‘Durfinvesteerders belangrijk voor Nederlandse ondernemingen’

Financiële investeerders blijven een belangrijke rol spelen voor Nederlandse ondernemingen. In de eerste zes maanden van dit jaar waren private equity partijen en venture capitalists goed voor 66 van de in totaal 236 fusies en overnames waarbij Nederlandse ondernemingen betrokken waren. Dat is bijna 30% van de transacties. Dit blijkt uit halfjaarlijks onderzoek van KPMG naar de fusie- en overnameactiviteiten in Nederland.

Deze durfkapitalisten investeerden bovendien vooral om het overgenomen bedrijf verder te helpen. In het eerste halfjaar van 2015 ging het bij 43% van de transacties om een ‘entry’, waarbij een financiële investeerder voor het eerst een belang verkrijgt in een onderneming. In 30% van de transacties was sprake van het verkopen van een bedrijf of ervan door een durfinvesteerder aan een andere onderneming vanuit een strategisch oogpunt. Bij de overige transacties – 27% – was sprake van een ‘secondary’. Hierbij werd een onderneming door een financiële investeerder doorverkocht aan een andere financiële investeerder. ‘Financiële investeerders zijn in het afgelopen halfjaar dus duidelijk ‘netto investeerders’ gebleken’, constateert Danny Bosker, partner bij KPMG Corporate Finance. Bosker: ‘Per saldo investeerden zij in meer ondernemingen dan dat zij bedrijven of delen ervan verkochten.’
 
Slechte naam private equity niet terecht

Van de ‘entry’-overnames waren vooral Nederlandse bedrijven in trek. Bosker: ‘Van de bedrijven die werden overgenomen door financiële investeerders had ruim 80% de Nederlandse nationaliteit. Dat bij deze ‘entries’ vooral Nederlandse ondernemingen het doelwit waren, is een bewijs dat Nederland een uitstekende voedingsbodem vormt voor innovatieve bedrijven en beschikt over een aantrekkelijk ondernemingsklimaat.  Bij dit soort overnames heeft de durfkapitalist in het algemeen het doel voor ogen om het overgenomen bedrijf verder te helpen, door een transitie heen te loodsen of bij te staan om de volgende (versnelde) groeifase te bereiken. Wanneer het bedrijf grotendeels door deze fase heen is, wordt het vaak weer verkocht waarbij in de helft van de gevallen de koper een buitenlandse strategische partij is. De negatieve geluiden over durfinvesteerders die nog wel eens de ronde doen, zijn in mijn ogen dan ook in het algemeen niet terecht en vaak gebaseerd op specifieke situaties. Zoals het plotseling wegvallen van de marktvraag door de opkomst van nieuwe concurrenten met een zeer disruptief businessmodel of niet voorziene veranderende wet- en regelgeving.’
 
Minder transacties met Nederlandse ondernemingen

In totaal werden in het eerste halfjaar van 2015 bijna 240 transacties geregistreerd met Nederlandse bedrijven als koper of verkoper. Dat is ruim 20% minder dan de 300 deals die in het tweede halfjaar van 2014 werden gesloten. Bij ruim 70% van de deals – 170 transacties – was sprake van een strategische overname tussen twee ondernemingen. Bij 27% van de strategische overnames waren zowel de koper als de verkoper Nederlands. Bij 36% van de deals ging het om een overname door een Nederlandse onderneming van een buitenlands bedrijf en 37% van de transacties had betrekking op een overname van  een Nederlandse onderneming door een buitenlands bedrijf.
 
Ruimte voor fusies en overnames

Ondanks de voortdurende onzekerheid in de markt als gevolg van de recente ontwikkelingen op de Chinese aandelenbeurs, de onrust over het rentebesluit van de FED en de potentiele verdeeldheid binnen Europe als gevolg van o.a. de vluchtelingenproblematiek, verwacht Bosker dat het aantal fusies en overnames de komende periode wereldwijd onverminderd groot zal blijven. Bosker: ‘Als we kijken naar de geprognosticeerde koers-winst verhoudingen bij de grootste ondernemingen in de wereld dan zien we  een verwachte stijging. Ook het vermogen om een transactie te financieren zal in deze periode toenemen. Veel bedrijven hebben hun schuldposities aanzienlijk weten te verkleinen en zien hun financiële armslag steeds verder toenemen.’

Gerelateerde artikelen