Een leven lang bijdragen aan diversiteit
Zes ervaren professionals bepalen welke organisatie straks die eerste Diversity Firm Award wint. Lees ook:
– Meltem Koning-Gungormez: 'Ik wil dat diversity rolmodel zijn'
– Simone Brummelhuis: 'Diversity moet ook gaan om kwantiteit'
– Désirée van Boxtel, jurylid Best Diversity Firm: ‘In balans door diversity’
Hij is corporate strafrecht specialist met tal van geruchtmakende zaken op zijn palmares. Hendrik Jan Biemond is daarnaast lid van de Amsterdamse gemeenteraad voor de PvdA. En in maart vorig jaar volgde ook nog eens de benoeming tot Diversity & Inclusion Partner bij Allen & Overy Europe.
“Als kantoor hebben we wereldwijd D&I Partners”, vertelt Biemond. “Europa geldt op dit terrein als heel moeilijk omdat iedereen zich op een ander moment in de ontwikkeling naar een meer inclusieve organisatie bevindt. In België leeft bijvoorbeeld de vraag hoe het kan dat onze medewerkers vooral van de Vlaamse universiteiten komen, en er weinig Frans sprekende Belgen rondlopen. In Parijs zie je weer veel mensen van kleur op belangrijke posten, maar die komen dan wel uit de sociaal-economische elite. Dat is bij ons wéér anders. Weinig kleur in de top, maar daarentegen wél uit alle geledingen van de maatschappij.”
Allen & Overy is al veel langer bezig met het onderwerp, maar tot voor kort werden de diversiteitsprogramma’s opgezet vanuit de afzonderlijke onderdelen gender-, biculturele- en LGBT+ diversiteit. “We realiseerden ons dat je die niet los van elkaar kunt zien. We staan voor de uitdaging de dominantie van de witte heteromannen cultuur te doorbreken en daar moet je dus per land naar kijken”, legt Biemond uit. “We dachten altijd ‘Ach, die cultuur verandert wel. Als er maar genoeg mensen met een bi-culturele achtergrond rondlopen’. Zo is het dus niet. Vooral de mensen die zich voldoende weten aan te passen, hebben de kans succesvol te zijn. Je moet dus veel van bovenaf sturen, op cultuurverandering. Want je wordt niet vanzelf inclusief, als je maar divers bent.”
‘Niet in categorie ‘witte heteromannen’
Zelf valt de gelouterde advocaat niet in die categorie ‘witte heteromannen’. Hendrik Jan Biemond is LGBT’er, al ‘verstopte’ hij zich daar in het begin van zijn loopbaan voor. Omdat hij dacht dat dat nodig was om succesvol te kunnen worden bij een groot kantoor. In een tijd toen het mantra ‘Iedereen is gelijk, dus we maken geen verschil’, was en iedereen zich dus aanpaste aan die dominante cultuur. Of hij door zijn homoseksualiteit D&I ervaringsdeskundige is?
“Aan de ene kant misschien wel”, antwoordt Biemond na enig peinzen. “Maar ik weet ook dat ik heel erg bevoorrecht ben, dat ik erg veel geluk heb gehad. Ik kreeg van huis uit alle steun, kon goede opleidingen volgen. Dat alles heeft me in mijn carrière zeker geholpen. Zij die dat allemaal niet ‘mee’ hadden, moeten een andere route afleggen om succesvol te zijn. Maar ik zie nu bijvoorbeeld veel talent rondlopen met een bi-culturele achtergrond. Talent dat we moeten koesteren.”
Bij D&I gaat het volgens de advocaat annex politicus in eerste instantie om empathie. “Je moet de wereld proberen te zien vanuit de ogen van iemand die tegenover je zit. Mensen die niet uit de bevoorrechte cultuur voortkomen, zien vaak obstakels die er misschien niet zijn. Zo van ‘Ik hoor niet in deze Zuidas-wereld’. Maar je hoort er juist wel! Uitdaging, en die is zeker niet gemakkelijk, is andere achtergronden in de cultuur van je organisatie op te nemen. Die cultuur zo aan te passen dat verschillen eerder worden gewaardeerd, dan dat ze als probleem worden gezien. Dat is een lastig proces.”
