Caveat voor bestuurders
Laatst gewijzigd: 25 september 2023 12:10
Aansprakelijkheid van een vennootschap leidt doorgaans niet direct ook tot aansprakelijkheid van de bestuurder zelf. Daarvan is alleen sprake in specifieke situaties.
Door Johan Kleyn, advocaat/partner bij Allen & Overy
In het algemeen mag alleen dan worden aangenomen dat de bestuurder jegens de schuldeiser van de vennootschap onrechtmatig heeft gehandeld wanneer hem, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in artikel 2:9 BW, persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. De Hoge Raad heeft op 23 november 2012 een arrest gewezen waarin de maatstaf van een ‘ernstig verwijt’ voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder is losgelaten. Volgens de Hoge Raad kan een bestuurder ook aansprakelijk zijn vanwege de schending van een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting. In dat geval gelden de gewone regels van onrechtmatige daad, waardoor de aansprakelijkheid van de bestuurder eerder kan worden aangenomen. Naast ernstig verwijtbaar handelen moet een bestuurder derhalve ook waken voor anderszins onrechtmatig handelen. Wanneer onrechtmatige daad zich voordoet, kan de gedupeerde partij schadevergoeding vorderen gebaseerd op het onrechtmatig handelen van de bestuurder.
In onderhavig arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een bestuurder persoonlijk onrechtmatig handelt wanneer deze een ‘op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting’ heeft geschonden. Het ging hierbij om een Nederlands bedrijf dat als intermediair optrad bij de aankoop van woningen in Spanje. Enkele kopers van nieuwbouwwoningen aan de Costa Blanca bleken niet juist en volledig te zijn geïnformeerd over het risico op de sloop van de woningen wegens het ontbreken van bouwvergunningen. Volgens de Hoge Raad rustte er op de bestuurder van de intermediair een zorgvuldigheidsverplichting om deze kopers adequaat te informeren en te waarschuwen. In zo’n situatie geldt dus niet de strenge maatstaf van een ‘voldoende ernstig persoonlijk verwijt’.
De Hoge Raad voegt hieraan toe dat dit ook geldt in een geval als het onderhavige waarin de onrechtmatige gedragingen van de bestuurder in het maatschappelijk verkeer (tevens) als gedragingen van de vennootschap kunnen worden aangemerkt, zodat ook de uit eigen hoofde op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk kan worden gehouden.
De Hoge Raad oordeelt derhalve dat een bestuurder naast de vennootschap aansprakelijk kan zijn voor onrechtmatig handelen van de vennootschap indien hem ter zake van het onrechtmatig handelen van de vennootschap ernstig verwijt kan worden gemaakt op de grond dat hij dat handelen in verband met de kenbare belangen van de benadeelde had behoren te voorkomen.
Voor een bestuurder is het vaak moeilijk om te beoordelen of een norm zich rechtstreeks tot de vennootschap richt of (mede) tot hemzelf. De gevolgen daarvan kunnen echter groot zijn, zo blijkt uit het arrest. Het risico op bestuurdersaansprakelijkheid is hierdoor toegenomen. Voor bestuurders kan sinds de invoering van de Flex-bv een verhoogd risico op aansprakelijkheid wegens onrechtmatige winstuitkeringen gelden. Het leven van de bestuurder wordt er niet eenvoudiger op.