Hoe de relatie tussen banken en investeerders verandert
Drie belangrijkste takeaways
• Debanking: verschuiving financiële diensten van banken naar alternatieve partijen.
• Bankenlandschap in beweging door fintech en neobanks.
• Toenemende regeldruk blok aan been investeerders.
Op 23 maart 2023 ging er een schokgolf door de techwereld. De Silicon Valley Bank, huisbankier van gerenommeerde fondsen en scale-ups, ging failliet. De onverwacht stijgende rentes brachten de bank in grote problemen. Via de sociale media en instant messages verspreidde het gerucht dat de bank zou omvallen zich als een lopend vuurtje om zich heen. Investeerders en bedrijven vroegen massaal hun geld op en maakten zo het angstaanjagende gerucht werkelijkheid.
Gevolgen bankencrisis voor Nederland
Ook in Nederland waren de effecten van het SVB-failliet voelbaar. Prins Constantijn verscheen in de landelijke media om de markt gerust te stellen in zijn rol als boegbeeld van de Nederlandse venturesector. Er was in Nederland geen kans op een herhaling van het SVB-scenario, stelde de startup envoy, aangezien de meeste Nederlandse bedrijven en fondsen in zijn sector zakendoen met grote algemene banken, niet met gespecialiseerde partijen die door hun nauwe specialisatie en het daarmee samenhangende risico van gebrek aan diversificering. Bovendien was Silicon Valley Bank gewoon slecht bestuurd en was het dus niet persé relevant dat het een in venture capital gespecialiseerde bank was.
De feiten lijken dit te bevestigen. Gegevens over de branche van Techleap.nl en de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen bevestigt het beeld dat de meeste fondsen in Nederland gewoon bankieren bij grote, brede banken. Dat gezegd hebbende is het wel een goed moment om eens de relatie tussen start- en scaleups en de venture capital en private equity-fondsen die deze bedrijven financieren en banken onder de loep te nemen.
Bovendien was het falen van de SVB geen kwestie van een soort systeemprobleem, maar vooral een kwestie van slecht bankieren. De SVB had een zeer slecht gediversifieerd portfolio die niet bestand was tegen een lichte renteverhoging en er was wel meer mis; zo had SVB gedurende negen maanden van 2022 geen Chief Risk Officer (maar wel een Chief Diversity Officer, die helaas niet over de diversificatie van de portfolio ging).
Toch heeft de zaak-SVB een hoop losgemaakt. Het is dus een goed moment om eens de relatie tussen banken en investeerders onder de loep te nemen. Er verandert namelijk op het moment van alles en er zijn belangrijke verschuivingen gaande in de verhoudingen in de financiële sector.
Verschuivingen in het financieringslandschap
Als je een beetje breder naar de Nederlandse economie kijkt is het eerder een interessante vraag of investeringsfondsen niet de taak van de banken hebben overgenomen. Het is algemeen bekend dat de banken in de nasleep van de crisis van 2008 veel voorzichtiger zijn gaan financieren en zich grotendeels uit de lastige en zwaar gereguleerde markt van MKB-financieringen hebben teruggetrokken. Dit heeft niet alleen geleid tot de opkomst van een variëteit aan MKB-financierders en andere private debt-partijen, maar heeft er ook toe geleid dat startende ondernemers eerder naar angel investors, venture capital en private equity fondsen kijken, aangevuld met de opkomst van nichefondsen zoals mezzanine-fondsen en growth equity-partijen. Ging je vroeger naar de bank als je een paar extra tennisbanen bij je tennisclub wilde aanleggen, tegenwoordig neem je een PE-huis in de arm om je padelbanen uit te breiden. In zekere zin hebben de private market-fondsen dus een groot deel van de traditionele plaats van de banken in de economie overgenomen.
Lees ook: De opkomst van direct lending fondsen in Nederland
What’s more, het zijn juist de grote, internationaal opererende private equity-huizen die de laatste jaren een flinke slag hebben geslagen op het gebied van zaken als private debt en private credit. Nu zijn de PE-huizen niet alleen de uitbaters van private debt en private credit-partijen, maar maken ze er ook zelf gebruik van. Bij het samenstellen van de leningen om een met schuld gefinancierde deal te doen kloppen PE-firma’s steeds vaker bij gespecialiseerde private partijen aan die los van de banken opereren.
Toenemende regulering en bureaucratie
Een ding staat wel als een paal boven water: de gigantische regeldruk vanuit de nationale en de Europese overheid krult zich als een hongerige python rond zakelijk Nederland. De ongekende bureaucratie die alle compliance-maatregelen veroorzaakt trekt een zware wissel op ondernemingen, nog los van al het schaarse talent dat vastzit in het uitvoeren van compliancetaken. Uit onderzoek halen we de volgende zin: “De AML/KYC-procedures bij banken zijn nu zo langdurig en bureaucratisch dat je blij mag zijn dat je überhaupt een bankrekening mag openen.” Aangezien de regulering vooral bij de traditionele banken plaatsvindt is het ook weer logisch dat partijen in de markt zich tot alternatieve, minder gereguleerde markten keren of hun heil zoeken in ecosystemen met een minder restrictief klimaat.