Verandering komt niet zonder verzet
Want verandering komt niet zonder verzet, zonder interne strijd en confrontaties, tot stand. Hendrik Jan Biemond komt met een voorbeeld uit zijn eigen praktijkgroep. “Elke winter organiseerden we een skitrip. Dat leidde best tot een soort van deling. Mensen die van jongsaf aan skiën hebben geleerd, een groep die er juist niet mee is opgegroeid, collega’s die wel wilden, maar dus in het beginnersklasje terecht kwamen… Het was dus maar voor een beperkte groep écht leuk. Om dat te doorbreken, zijn we een berg in de Schotse hooglanden gaan beklimmen. Ook die verandering – en het gaat hier om iets relatief kleins – had nogal wat voeten in aarde.”
In het team van Biemond zijn er hetero/witte mannen, maar ook vrouwen, collega’s met een bi-culturele achtergrond, mensen uit de LGBT-community. Pakken zijn er ook nog steeds, maar stropdassen zie je bij Allen & Overy amper nog. “Als kantoor doen we het goed in de – zeg maar – gendercategorie, voor alle andere groeperingen kan het nog beter. Mijn ultieme doel is dat inclusieve kantoor te zijn. In de advocatuur wil men graag meteen resultaat, maar cultuurverandering vergt een lange adem.
Wat hij in die ruim anderhalf jaar aan het Europese D&I-roer bij Allen & Overy heeft bereikt? “Ik hoor vaak mensen zeggen ‘Ja, maar we práten er alleen over’. Toch is ook dat onderdeel van het veranderproces, want ook daarvan leer je weer, wordt er empathie gewekt. Want telkens als je over diversiteit en inclusiviteit spreekt, verandert er iets. Bij mij duurde het enkele jaren voor ik uit de kast kwam, mensen die nu bij ons binnenkomen, zeggen echt niet ‘Tja, ik ben LGBT’er en hoop hier te overleven’. Die attitude is veranderd in ‘Dit is wie ik ben en deal with it!’. De nieuwe generatie is – ook op het gebied van D&I, veel zelfverzekerder, opener en strijdbaarder dan ‘wij’ vroeger waren. En die kant moeten we op.”
Biemond zorgde voor boerka-ophef
Hendrik Jan Biemond is niet die stereotype Zuidas-advocaat, al was het alleen maar vanwege zijn Amsterdamse PvdA-raadlidmaatschap. De 52-jarige neemt geen blad voor de mond, is niet bang heilige huisjes omver te schoppen. Zo zorgde hij twee jaar geleden voor de nodige ophef toen hij als protest tegen het wettelijk verbod om een boerka te dragen in bepaalde publieke ruimten, in niqab gehuld, deelnam aan Pride Amsterdam. Ook vanuit zijn eigen PvdA-kring leverde hem dat felle kritiek op. Zo zei voormalig Kamerlid Keklic Yücel over die actie: “Mijn PvdA strijdt altijd voor de vrijheid en gelijkwaardigheid van vrouwen en niet voor hun onvrijheid en ongelijkwaardigheid.”
“Mijn strijd tegen het boerkaverbod ging over iets heel wezenlijks in een rechtstaat”, zegt Biemond. “De kleinste, meest kwetsbare groep in de samenleving verdient het meeste bescherming. En daar wilde ik juist voor opkomen op een dag dat mijn vrijheid als LGBT’er werd gevierd.”
Ook tekenend voor Biemond: “Ik heb van Sylvana Simons geleerd dat je nooit mag zwijgen als je onderdeel bent van de verandering. Spreek je altijd uit tegen onrecht, of tegen flauwe, discriminerende grappen. Mensen vinden je dan blijkbaar extreem. En nee, ik vind Sylvana Simons níet extreem…”
De advocaat komt uit een gereformeerd gezin, woonde in Maassluis, Gouda en Waddinxveen. “Mijn ouders hebben een strenge achtergrond”, zegt hij. “Maar zij zijn met hun kinderen mee gegroeid. Wij hebben daar die vrije levensopvatting aan overgehouden. Mijn homoseksualiteit was totaal geen issue voor mijn ouders. Dat we niet helemaal mee gingen in het geloof, was dat daarentegen wel.” Dat geloof heeft hij losgelaten, waar het de kerkelijke tradities betreft. Aan het deel dat zich richt op barmhartigheid en naastenliefde, houdt Biemond vast.
