De overname paradox

Laatst gewijzigd: 20 juli 2023 10:01
Fusies en overnames (M&A) zijn big business. Wereldwijd werden er 289,254 publieke deals aangekondigd en afgerond in de eerste tien jaar van de 21e eeuw, met een gezamenlijke waarde van $18,721,100,000,000 ( $18.72 miljard). Op de piek van de laatste fusiegolf “benaderde de waarde van fusies en overnames gemiddeld $10 miljard per dag" (The Economist, 8 April 2006). De kosten waren zo hoog dat, in feite, in 2010 drie maal het bruto nationaal product (BNP) van China was uitgegeven aan fusies, overnames en bedrijfsherstructureringen.
Tot zo ver niks aan de hand. Er wordt gedacht dat fusies zorgen voor: (1) kosten synergie, omdat personeelskosten dalen en administratie- en productie kosten worden gestroomlijnd; (2) marktkracht synergie, de daling van het niveau van concurrentie maakt het mogelijk dat kapitaal verplaatst van de klanten en toeleveranciers van het bedrijf naar haar aandeelhouders; (3) financiële synergie, omdat een fusie een bedrijf oplevert met een verlaagt belastingprofiel; en (4) bereik en schaal synergie, omdat een bedrijf de mogelijkheid aangrijpt om zich uit te breiden naar nieuwe producten en regio’s. Het toegenomen aantal fusies en overnames, en de toenemende frequentie waarmee fusiegolven plaatsvinden, is zeer welkom. Fusies, vertellen consultants ons, zorgen voor efficiëntere bedrijven. 
Figuur 1 – Publieke Overnames per Jaar – 1894-2012. Grijze gebieden illustreren fusiegolven 
 
Academici zijn minder overtuigt van fusies en overnames. Meer dan 100 jaar van academische onderzoek suggereert dat de gemiddelde impact van een fusie op de prestaties van het overnemende bedrijf in het beste geval geen aantoonbaar effect heeft  en in het ergste geval "systematische schadelijk" is.  Sommige studies tonen aan dat de gecombineerde gemiddelde baten voor het bedrijf positief zijn, maar niet veel. De "overtuigende meerderheid", echter, vindt dat "M&A activiteiten niet positief bijdragen aan de prestaties van het overnemende bedrijf" (King et al., 2004), noch aan de winstgevendheid. Een consensus van 
schattingen suggereert zelfs dat tot wel 65-85% van de fusies waarde vernietigen. 
 
Er is nog hoop 
In een onderzoek van 4,136 VS fusies, afgesloten in de periode 1998 tot 2001, rapporteren professors Moeller, Schlingemann en Stulz dat voor elke dollar uitgegeven aan fusies, aandeelhouders ten minste 12 cent verloren. Bij de grootste van de 87 deals, waar de waarde van de deals hoger was dan $1 miljard, steeg dit zelfs tot een verlies van $2,31 voor elke geïnvesteerde dollar. De auteurs concluderen dat "aandeelhouders beter af waren als het management hun geld simpelweg in brand had gestoken".  Andere academici, in acht nemend dat de aandeelhouders van het doelwit meestal degene zijn die financieel voordeel uit een fusie halen, suggereerden dat het aangaan van een deal, in deze tijd, niks minder dan "irrationeel" en "oneconomisch" is (McCarthy, 2011). Als 65-85% van de fusies mislukken, dan slagen er 25-15% echter. Dus er is nog hoop. 
In deze serie verkennen wij enkele factoren, bekend bij academici, om succes te voorspellen en te waarschuwen voor mislukkingen. Ons doel hiermee is om M&A professionals te helpen met het internaliseren van enkele conclusies, die standaard en vanzelfsprekend zijn voor objectieve academici die grote aantallen gegevens en voorbeelden van fusies en overnames hebben bekeken, in de hoop dat betere deals kunnen worden afgesloten in de toekomst. 
In het volgende artikel gaan wij dieper in op de Nederlandse ervaring van ’M&As, met een steekproef van 15,088 fusies, afgesloten in de periode januari 1980 tot juli 2013, en kijken we vooral naar internationale overeenkomsten. 
 
Over de auteur
Killian McCarthy is assistant professor bij de University of Groningen. Hij behaalde zijn PhD in economics of corporate strategy in 2011 voor zijn onderzoek over overnameprestaties. in dit onderzoek evalueerde Killian de prestatie van 35,000+ deals in Europe, Noord-Amerika en Azië in de periode 1990-2010.
Referenties: 
King, D. R., Dalton, D. R., Daily, C. M. and Covin, J. G. (2004), Meta-analyses of post-acquisition performance: indications of unidentified moderators. Strat. Mgmt. J., 25: 187–200. 
McCarthy, K.J., (2011), Understanding success and failure in mergers and acquisitions : questing for the Holy Grail of economics, finance, and strategic management, University of Groningen, Faculty of Economics and Business
Moeller, S. B., Schlingemann, F. P. and Stulz, R. M. (2005), Wealth Destruction on a Massive Scale? A Study of Acquiring-Firm Returns in the Recent Merger Wave. The Journal of Finance, 60: 757–782.
Gerelateerde artikelen