CVC naar de AEX: kroniek van een aangekondigde beursgang
Dat CVC naar de beurs wilde gaan, was al jaren bekend. Gisteren werd bekend dat het eindelijk zo ver is. Wat zijn de motieven van de private-equityfirma om een notering aan te vragen? “De koersen zijn in het afgelopen jaar 50 tot 100 procent gestegen. Logisch dat ze willen cashen.”
CVC heeft de afgelopen jaren een spelletje ‘Doet ie het of doet ie het niet?’ gespeeld met beleggers. In mei 2022 deed ie het niet: enkele maanden nadat bekend was geworden dat de private-equityfirma van plan was een notering aan de Amsterdamse effectenbeurs aan te vragen, blies het bedrijf de beursgang af wegens ‘onrust op de financiële markten’.
In november vorig jaar – kort na het uitbreken van de oorlog in Gaza – deed ie het weer niet: CVC zou de stemming op de markten te ongunstig vinden om naar de beurs te gaan.
Nu doet ie het wel: gisteren maakte CVC bekend dat het binnen enkele weken alsnog naar de beurs wil gaan. Of liever gezegd: tien tot vijftien procent van het bedrijf, waarmee het denkt rond de 1,25 miljard euro te kunnen ophalen.
Daarmee zou CVC (geïnvesteerd vermogen 186 miljard) rond de vijftien miljard waard zijn. De beursgang wordt geleid door Goldman Sachs, JPMorgan en Morgan Stanley. ING en ABN AMRO hebben een ondersteunende rol bij de verkoop van de aandelen.
Met deze IPO sluit CVC zich aan bij andere private-equityfirma’s die in de afgelopen jaren de beurs hebben opgezocht., zoals KKR, 3i, Blackstone (alle drie in 2007), EQT (2019) en Bridgepoint (2021).
Mocht de beursintroductie van CVC een succes worden, is de kans groot dat een hele reeks IPO’s van private-equityfirma’s volgen. Genoemd worden onder andere Ardian en General Atlantic.
De motieven om naar de beurs te gaan als private-equityfirma lopen uiteen. Twee springen er uit.
Liquide aandelen
In de eerste plaats betekent een beursgang dat de aandelen makkelijker verhandelbaar worden. Het biedt de partners en andere aandeelhouders van private-equityfirma’s dus meer mogelijkheden om waarde te gelde te maken.
“De aandelenkoersen van de meeste publieke private-equitybedrijven het afgelopen jaar met vijftig tot honderd procent gestegen, dus het is begrijpelijk waarom sommige partners van CVC op dit gunstige moment willen cashen”, zegt Nicolas Moura, EMEA Private Capital Analyst van marktonderzoekbureau PitchBook.
Moura doelt op oudgedienden zoals Steve Koltes en Donald Mackenzie die CVC in 1990 mede oprichtten, al zullen die enkele jaren moeten wachten voordat ze aandelen kunnen verzilveren. Andere aandeelhouders, zoals de Hong Kong Monetary Authority, de Kuwait Investment Authority en het Singaporese GIC, kunnen hun belang wel al te gelde maken bij een beursgang. Of juist hun belang uitbreiden, zoals Blue Owl (aandeelhouder sinds 2021) van plan is, volgens de Financial Times.
Met makkelijk verhandelbare, ‘liquide’ aandelen wordt het ook eenvoudiger om deze te gebruiken als instrument om het personeel aan zich te binden. Momenteel hebben 174 van de 1154 werknemers van CVC aandelen in het bedrijf, dat zou in de toekomst omhoog kunnen.
Nieuwe overnames
In de tweede plaats wordt het makkelijker om geld aan te trekken via de beurs, bijvoorbeeld om nieuwe overnames te doen. Dat is voor CVC in toenemende mate aantrekkelijk omdat het bedrijf verbreding van z’n activiteiten nastreeft.
CVC is in de afgelopen decennia groot geworden met de aankoop van veelal kwakkelende bedrijven die het oplapte en doorverkocht met aanzienlijke winst (25 procent is het streefpercentage).
