Herziene fusiegedragsregels SER op meer sectoren van toepassing
Sinds de laatste wijziging in 2000 deden zich verschillende maatschappelijke ontwikkelingen voor die de grondslag vormen voor de herziening. De herziene Fusiegedragsregels treden op 1 oktober 2015 in werking.
Ruimere werkingssfeer
De werkingssfeer van de Fusiegedragsregels moet ruim worden uitgelegd: de Fusiegedragsregels zijn van toepassing op meer sectoren dan omschreven in de toelichting bij de Fusiegedragsregels in 2000. Dat komt door een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de voortschrijdende verzelfstandiging en privatisering van overheidstaken en de toenemende bedrijfsmatige organisatie in sectoren die traditioneel niet onder de Fusiegedragsregels vielen. De Fusiegedragsregels zijn ook van toepassing op de overheid, non-profitorganisaties en het vrije beroep.
Voorbeelden van non-profitorganisaties en organisaties binnen de overheid die ook onder de Fusiegedragsregels gaan vallen zijn ondernemingen in de zorg (bijvoorbeeld thuiszorg, ziekenhuizen en kinderopvang), het onderwijs en de culturele sector. Ook in geval van fusies binnen het vrije beroep, zoals accountants, advocaten, architecten, stedenbouwkundigen en raadgevende ingenieurs zijn de Fusiegedragsregels van toepassing.
Recht op bemiddeling
Als een fusiepartij of een vakbond twijfels heeft over het (op een behoorlijke wijze) naleven van de Fusiegedragsregels, kunnen zij nu ook gebruik maken van een mogelijkheid tot bemiddeling. In plaats van een formele procedure bij de Geschillencommissie Fusiegedragsregels te starten, kunnen partijen dan proberen om in onderling overleg tot een oplossing te komen.
De overige herzieningen in de Fusiegedragsregels (en de bijbehorende toelichting) zijn te lezen in het rapport van bevindingen.
Bescherming belangen werknemers
De Fusiegedragsregels spelen een belangrijke rol bij de bescherming van de belangen van werknemers bij (voorgenomen) fusies. De Fusiegedragsregels zijn een vorm van zelfregulering. Op grond van de Fusiegedragsregels moeten ondernemingen de betrokken vakbonden tijdig informeren over fusie- of overnameplannen. Dit moet op een zodanig moment gebeuren dat de vakbonden nog wezenlijke invloed kunnen uitoefenen. De melding moet ook naar de SER, die toeziet op naleving van de afgesproken gedragsregels in geval van fusies. Geschillen over de naleving van de Fusiegedragsregels worden beslecht door de Geschillencommissie Fusiegedragsregels.
Voorbereidend werk
De herziening van de Fusiegedragsregels is voorbereid door de SER-commissie Herziening Fusiegedragsregels, onder voorzitterschap van kroonlid prof.dr. Hans Schenk. De commissie startte op 10 februari 2014 met haar werkzaamheden door een verkenning te houden van mogelijke knelpunten en wenselijke aanpassingen in de Fusiegedragsregels. De commissie heeft daarnaast een aantal (ervarings)deskundigen geraadpleegd en kennis genomen van hun ervaringen met de Fusiegedragsregels.
Vandaag heeft de SER tijdens zijn raadsvergadering ingestemd met de herziene Fusiegedragsregels.
• Herziening van de SER-Fusiegedragsregels