‘Grotere piek in dealvolume blijft uit’

Verkoop van bedrijsonderdelen herstellende nu voorbij de gevolgen van COVID-19 gekeken wordt.

Na een dramatische daling van de resultaten in de eerste helft van 2020, lijken bedrijven hun strategieën opnieuw vorm te geven om zo te kunnen herstellen en gedijen in een wereld na de crisis

In de afgelopen zes maanden werden ondernemingen, als gevolg van de COVID-19 pandemie, geconfronteerd met een plotselinge en dramatische verschuiving in de markt. Als gevolg zagen 63 procent van de ondernemingen die in de eerste helft van 2020 bedrijfsonderdelen hadden afgestoten hun aandeelhouderswaarde dalen. 

Dit blijkt uit Willis Towers Watsons’ Divestment Performance Monitor (DPM),die is opgesteld in samenwerking met the Business School (voorheen Cass).

Bedrijven die in het afgelopen halfjaar actief waren in dergelijke verkopen, presteerden gemiddeld 11,3 procentpunt (pp) slechter dan de Global Index. Dit is een nóg sterkere daling dan de negatieve resultaten in H1 2019 en H2 2019 en is de slechtst presterende periode van zes maanden sinds de introductie van de database in 2010. 

Hoewel de negatieve resultaten aanzienlijk zijn, is het niet onverwacht gezien de volatiliteit van de markt in de eerste helft van 2020. Wat wellicht meer verrassend is, is het uitblijven van een grotere piek in het dealvolume, aangezien divestitures een defensieve rol kunnen spelen in een onrustige markt. Met 292 voltooide deals in de eerste helft van 2020, zijn de totale aantallen wereldwijd gedaald in vergelijking met de voorgaande zes maanden (315). Een andere onvoorziene uitkomst was een verwachte stijging van de kopersactiviteit van Private Equity (PE) die tot dusver uitbleef, ondanks het feit dat de PE-industrie over een recordniveau aan kapitaal beschikt. In plaats daarvan waren PE-kopers goed voor slechts 22% in H1 2020, een marktaandeel dat vergelijkbaar is met dezelfde periode vorig jaar.

Gabe Langerak, Western Europe M&A Leader bij Willis Towers Watson: “COVID-19 heeft de M&A business tot stilstand gebracht na een tien jaar durende periode van gestaagde groei, met als gevolg dat transacties zijn gekelderd in het tweede kwartaal van 2020. De volumes in het derde kwartaal zullen hoogstwaarschijnlijk op een laag pitje blijven, omdat deze gebonden zijn aan transactieactiviteiten die plaatsvonden net nadat de volledige impact van de pandemie insloeg. Een duidelijke toename van het aantal afgeronde deals wordt dan ook pas verwacht voor het laatste kwartaal van 2020.”

“Bedrijven staan voor ongekende uitdagingen als gevolg van de financiële impact van de crisis. Velen zijn hierdoor gedwongen overgegaan naar een overlevingsstand. Afhankelijk van de nasleep van COVID-19 zal het afstoten van niet-kernactiva veel bedrijven de mogelijkheid bieden tot het behouden en vergroten van waarde, op die manier kunnen ze hun portefeuilles opnieuw vormgeven om zo te herstellen en gedijen in een wereld na de crisis."

Hoewel uit de data blijkt dat iets meer dan zes van de tien deals (63%) uit H1 2020 ondermaats presteerden, betekent dit ook dat de resterende deals beter presteerden dan concurrenten die niet afstootten.

"We weten niet precies hoe de wereld er uitziet na de COVID-19-crisis, maar de huidige trends die de afstotingsactiviteiten drijven, kunnen mogelijk accelereren, met als gevolg dat veel organisaties binnenkort zonder de luxe van keuzemogelijkheden komen te zitten", aldus Gabe Langerak. “Er is duidelijk bewijs dat down-cycli unieke kansen kunnen bieden en M&A aan de verkoopzijde een effectief instrument kan zijn nu bedrijven de herstelfase van COVID-19 ingaan. De meest veerkrachtige en succesvolle bedrijven zijn die die in staat zijn om niet-kernactiva snel opnieuw te identificeren, die bereid zijn om op het juiste moment tot actie over te gaan, die discipline tonen en die zich richten op portfoliotransformatie."

Gerelateerde artikelen