“Deals are cooking” in Zuid-Afrika

“Er staan momenteel meerdere fusie en overname deals op de tafel,” zegt Business Day columnist David Gleason, die ook het driemaandelijkse M&A magazine DealMakers uitgeeft. Hij zegt over die deals dat er “aan gewerkt en over gediscussieerd” wordt, maar dat ze “nu in een potje op het vuur staan” vanwege de politieke onzekerheid in Zuid-Afrika. “We moeten eerst door de verkiezingen heen komen en zien wat voor soort kabinet we zullen krijgen. Als het een ploeg redelijke mensen is, dan zal dat een hoop energie losmaken voor de economie.”
Met meer dan twintig jaar ervaring als business journalist in Zuid-Afrika met een bijzonder interesse in fusies en overnames heeft Gleason een sterke positie om de huidige dynamiek van de Zuid-Afrikaanse economie te beoordelen. “Er zit de laatste tijd weinig energie in M&A,” zegt hij. “Vorderingen zijn traag en zowel de waarde als het volume van deals valt tegen.” Dat betekent niet dat de zakenwereld een tekort aan investeringskapitaal heeft, zegt Gleason. “Er zit een hoop geld in het bedrijfsleven, maar het wordt op het moment niet uitgegeven.”
 
Gleason zegt dat buitenlandse investeerders en marktvolgers moeten begrijpen dat politiek een veel grotere rol speelt in de Zuid-Afrikaanse zakenwereld dan in, bijvoorbeeld, Europa. “Ik denk dat de reden voor het gebrek aan uitgaven de onzekerheid over de economische richting van het land is. Er komen verkiezingen aan en het bedrijfsleven zit op hun handen te wachten om te zien wat er gebeurt. We waren ooit de poort tot Afrika, maar die hebben we al versperd. We worden ingehaald door landen als Kenia, Rwanda en Nigeria.” 
Er lijkt een aanzienlijke fractie binnen de regerende partij (de ANC) te zijn die de voorkeur heeft voor een grotere rol van de staat in de economie. Sommige fractieleden overwegen manieren voor de nationalisatie van privéondernemingen. Vakbonden zijn ook invloedrijk en de samenstelling van de huidige regering –“met wel tien communistische ministers”- baart Gleason zorgen. “Politici moeten zich realiseren dat er een aanzienlijke afhankelijkheid van vrije ondernemingen is voor belastinginkomsten. Ik zou zo graag willen dat ze dat inzien. Voormalig president Thabo Mbeki heeft al eens voorspeld dat er op een dag een splitsing zou ontstaan in de alliantie tussen de ANC, de communistische partij en de vakbonden. Het kan niet snel genoeg gebeuren, maar ik denk dat het nog even op zich laat wachten.”
Het stagneren van de Zuid-Afrikaanse economie en de ‘bemoeienis’ door politici is een bedreiging van het land, zegt Gleason. “Als je hier woont, raak je eraan gewend. Het is als het verhaal over de kikker die comfortabel in een pan heet water zit, zelfs wanneer deze langzaam wordt opgewarmd. De temperatuur neemt langzaam toe en de kikker denkt steeds dat het normaal is, tot hij op het punt staat te sterven en het al te laat is. Dit is wat er ook gebeurt in samenlevingen, niet alleen in Zuid-Afrika. Nog een voorbeeld: we zijn zo afgestompt door de hoge criminaliteitscijfers dat het niet eens meer de kranten haalt. Er wordt nauwelijks over geschreven.” 
Toch kan de Zuid-Afrikaanse economie nog bijdraaien, zegt Gleason. “Ik kan de volgende vijf jaar niet voorspellen, die zijn erg onzeker. We hebben een Nationaal Ontwikkelingsplan, dat best goed is, en er zijn gesprekken over investeringen in infrastructuur. Het lijkt te zijn aangenomen, ondanks felle tegenstand van de vakbondenvereniging Cosatu en in mindere mate van de communistische partij SACP. Het is belangrijk om het infrastructuur groeiplan zo snel mogelijk in werking te zetten. Er is recent een groot contract toegekend door de Passenger Rail Agency of South Africa (PRASA), het grootste contract ooit gegeven aan Alstom. Dat zijn goede ontwikkelingen, al wordt de eerste bestelling locomotieven gemaakt in Brazilië. Het is natuurlijk cruciaal dat ze zo snel mogelijk hier een fabriek lopend krijgen.”
