Bestuurder, onderzoek de pre-pack mogelijkheden

Laatst gewijzigd: 20 juli 2023 12:17
Hoewel overnames van bedrijven in financiƫle moeilijkheden steeds vaker gestructureerd worden als een pre-pack, worden deze zogeheten flitsfaillissementen in toenemende mate bekritiseerd - door de media, vakbonden en door schuldeisers die zich benadeeld voelen. Zo lagen Schoenenreus en Neckermann vanwege hun pre-pack transacties onder vuur en heeft FNV in januari zelfs de partij die een groot deel van kinderopvangbedrijf Estro doorstartte gedagvaard inzake de pre-pack van juli 2014.
Maar in alle ophef wordt vaak uit het oog verloren dat, waar de voorbereiding van een pre-pack een bewuste keuze is, het faillissement en bijbehorend waardeverlies dat niet is. Zeker nu uit onderzoek blijkt dat de boedel bij een pre-pack profiteert van een hogere opbrengst (volgens onderzoek van accountants- en adviesbureau BDO en de Radboud Universiteit  minimaal 10 procent), en uit faillissementsverslagen blijkt dat een pre-pack tot behoud van werkgelegenheid leidt, is de ophef over de pre-pack niet goed te begrijpen. Integendeel: bestuurders van een onderneming die op een faillissement afstevent, zijn het aan crediteuren en werknemers verplicht de mogelijkheden van een pre-pack serieus te onderzoeken.

Het bestuur van de vennootschap handelt in het belang van de onderneming en haar stakeholders: aandeelhouders, schuldeisers, werknemers en klanten. Wanneer een onderneming in financieel zwaar weer belandt, is het belang van de aandeelhouders vaak ondergeschikt: het vermogen van de vennootschap zal eerst moeten worden aangewend om de schulden te voldoen. Het bestuur zal zich in die situatie primair richten naar het belang van de schuldeisers en werknemers.
Faillissement onafwendbaar
Iedere verstandige bestuurder doet er alles aan om een faillissement te voorkomen. Maar er komt een moment dat een faillissement onafwendbaar wordt. Zodra de vennootschap niet meer in staat is  de rekeningen te betalen en aandeelhouders en financiers niet meer bereid of in staat zijn extra geld ter beschikking te stellen, weet het bestuur : "Op korte termijn is het geld op en rest niets anders dan het faillissement aanvragen." 
Zo`n bestuur weet dan ook dat het zonder gedegen voorbereiding maar zeer de vraag is wat er na het faillissement gebeurt. Meestal kan de curator activa verkopen, maar alleen tegen forse kortingen. Als de onderneming nog in afgeslankte vorm levensvatbaar is, zal het grote moeite kosten die levensvatbaarheid te behouden en tijdig een koper te vinden. Hoe langer de onzekerheid duurt, hoe meer klanten en leveranciers zullen weglopen en hoe kleiner de kans op een succesvolle doorstart wordt. Om zo snel mogelijk nog iets van de onderneming te redden, worden in transacties met curatoren meestal afbraakprijzen betaald. Oftewel: ook de schuldeisers, voor wie de opbrengst is bestemd, hebben het nakijken.
Iedereen met M&A-ervaring weet dat een grondige voorbereiding een cruciale factor is voor een succesvolle verkoop van een bedrijf. Dat geldt des te meer bij de verkoop van een bedrijf in financiële problemen. Een bestuur dat afstevent op zo`n situatie handelt verwijtbaar indien het niet probeert de nadelige gevolgen van het zekere faillissement, in het belang van schuldeisers en werknemers, te mitigeren. De mogelijkheid van een pre-pack, oftewel een in stilte voorbereide verkoop van de onderneming, dient onzes inziens daarom altijd serieus onderzocht te worden. 
Leo Groothuis en Barbara Rumora-Scheltema zijn partner bij NautaDutilh in Amsterdam; zij waren bij diverse pre-pack transacties betrokken, waaronder Schoenenreus en Estro.
 
Foto’s: Leo Groothuis (linksboven) en Barbara Rumora-Scheltema (rechtsmidden). Bron: NautaDutilh
Gerelateerde artikelen