Hard hat tour met hoofdpijn
In China is eten een essentieel onderdeel van de cultuur. Begin in de lift tegen een vreemde dan ook niet over het weer, maar vraag: ‘heb je al gegeten?’ Wanneer we diep in de provincie aankomen bij een fabriek die een Franse cliënt overweegt te kopen, worden we dan ook ontvangen in het restaurant van de directie. De kleine shotglaasjes op tafel beloven niet veel goeds…
Lokale gerechten komen in rap tempo voorbij. De Franse CEO voor China zit hier al lang en kijkt net als ik niet meer op van kippentenen en gestold eendenbloed, maar de zojuist uit Parijs ingevlogen financiële man heeft er zichtbaar moeite mee. Dan komt baijiu op tafel – een soort graanjenever met een karakteristieke smaak die me (alleen al bij de gedachte) steeds weer rillingen bezorgt.
De Chinese directeur heet ons welkom met een toast. Daarna komen, naar goed gebruik, alle managers van de wederpartij stuk voor stuk langs om het glas in één teug te legen. Nogal naïef houd ik mezelf voor dat het met deze kleine glaasjes zo’n vaart niet zal lopen; het duurt niet lang voordat ze terzijde worden geschoven en rechtstreeks uit de bijvulkannen gedronken moet worden.
Hard hat tour
De volgende dag staat een hard hat tour op het programma. De eerste stop is het R&D centrum, waardoor de onderneming een “high-tech” status heeft verworven (gevolg: VPB tarief van 25 procent naar 15 procent). Ik ben geen expert, maar het scheikundelokaal op de middelbare school zag er geavanceerder uit. De Franse CEO, een scheikundige, bevestigt dit vermoeden al snel en legt uit dat hij met veel geavanceerdere R&D faciliteiten nog steeds niet “high-tech” is. Op papier komen buitenlanders in China uiteraard voor dezelfde tax breaks en subsidies in aanmerking als lokale spelers, maar de praktijk is anders.
In een eerdere blog schreef ik dat Caterpillar bijna 600 miljoen US dollar kon afschrijven op een Chinese acquisitie omdat voorraden niet bleken te bestaan. Wanneer we bij het magazijn aankomen, stelt het daarom gerust dat het team van cliënt letterlijk aan het tellen slaat om de miljoenen euro’s aan voorraden te verifiëren. Al snel merkt de Franse CEO op dat een groot deel verouderd is en niet meer verkocht kan worden. Zijn Chinese counterpart geeft dit onomwonden toe met als uitleg dat de bank nu eenmaal onderpand eist. Chinese banken geloven doorgaans niet in cash-flow prognoses en willen harde assets – soms zelfs liquide middelen! – als zekerheid.
Dan begint het drinkgelag van de vorige avond zich langzaam uit te betalen. Ontberingen scheppen nu eenmaal een band, dus wanneer de baas even uit de buurt is, zijn de Chinese managers verbazingwekkend spraakzaam. Zo leren we onder andere dat werknemers geen vrije dagen krijgen en “vrijwillig” afstand doen van hun recht op een arbeidscontract. Zoals vaak in China is niet de wet, maar enforcement het probleem. Op papier zijn werknemers in China goed beschermd, maar deze laaggeschoolde fabrieksmedewerkers zullen nimmer in staat zijn hun recht te halen.
Client schrikt aanvankelijk van deze (en soortgelijke) informatie en is bevreesd voor claims. Wij leggen uit dat dit niet het issue is – de onderneming hanteert deze werkwijze immers al jaren zonder enig probleem. De belangrijkste vraag is wat het kost om post-acquisitie wel aan de wet te voldoen. Zelfs indien cliënt geen ethische bezwaren zou hebben tegen het handhaven van de status quo, kan een buitenlandse onderneming in China zich simpelweg geen incompliance (meer) permitteren.
Het meest in het oog springt natuurlijk de recente vervolging van de Engelse CEO van GSK China voor corruptie (op dit moment woedt weliswaar ook een binnenlandse anti-corruptie campagne, maar over de motieven wordt gespeculeerd). We zien bovendien dat veel buitenlandse cliënten de laatste tijd geconfronteerd worden met meer alledaagse zaken zoals verhoogde inspecties van de belastingdienst, arbeidsinstanties en douane. Waar men vroeger soms de makkelijke weg kon kiezen, raden we dit nu sterk af. Hoewel harde data ontbreekt, weet eigenlijk iedereen die een tijd in China zit dat een level playing field voor buitenlanders hier niet bestaat en er ook nooit zal komen.