Gleason zegt dat de onvoorspelbaarheid van de Zuid-Afrikaanse zakenwereld het “behoorlijk spannend” maakt, voor een journalist om te volgen. “Bijvoorbeeld onderwerpen als de Broad-based Black Economic Empowerment, B-BBEE (het beleid voor de op breed vlak economische positie versterking voor zwarte Zuid-Afrikanen) –sommige bedrijven maken er een zooitje van, anderen een succes. Over het algemeen wordt Zuid-Afrikaanse business geleid door aanpasbaar, zeer intelligent leiderschap. Directies vinden vaak oplossingen die je nergens anders tegen komt.”
B-BBEE is nu al een tijd een ergernis van Gleason en hij bekritiseert het beleid vaak in zijn columns. “Zaken doen is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, in dit land zonder B-BBEE accreditatie. Dat houdt niet alleen verband met het eigendom, maar ook met het hebben van zwarte mensen in hoge posities. Het beleid is nu al meer dan decennium in werking en het zal waarschijnlijk nog tien jaar duren voor we er enig resultaat van zien.”
B-BBEE is bedoelt om de onrechtvaardigheden van het verleden recht te zetten, toen zwarte Zuid-Afrikanen buiten de algemene economie werden gehouden. “Het is heel belangrijk om de meerderheid van de Zuid-Afrikanen in de economie en het zakenleven te betrekken, maar de vraag is hoe,” zegt Gleason. “Ik ben er niet zeker van dat een B-BBEE beleid waarbij eigenaren een deel van hun aandelen moeten opgeven het antwoord is. We proberen zwarte mensen, die er anders niet gekomen, waren in top management posities te dwingen. Succesvolle zwarte ondernemers zoals Herman Mashaba, die nu voorzitter is van de Free Market Foundation, zouden het overal halen onder welke omstandigheden dan ook. Zij hebben geen B-BBEE nodig.”
Gleason is niet alleen maar pesimistisch. Hij looft bijvoorbeeld de kwaliteit van de South African Chartered Accountants (Zuid-Afrikaanse registeraccountants). “Onze registeraccountants ondervinden dat ze bijna overal ter wereld geaccepteerd worden. Zij maken een deel uit van een zeer degelijk gemeenschap en de examens zijn moeilijk.” Dat heeft ook effect op de soliditeit van lokale ondernemingen, zegt Gleason. “Er bestaat geen twijfel dat succesvolle bedrijven die ondernemingen zijn met een sterke cultuur, meestal aangestuurd door een goede CEO met een goede CFO achter hem of haar. De rol van financieel directeur valt op, meestal op de achtergrond, als degene die beoordeelt welke ondernemingen goed en welke onzinnig zijn.”
Tijdens deze nationaal onzekere tijden kijken veel CFO’s en hun directie teams naar groeimogelijkheden elders op het continent. Al is ‘Afrika’ een buzzword op dit moment, Gleason waarschuwt om voorzichtig te zijn met optimisme. “Er zijn eigenlijk geen grote mogelijkheden in Afrika. Er moet nu en dan een grote dam worden gebouwd of een transport onderneming worden opgezet. Maar er zijn niet veel landen in Afrika in het blikveld van bedrijven uit de FTSE 100 Index. Het formaat van deals is vrij klein en er is een hoop gecompliceerde, verschillende wet- en regelgeving tussen de landen.”
David Gleason is columnist van zakenkrant Business Day en uitgever van M&A magazine DealMakers in Zuid-Afrika
 
Dit artikel verscheen eerder op CFO.co.sa, de site van de CFO Community van Alex van Groningen in Zuid-Afrika.
 

Gerelateerde artikelen