Fintechs en venture-fondsen van banken
Wat de zaken nog weer een laagje complexer maakt is dat er ook weer scale-ups zijn die zich gedragen als banken en dat banken zelf vaak ook fungeren als venture capital-investeerders en incubators voor startups. Aan de ene kant heb je bijvoorbeeld neobanks zoals bunq en tal van andere fintech-ondernemingen die geheel of gedeeltelijk de taken van fysieke banken overnemen. Aan de andere kant is er geen grote bank zonder eigen venturefonds en worden er intern ook startups gecultiveerd – denk maar eens aan het waanzinnige succes van de Tikkie-app, die ooit bij ABN AMRO is ontwikkeld en inmiddels niet meer weg te denken is uit het dagelijks leven.
Ook op het gebied van private equity zijn er de afgelopen jaren veel fondsen opgericht bij banken, die niet zelden weer als aparte ondernemingen worden verzelfstandigd, of overgenomen door andere partijen. Denk bijvoorbeeld aan Capital A dat begon bij ABN of het fonds van Nationale Nederlanden dat uiteindelijk bij grootbank Goldman Sachs terechtkwam.
Crypto, blockchain en de digitale euro
Nog even los van alle fintechs, handige apps en eindeloze variaties op internetbankieren die er de laatste jaren zijn ontwikkeld woedt er op een niveau hoger nog een hele strijd over de vraag wat geld nu eigenlijk is. Hoewel de eerste grote golf van de bitcoinrevolutie inmiddels wel voorbij is getrokken lijkt het er wel op dat cryptocurrencies nog lang niet zijn uitgespeeld. Venture capital-partijen investeren daarom geregeld in bitcoin en blockchain-technologie. De door allerlei techgoeroes voorspelde beweging van investeringen naar de blockchain lijkt echter mee te vallen en fondsen die direct met bitcoins investeren zijn er nog niet.
Banken worstelen ook met de digitale discomuntjes. Het hele idee van crypto als niet-traceerbare betaalmiddelen gaat juist tegen de strenge anti-witwasregels in. Ook was het concept achter crypto dat het peer-to-peer zou kunnen functioneren, zonder tussenkomst van institutionele partijen als beurzen en markten. Van die laatste droom is weinig overgebleven, gelet op de wildgroei aan exchanges. Mensen kloppen dus ook aan bij hun vertrouwde banken of vermogensbeheerders om ook in de coins te beleggen, in een wonderlijk ironische beweging, met als gevolg dat verscheidene banken nu ook al (index)speculeren in crypto mogelijk maken.
Ten tijde van het schrijven van dit artikel mengt ook de overheid zich in de strijd: een voorstel om Nederland klaar te maken voor de ‘digitale euro’ (een CBDC, een Central Bank Directed Cryptocurrency) werd onder een wantrouwend publiek debat besproken in de Tweede Kamer. Het doel van de digitale munt is om Europeanen een virtueel portemonneetje te geven om hun dagelijkse betalingen mee te doen, losgekoppeld van de commerciële banken. De DNB pleit hiervoor, om zogezegd het betalingssysteem veiliger en stabieler te maken voor de Europese burgers. Wederom debanking en het gaat ongetwijfeld weer allerlei vragen opleveren voor fondsbeheerders, met name voor het financiële huishouden van fondsen met veel retail in de portefeuille.
Praktische tips
De vraag is natuurlijk wat al deze bewegingen voor impact hebben op de dagelijkse praktijk van de fondsbeheerders en de financieel verantwoordelijken van hun dochterondernemingen. In de eerste plaats zien we een beweging naar toenemende complexiteit. Door de debanking is het hoe dan ook onvermijdelijk om de baaierd aan financiële producten die een bedrijf nodig heeft af te nemen bij een veelvoud aan partijen. In plaats van één bank te hebben als ‘one stop shop’ wordt er nu samengewerkt met een complexe set van banken en bankachtigen. Daarnaast zien we ook een diversificatie omwille van risicospreiding. Deze beide trends worden echter getemperd door de zware last van de regeldruk, of beter gezegd, de administratieve druk is zo groot dat het lastig is om het overzicht te behouden.
Als we het geheel zo overzien dan mogen we, om de Italiaanse communistische intellectueel Antonio Gramsci te citeren, in een ‘tijd van monsters’ leven waarin de ‘oude wereld nog niet is gestorven en de nieuwe wereld nog niet is geboren’. De private markets-sector is nog steeds in hoge mate afhankelijk van traditionele banken en traditionele betalingsmethodes en de huidige golf fintech en crypto-innovaties is nog niet volwassen genoeg om alle taken in het zakelijke betalings- en financieringsverkeer over te nemen. Kortom, gewoon blijven bankieren bij de reguliere grootbanken met eventueel wat aanvullende diensten en een goed oog op de spreiding lijkt het beste plan.
Lees ook: 'Onze missie: de particulier toegang geven tot PE'