“Buitenlandse partijen reageren veel sneller”

Laatst gewijzigd: 20 juli 2023 12:39
Gouden tijden lonken voor Main Capital Partners. De groeiende software-industrie geeft de Haagse investeringsmaatschappij de ruimte een nieuw investeringsfonds op te tuigen. M&A Magazine zocht Managing Partner Charly Zwemstra op in de hofstad.

De investeringsactiviteiten van Main Capital richten zich sinds de oprichting in 2003 op de Software as a Service-(SaaS-)sector. Dat segment laat jaarlijks een spectaculaire groei van twintig procent zien. Door de jaren is het private-equityhuis steeds meer een semi-strategische investeerder geworden. Wanneer Main in een onderneming stapt, geldt winstgevendheid als ultieme voorwaarde. Gemiddeld liggen waarderingen bij exits – het moment dat een investeerder uit een onderneming stapt – tussen de 50 en 100 miljoen euro.

Waar komt uw voorliefde voor softwarebedrijven vandaan?
“Ik ben begin jaren ‘90 begonnen bij de participatiedochter van de Nationale Investeringsbank, nu NIBC, als meest junior medewerker. Tussen alle senior-investeerders – die voornamelijk geld staken in traditionele industrieën en machinebedrijven – stelde ik met jeugdige overmoed voor om meer te investeren in innovatieve ondernemingen. In softwarebedrijven ging indertijd zoveel geld om dat het verantwoordelijke Investment Committee me steunde. Mijn eerste deal was Topsystems, een softwaretoolsbedrijf uit Naarden – toen hypermodern. Een jaar later is dat bedrijf voor een veelvoud van de aankoopsom verkocht.Daarna mocht ik aan een team bouwen. Een paar jaar later kwam de helft van de winst van de gehele bank uit deze participatiepoot en meer dan de helft daarvan uit technologie-exits, afkomstig uit mijn team. Door de sterke focus op softwarebedrijven kregen we meer kennis van de dynamiek van softwarebedrijven. Later werd ik verantwoordelijk bij AlpInvest voor software-investeringen wereldwijd. De afgelopen 25 jaar ben ik alleen met softwarebedrijven bezig geweest en heb ook zitting genomen in meer dan 40 ondernemingen als adviseur of lid van de Raad van Commissarissen (RvC). Bij Main Capital de laatste jaren als voorzitter van een aantal RvC’s bij bedrijven, als Roxit Groep en OBI4wan in Nederland en het Duitse b+m Informatik.”

Is de Nederlandse softwaremarkt niet verzadigd?
“Zeker niet. De Nederlandse markt is nog steeds aantrekkelijk met zo’n 1.500 interessante ondernemingen. Bovendien ligt Nederland ver voor op Duitsland qua innovatie van businessmodellen. Grotendeels door het Angelsaksische model (o.a. minder regelgeving, meer vrijheid) dat overgewaaid is vanuit de Verenigde Staten. We kunnen bedrijven bij de hand nemen, dat maakt ons een gewilde gesprekspartner. De dealflow in Duitsland is wel een stuk groter. Kijken we in Nederland naar twee mogelijke deals, bij onze oosterburen zien we er vijf. Nederland blijft niet alleen interessant vanwege de overnames; ook veranderprocessen als bedrijfsopvolging, wisseling van management of verkoop van een onderdeel maken het een uitdagende markt.”

De aankondiging van investeringsfonds 5 werd al gedaan. Is het geld uit de vorige pot al op?
“We zijn momenteel (halverwege januari) over de helft van de 85 miljoen euro, en kijken naar een groot aantal deals in Nederland en Duitsland. De verwachting is dat we in april over de 70 procent gaan, dat is het moment om formeel weer de markt op te gaan. Bij de fundraising van Main 4 hebben we veel investeerders moeten teleurstellen. Dat fonds is binnen anderhalf à twee jaar geïnvesteerd, twee keer zo snel als gangbaar in private equity. De geïnteresseerde investeerders zijn ons blijven volgen, dat zijn Duitse, Franse, Amerikaanse en Canadese Limited Partners (LP’s) die tot de wereldtop behoren en ons bij wijze van kunnen overnemen. In Main 5 (inleg bedraagt 225 miljoen euro) worden grote dealtickets uitgeschreven, waardoor ik al snel kon melden dat het fonds voor april al overtekend is. Bestaande funders vullen naar verwachting de eerste 100-110 miljoen euro en nieuwe partijen zullen volgen met tickets van 20 miljoen of meer.”


