Vermogensbelasting riskant voor start-ups en scale-ups

Financiering door investeerders valt ten prooi aan box 3.

De voorkeursvariant van het kabinet voor een nieuwe vermogensbelasting zal investeerders ervan weerhouden om geld te steken in startende en snelgroeiende bedrijven. Bovendien maakt die variant het lastiger voor deze bedrijven om talent te lokken met personeelsaandelen. 

Hiervoor waarschuwt belangenorganisatie Techleap.nl in een recent rapport dat is oppgesteld door Archipel TaxAdvice. Volgens Techleap zijn start-ups en scale-ups in innovatieve sectoren tot dusver ten onrechte veronachtzaamd in de discussie over een nieuwe heffing op sparen en beleggen in box 3 van de inkomstenbelasting. En dat terwijl de vormgeving van zo'n heffing voor hen van grote betekenis is, aldus Archipel TaxAdvice, 

De overheid is volop bezig om de politieke parameters van een nieuw ‘Box 3’ – de systematiek van belastingheffing over inkomen uit sparen en beleggen – vast te stellen. Box 3 duidt op de belasting op ‘inkomen uit sparen en beleggen’. Denk bijvoorbeeld aan kleinere investeringen, zoals aandelenpakketten van minder dan vijf procent.

Het huidige Box 3 is politiek en juridisch verouderd. De politiek wil niet langer dat er belasting wordt geheven over een fictief rendement op vermogen, maar juist over het reële rendement daarop. 

Archipel Tax Advice stelt dat deze keuze Nederland de kans biedt om in één keer een sprong te maken in het tech- en startupklimaat. Dat vereist alleen wel dat de overheid ook het startup-perspectief verwerkt in Box 3, volgens de tax-specialisten. Dat betekent dat er rekening wordt gehouden met bijzondere karakter van jonge, kapitaalintensieve bedrijven.

Grillige financiële dynamiek

Aandelen of investeringen in private snelgroeiende (tech)bedrijven vertonen een grillige financiële dynamiek. Een Box 3-systematiek die slechts is afgesteld op een veel meer courante asset class, kan het beloftevolle Nederlandse innovatieklimaat significante schade berokkenen, zo betoogt Archipel Taks Advice.

Startupinvesteringen zijn veelal niet-verhandelbaar en bijzonder volatiel. 65 procent van de startupinvesteringen levert minder dan éénmaal het geïnvesteerde bedrag op. Om te kunnen doorgroeien, van idee tot startup of van startup tot scale-up, hebben technologiebedrijven een stabiel ondernemingsklimaat nodig met een goede toegang tot extern kapitaal en talent.

Schadelijk voor start-ups en scale-ups

De keuze voor een vermogensaanwasbelasting op de jaarlijks gegroeide boekwinst, wat de voorkeur is van het kabinet, is volgens Archipel Tax Advice schadelijk voor start-ups en scale-ups. Er wordt namelijk belasting geheven op geld dat alleen in de boeken staat, maar waarvan niet zeker is dat het ooit werkelijk zal bestaan. 

Daarmee leidt een vermogensaanwasbelasting tot een cashflowrisico, dat toeneemt naarmate de ongerealiseerde winst dat doet, schrijven de belastingspecialisten. Bij een succesvolle investering die (nog) niet leidt tot cashflows, zoals dividenden of verkoopwinsten, moet de belastingafdracht uit andere middelen worden opgebracht. Die moet dan worden opgebracht door de financiers.

Geld van de founders is niet genoeg

De kans is groot dat investeerders dat risico niet willen nemen, zo waarschuwt Archipel Tax Advice. Startup- en techbedrijven zijn echter wel afhankelijk van deze informele of quasi- formele investeerders. Het eigen geld van de founders is doorgaans niet voldoende om de ontwikkelfase mee af te ronden en zeker niet om de commercialiseringsfase mee te financieren, waardoor er extern kapitaal nodig is. 

Banken stappen minder vaak in, omdat die doorgaans financiële historie vereisen die jonge bedrijven niet hebben. Ook formele investeerders, zoals PE-fondsen, stappen niet snel in. Zij maken bepaalde vaste kosten per investering die hoger uitvallen bij kleinere investeringen. Door (te) veel kleine investeringen te doen, vallen die kosten dermate hoog uit dat de fondsresultaten onaantrekkelijk worden voor investeerders. Dan blijft alleen nog de optie over van de start-up met een rijke founder die de fase succesvol doorloopt naar een voltooid product in de markt. Dat zijn er heel weinig.

De informele investeerder baseren hun participatie doorgaans op vooruitzichten en niet slechts op basis van financiële historie. Maar een investering in een start-up of scale-up wordt ook voor hen minder aantrekkelijk als ze belasting moeten betalen via Box 3, waar wellicht nooit inkomsten tegenover zullen staan.

Het liquiditeitsrisico is te groot

Omdat startupaandelen daarnaast veelal incourant zijn, is het liquiditeitsrisico voor de houders ervan des te groter. En dat risico wordt versterkt wanneer de belastingheffing over dat aandelenbezit gekoppeld is aan het waardeverloop, zoals het geval is bij een forfaitaire heffing- of een vermogensaanwasbelasting over een jaarlijks te herijken Waarde in het Economische Verkeer. 

Ook het aantrekken van talent loopt schade op als belasting wordt geheven op boekhoudwinst die nog niet werkelijk is gerealiseerd. Medewerkers worden vaak gedeeltelijk betaald met aandelen in het jonge bedrijf. Die beloningsvorm loopt gevaar als talenten worden geconfronteerd met belastingaanslagen uit Box 3, zonder dat daar reële inkomsten tegenover staan.

Daarmee beïnvloedt ‘Box 3’ de absolute en relatieve aantrekkelijkheid van zulke belangen, en dus de toegang tot kapitaal en talent. Volgens Archipel Tax Advice is het voor het doorgroeiklimaat noodzakelijk te kiezen voor een systeem dat fiscaal- en cashflowneutraal uitwerkt. Dus afrekenen op het moment dat de winsten gerealiseerd zijn. Een vermogenswinstbelasting is daarom het meest cashflow- en fiscaal-neutrale alternatief. 

Box 3-heffing op basis van een werkelijk rendement

Een Box 3-heffing op basis van een werkelijk rendement matigt de fiscale risico’s voor jonge bedrijven en investeerders. De vermogenswinstbelasting is beter uitvoerbaar omdat er minder waarderingsmomenten bij nodig zijn. 

Het afwegingskader bij het ontwerpen van een nieuwe Box 3-heffing is vollediger als een zo breed mogelijk spectrum aan vermogensvormen in ogenschouw wordt genomen, stelt het rapport van Techleap. Dus niet voornamelijk het bezit van vastgoed, spaargeld en courante aandelen of obligaties, maar ook het bezit van incourante aandelen in het MKB en in start- of scale-ups. 

Maar er moet meer gebeuren, zo luidt het advies. Als Nederland de toegang tot kapitaal en talent wil versterken en daarmee het innovatie- en doorgroeiklimaat wil verbeteren, kan de overheid van de gelegenheid gebruik maken om binnen Box 3 specifieke faciliteiten te treffen. Zoals een vrijstelling in Box 3 en/of een investeringsaftrek invoeren voor investering in ‘kwalificerende startups’, bijvoorbeeld naar het model van de SEIS en EIS-regelingen van het VK.

Lees ook: Venture capital financieringen in Nederland: down rounds en anti-verwateringsclausules
 

Gerelateerde artikelen