Zo kocht CVC – opgericht in 1981 als Citicorp Venture Capital en via een buy-out in 1993 verzelfstandigd – in 2002 Halfords voor 665 miljoen euro, en bracht het de winkelketen twee jaar later voor 900 miljoen euro naar de beurs. Garageketen Kwikfit kwam in 2002 voor ruim 500 miljoen euro in handen van CVC; drie jaar later verkocht het dit bedrijf voor 1,2 miljard euro weer door. Buizenfabrikant Wavin, gekocht in 1999 en weer verkocht in 2006, leverde een winst van 700 miljoen euro op.
In 2002 nam CVC de ketens, waaronder Perry Sport, Hans Anders, Scapino en Prénatal, over van het moederbedrijf van V&D. Binnen vijf jaar werden alle ketens met winst weer verkocht. In 2011 volgde de verkoop van de C1000 aan Jumbo voor 900 miljoen, nog geen drie jaar nadat CVC het moederbedrijf Schuitema voor 750 miljoen had gekocht.
Uiteraard zijn niet alle ‘deals’ succesvol; zo lijdt CVC verlies op de investeringen in bedrijven als Van Ganzewinkel en VolkerWessels.
Toch weet CVC na de eeuwwisseling tot aan 2019 uit te groeien tot een reus met een bedrijvenportefeuille ter waarde van 75 miljard euro en 24 kantoren over de hele wereld. Volgens marktonderzoeker Preqin is CVC daarmee het zevende private-equity-huis ter wereld.
De diversificatie van private equity-firma’s
Tegen die tijd houden de grote private-equityfirma’s zich al lang niet meer uitsluitend bezig met het kopen en verkopen van bedrijven: “De grote private-equityfirma’s zijn complete assetmanagers geworden, waarbij de organisatie zelf ook waarde heeft”, zoals het Financieele Dagblad schrijft. Vooral twee activiteiten hebben aan populariteit gewonnen in de sector: kredietverlening en investeringen in infrastructuur.
Volgens de website van CVC heeft het nu al meer dan elf miljard euro uitstaan aan krediet. Het geld daarvoor heeft het grotendeels opgehaald via fondsen zoals de European Direct Lending Funds. Een beursnotering biedt de mogelijkheid om makkelijker geld op te halen. En om particuliere beleggers die normaliter geen toegang hebben tot private equity aan te trekken als financier.
Hetzelfde geldt voor de belangstelling die private equity de laatste jaren voor investeringen in infrastructuur aan de dag legt. Het beheerd vermogen in infrastructuurfondsen is in de afgelopen tien jaar bijna vervijfvoudigd tot 1,3 miljard dollar.
Veel private-equityfirma’s zetten eigen infrastructuurfondsen op, of nemen bestaande fondsen over. Zo ook CVC. Vorig jaar maakte het in september de overname van het Dutch Infrastructure Fund (DIF) bekend voor zeventien miljard euro.
De Financial Times denkt dat CVC de opbrengst van de beursgang zal gebruiken om die overname te financieren. En om alvast kapitaal aan te trekken om versneld te kunnen groeien via andere overnames.
“De sector is aan het consolideren”, constateert Rob Oudman, managing director van zakenbank Houlihan Lokey. “Door de beursgang van CVC zal die consolidatie zich versneld voortzetten. CVC kan hierdoor – net als concurrenten Blackrock en KKR – vaker branchegenoten overnemen.”
Geen goed alternatief
Al met al is het een goede keuze van CVC om naar de beurs te gaan gaan, zegt Oudman. “Zeker voor alle partijen die hun aandeel te gelde willen maken, maar niet willen dat het bedrijf aan een concurrerende private-equity partij verkocht wordt. Voor hen is er geen goed alternatief voor een beursgang.”
De timing is volgens hem ook goed. Het beursklimaat is beter dan pakweg een jaar geleden, nu rente verlagingen in de lucht hangen. En: “De financiële markten hebben de schokken na het uitbreken van de Oekraïne-oorlog verwerkt. De aanval van Iran op Israël heeft nog niet tot een escalatie van de situatie in het Midden-Oosten geleid.”
In theorie zou de beursgang nog opnieuw kunnen worden afgeblazen. Maar dat acht Oudman onwaarschijnlijk. “De ‘intention to float’ is duidelijk aanwezig. Een abrupt besluit om toch niet naar de beurs te gaan zou een enorm gezichtsverlies voor alle betrokken partijen zijn. Zeker de begeleidende banken: die zouden dan echt in hun hemd staan.”
Lees ook: Deze 10 buitenlandse investeerders doen de meeste deals in Nederland