Charly Zwemstra: "Ik ga liever met knowledgeable buitenlandse partijen aan de slag"

Hoe verklaart u het grote aandeel van buitenlandse LP’s in het nieuwe softwarefonds?
“Buitenlanders reageren veel sneller. De Nederlandse institutionele wereld is wat slaperig, en zoekt ons niet op. Er is wel een grote Nederlandse verzekeringsgroep die mee wilde doen, maar daar gaan wij niet op wachten. Ik ga liever met knowledgeable buitenlandse partijen aan de slag, die vaak voor grotere bedragen meedoen in private equity dan Nederlandse institutionele beleggers. Zij weten precies wat Main Capital Partners aan het doen is en hebben veel vertrouwen in ons. Dat is ook logisch, wij zijn al langer dan tien jaar bezig. Onze exit-multiple is gemiddeld vijf keer en dat laat niemand in Europa zien, daarom komen grote buitenlandse investeerders naar ons toe.”

Wat moet de Nederlandse private-equitysector doen om uit de slaapmodus te komen?
“Het wordt hoog tijd voor private equity om te laten zien dat er specialistische firma’s zijn. Daardoor creëer je onderscheidend vermogen. In de LP-wereld van investeerders en adviseurs is de naam algemeen geaccepteerd, maar in verschillende sectoren van de economie, onder meer bij ondernemers, geeft het vaak een negatief beeld. Ondanks prima initiatieven vanuit de [private-equity]sector, gaat dat niet zomaar weg. Private equity is een vakterm, tegen een ondernemer kun je beter spreken van een investeerder voor een bedrijf. Europawijd laat private equity bedrijven floreren, die goede verhalen moeten in de krant komen. Daarbij kunnen de media als partner een grote rol spelen.”

Heeft u nog wel plek voor oude bekenden in fonds 5?
“Ja, zeker, hoewel we zien dat er meer institutioneel geld (van onder meer vermogensbeheerders) instroomt. Er zijn niet zoveel informals (investeerders met eigen geld) die een ticket van 40 miljoen kunnen ophoesten. We hebben in feite aan drie nieuwe institutionele partijen genoeg om ons target van 200 miljoen te halen. De rest van de funding komt van andere investeerders. We zijn echter met meer dan drie grote partijen in gesprek. In Main 4 kwam twee derde van de funding uit het buitenland, in Main 3 was dat de helft. Het buitenlandse belang in het volgende fonds zal op zo’n 80 procent komen te liggen.”

Hoeveel bedrijven mogen in het volgende fonds op een kapitaalinjectie rekenen en welke strategie zit daarachter?
“Bij Main 4 zullen dat negen formal investments zijn. Naast het genereren van autonome groei, worden deze portefeuillebedrijven geacht overnames te doen. Main 5 zal tussen de tien en twaalf ondernemingen gaan dragen, iets grotere deals (voornamelijk in Duitsland) doen en meer richten op buy & build. Groeien door acquisities werkt ook uitstekend cross-border: OBI4wan, dat door social-mediamonitoring data genereert met relevante informatie, werkt in een enorme groeimarkt. We kijken daarom zowel in Nederland als over de grens naar potentiële add-ons (overname-onderdelen) in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Dat is een enorme opportunity. Het ultieme doel is om de meest gedifferentieerde investeringspartij van Noordwest-Europa te worden. Als semi-strategische investeerder zijn we goed op weg door de focus op tech-buyouts (verkrijgen van aandelen en controle)en meerderheidsbelangen in snelgroeiende softwarebedrijven.”  

Buy & build-strijdplan
Maandelijks komen het management van portefeuillebedrijven en Main samen met een lijst van over te nemen kandidaten. Dit buy & build-strijdplan werpt zijn vruchten af. In december vorig jaar nam OnGuard – sinds begin 2015 in de investeringsportefeuille – branchegenoot CreditTools over. Daarmee is een Europese speler van gewicht op het gebied van SaaS-creditmanagement gecreëerd. Begin dit jaar kocht Main ook PSSM via het in 2015 verworven ICT-bedrijf Roxit. De softwareportefeuille voor overheden verder werd zo uitgebreid.

Dit interview is verschenen in M&A Magazine Q1. Wilt u het magazine ontvangen? Word lid! 

Gerelateerde artikelen