Hendrik Jan Biemond haalde in 2002 de voorpagina van NRC Handelsblad toen hij overstapte van de advocatuur naar het Openbaar Ministerie. Een bekende Zuidas-advocaat – Biemond had in tal van grote en geruchtmakende dossiers cliënten bijgestaan – die Officier van Justitie werd… Dát was nog niet eerder vertoond. Vijf jaar lang diende hij het OM en was bijvoorbeeld betrokken bij de veroordeling wegens oplichting en valsheid in geschrifte van de verdachten in de boekhoudfraudezaak bij Ahold.
‘Mooie organisatie, dat Openbaar Ministerie’
“Een mooie organisatie, het Openbaar Ministerie, met heel veel gedreven mensen die voor dat maatschappelijke belang werken”, kijkt hij terug. “Maar na een aantal grote zaken was ik klaar. Mijn insteek is altijd: ‘Waar kun je groeien, wat is het maatschappelijk nut?’ Bij het OM was ik uitgeleerd. In mijn contacten als advocaat met cliënten word ik intellectueel uitgedaagd, gedwongen tot creativiteit, voortdurend. Hier op kantoor is de maatschappelijke betrokkenheid groot, dat wordt ook in ons werk steeds belangrijker. Cliënten vroegen vroeger ‘Wat zegt de wet?’ Nu geldt ook voor hen het belang van klimaat, van werknemers, de verantwoordelijkheid die je hebt als bedrijf voor de samenleving. Je staat al lang niet meer als juridisch technicus overal boven. Ook vandaar mijn terugkeer. Al zeg ik niet dat ik die stap naar Justitie nooit opnieuw zou maken.”
Over zijn jury-lidmaatschap voor de Diversity Firm Award: “Het uitreiken van zo’n Award hoort bij het telkens weer smoel geven aan dat proces van het doorbreken van die dominante cultuur. Ik denk dat de uiteindelijke winnaar dit onderwerp nederig aandraagt, want we staan nog maar aan het begin. Ik wil weten waarom een organisatie nou eigenlijk een D&I programma heeft, hoe intrinsiek dat beleefd wordt.”
Terug naar zijn eigen D&I-missie: “Ik wil mijn leven lang een bijdrage leveren aan dat proces van diversiteit en inclusiviteit. Aan, ik zei het al eerder, het creëren van dat inclusieve kantoor, waar iedereen veilig zichzelf kan zijn, anders dan anderen. Dus niet van ‘Past die wel in ons team?’ Maar: ‘Die is anders en dus hebben we hem of haar heel hard nodig.’ Nu zie je dat mensen van kleur minder lang bij Allen & Overy blijven dan witte collega’s. Die stay gap, dat verschil, willen we tot 0,0 terugbrengen.”
Dat Hendrik Jan Biemond zelf ook nog in D&I kan leren, kan groeien, werd hem duidelijk na een beoordelingsgesprek met een jongere collega met Turkse roots. “Ik hoorde mezelf zeggen ‘Je bent goed, maar niet assertief genoeg, sla toch eens met je vuist op tafel!’ Hij reageerde met: ‘Maar het gaat toch om de groep, niet om het individu…’ Dat was echt een eyeopener voor me. En ja, hij werkt hier gelukkig nog.”
Biemond studeerde Juridisch Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Ook studeerde hij aan de University of Connecticut Graduate Law School waar hij opmerkte hoe enorm ambiteus Amerikaanse studenten waren, vergeleken met die (“We doen alleen wat nodig is”) in Nederland. Hij werd erdoor geïnspireerd, uitgedaagd. Bij Loeff Claeys Verbeke, voorloper van Allen & Overy, was Leo Spigt – één van de oprichters van de sociale advocatuur in Nederland – zijn grote voorbeeld. Biemond leerde van hem dat een advocaat vooral heel veel zelfvertrouwen moet inbrengen.
Als advocaat-stagiair stond hij in 1995 in de eerste Nederlandse zaak over misbruik van voorwetenschap bij aandelenhandel Joep van den Nieuwenhuyzen bij. Van den Nieuwenhuyzen was veroordeeld door het hof Amsterdam, maar uiteindelijk werd die uitspraak door de Hoge Raad gecasseerd. Op basis van door Biemond bedachte argumentatie.
Hendrik Jan Biemond is getrouwd met Abdel, senior communicatie manager, en woont – vanzelfsprekend – in de stad die hij als PvdA-raadslid politiek vertegenwoordigt. Gevraagd naar zijn hobbies, lacht hij. “Ik lees veel, heel veel. Eén van mijn favoriete boeken? Het Gouden Paviljoen, van Yukio Mishima.”