Enthousiasme voor innovatie is in Nederland nog onverminderd hoog
Zoals we al in de voorbeschouwing van het rapport State of Dutch Tech van Techleap schreven was het misschien een jaar van stabilisering of stagnatie als het gaat om funding en waardering, maar in deals was dat het zeker niet. Volgens de cijfers van Techleap gingen we van 277 deals in 2022 naar 426 in 2023: een bijzonder forse stijging. Ook viel het ons op dat twee derde van de deals gesloten werd met buitenlandse partijen. Tijdens de drukbezochte conferentie spraken we met Myrthe Hooijman, Director Ecosystem Change and Government Affairs van Techleap om eens wat verder uit te zoeken wat er achter deze cijfers schuilgaat.
Allereerst het dealvolume. Waar de stijging aan ligt, dat hebben ze bij Techleap niet onderzocht. Wel bestaat er het vermoeden dat in economisch onzekere tijden er sneller voor wordt gekozen om een exit te maken dan om autonoom door te groeien. De verwachting is dus dat de grote piek wel uit de dealmarkt is nu de situatie weer wat gestabiliseerd is.
Dat twee derde van de deals naar het buitenland vloeit is volgens Techleap niet een onverdeeld positieve situatie. De organisatie is namelijk van mening dat het van belang is om bedrijven in Nederland te houden – niet alleen om hier de werkgelegenheid (en de belastinginkomsten) te behouden, maar ook om het intellectueel eigendom en de infrastructuur van research & development binnen de grenzen te houden.
Als het gaat om het aantrekken van kapitaal en de bijbehorende infrastructuur scoort Nederland aardig, meent Techleap. Ondanks een drop van 25 procent in het afgelopen jaar, zijn er vergeleken met vijf jaar geleden 48 procent meer investeringen. Er zijn initiatieven, zoals een platform waarmee founders een financiële intermediair kunnen vinden, die daar alleen op staan als ze minimaal drie positieve referenties hebben van founders.
Desondanks lijken deals in Nederland net wat langer te duren dan in andere landen. Als het gaat om het verbeteren van de dealpraktijk binnen het ecosysteem, werken KTO’s en Capital Waters aan de stakeholder agreement voor de spin-out uit een universiteit. Dit soort initiatieven moeten ondernemers meer houvast bieden bij het opbouwen van hun bedrijf.
Uitdagingen voor Nederlandse techsector
Wat de missie van Techleap om de groeibriljanten in Nederland te houden niet makkelijker maakt is de vraag of de Nederlandse overheid niet teveel bezig is met de techsector het land uit te werken door bij te dragen aan een sterk verslechterend vestigingsklimaat. Hoge energieprijzen, hoge belastingen, de stikstofcrisis – er komen tal van uitdagingen op de Nederlandse ondernemers af.
Ook dreigen wilde antimigratie-maatregelen voortvloeiend uit een oververhitte migratiediscussie – die in wezen niet gaat over het soort hoogopgeleide kennismigrant dat naar Nederland komt voor de techsector – de zuurstof van de techsector af te snijden, onder meer door de expatregeling af te schaffen. Dat andere ‘ecosystemen’ nou net op de 30%-regeling geïnspireerde wetgeving aannemen terwijl wij er weer vanaf willen is wat dat betreft een beetje wrang te noemen.
Wat de discussie over het vestigingsklimaat een extra scherp randje gaf was de scoop van de Telegraaf dat de overheid onder de naam ‘Beethoven’ een speciale taskforce heeft ontwikkeld om ASML in Nederland te houden. Met de CEO Peter Wennink van ASML op het podium had dat behoorlijk wat lading: na afloop was Wennink ook behoorlijk boos op het gebrek aan interesse vanuit de Nederlandse politiek. Zo hadden alle uitgenodigde kamerleden (op één na) afgezegd – de zichtbaar geïrriteerde CEO stak zijn frustratie niet onder stoelen of banken.
Nauw verweven met de discussie over het vestigingsklimaat is de discussie over de regeldruk waarmee de Nederlandse techsector te kampen heeft. Hier sprak Hooijman ook expliciet haar zorgen over uit: uit alle surveys die Techleap doet onder Nederlandse ondernemers blijkt dat de regeldruk nipt als grootste probleem voor de sector uit de bus komt – net voor het gebrek aan groeikapitaal en het gebrek aan personeel.
Tijdens de plenaire sessie kwam er trouwens nog een licht pijnlijk voorbeeld van deze regeldruk onder het voetlicht: Krijn de Nood, de CEO van Meatable, vertelde dat Nederland graag een voorloper wil zijn in de proteïnetransitie, maar dat het door de regeltjes in Nederland niet mogelijk is om het kweekvlees te proeven – alle smaaktests vinden dus plaats in de Singaporese vestiging van het bedrijf.
Ook positieve geluiden over Nederlandse vestigingsklimaat
Om alleen maar stil te staan bij de negatieve aspecten van het rapport zou echter Techleap en de Nederlandse techsector tekort doen. Het enthousiasme voor innovatie is in Nederland nog onverminderd hoog. Na jaren lobbyen (onder andere door Techleap) beginnen nu ook de grote pensioenfondsen geld in tech-innovatie te steken, wat wel aangeeft dat het belang van de techsector door steeds meer mensen wordt ingezien.
Ook stelt het rapport dat steeds meer regio’s in het land profiteren van de techrevolutie. Het valt trouwens ook op dat de buitenlandse panelsprekers een stuk minder negatief zijn over het Nederlandse ecosysteem dan de Nederlandse. We mogen graag klagen hier, maar dat betekent lang niet dat de concurrerende ecosystemen niet kampen met vergelijkbare problemen. Bovendien zijn de ‘fundamentals’ van Nederland goed, vonden de buitenlandse experts: Nederland is gewoon een ontzettend fijn land om in te wonen en te werken. Bovendien zijn de universiteiten een magneet voor talent en hebben we een lange traditie van innovatie – met name de erfenis van Philips met al z’n spin-offs werd genoemd als een belangrijke factor in het succes van Nederland.
Ook viel het op dat het Nederlandse ecosysteem goed verbonden is met de rest van de wereld, omdat Nederlanders graag internationaal hun vleugels uitslaan. Zo zei co-founder en CEO Bob van Luijt van Weaviate dat hij overal ter wereld in alle lagen van de techsector Nederlanders tegenkomt – en dat is ook wel weer ergens een complimentje voor het gunstige leer- en ontwikkelklimaat in Nederland.
Techleap constateert deze trend ook – volgens Hooijman is het ook echt de kracht van het Nederlandse ecosysteem dat Nederlanders vaak in het buitenland hun ervaring opdoen en die weer meenemen naar Nederland. Kortom, ondanks dat er belangrijke zorgen zijn en aardig wat actiepunten voor het demissionaire kabinet en de volgende premier en zijn ministersploeg, maar de uiteindelijke afdronk was toch positief: er stroomt steeds meer geld naar de techindustrie en de infrastructuur van Nederland voor innovatie is nog steeds van wereldklasse.