
Ook de Angelsaksen zitten niet stil: Boekel werd Dentons Boekel, Fieldfisher zette met een team van Kennedy Van der Laan voet op Hollandse bodem en Jones Day betrok met medeneming van onder meer enkele Baker McKenzie partners een monumentaal pand aan het Museumplein. En het marktaandeel van de accountantskantoren in de juridische markt groeit in diverse Europese landen fors.
De multidisciplinaire dienstverlening die accountantskantoren bieden (en wat voor veel cliënten zeer aantrekkelijk is) wordt inmiddels versterkt door legal tech. Gevalletje, Big 4 meets New Law!
M&A-cliënten kunnen door de toenemende marktsegmentatie nu uit een ruimer aanbod van juridische dienstverleners kiezen. De vraag is natuurlijk welke advocatenkantoren zich daarbij succesvol weten te onderscheiden.