Investeren in AI na de hype: de grootste kansen en bedreigingen
Dit interview is onderdeel van het M&A Trendonderzoek 2024/2025 van M&A en Ansarada.
Lees dit digitale magazine vol cruciale inzichten nu gratis en zonder registratie:
Weet jij nog waar je was op 30 november 2022? Menig investeerder wel. Op die dag introduceerde OpenAI ChatGPT-3, en menige informal investor, venture capitalist en financiële avonturier was er direct van doordrongen dat kunstmatige intelligentie (AI) de komende jaren groot zou worden. Heel groot. De eerste maanden leken ze al gelijk te krijgen: ChatGPT had binnen een week een miljoen gebruikers en binnen twee maanden honderd miljoen, waarmee het met voorsprong de snelst groeiende app ooit was. De aandelenkoersen van bedrijven als Microsoft (grootaandeelhouder in OpenAI) en Nvidia (dat de chips levert voor applicaties als ChatGPT) schoten omhoog.
Maar vanaf eind 2023, begin 2024 sloop de twijfel binnen, vooral vanwege de discrepantie tussen gigantische investeringen die generatieve AI vereist en de operationele kosten enerzijds en de opbrengsten van AI-bedrijven anderzijds. Zo schijnt het trainen van het Large Language Model (LLM) dat ChatGPT-3 in 2022 lanceerde rond de vijf miljoen dollar te hebben gekost, en was het in de eerste maanden van 2023 dagelijks rond de 700.000 dollar kwijt om vragen te beantwoorden met ChatGPT. De omzet van het bedrijf bedroeg in 2023 ‘slechts’ 700 miljoen dollar, meldt The New York Times. Wel blaken de prognoses van optimisme. OpenAI hoopt op 2,7 miljard dollar omzet dit jaar en 100 miljard in 2029. Bij een recente investeringsronde werd het bedrijf gewaardeerd op rond de 157 miljard dollar – ruim drie keer zoveel als de waarde van ING Bank.
Maar getuige de nog altijd niet helemaal naar eerdere hoogten teruggeveerde aandelenkoersen van Microsoft en Nvidia is er nog altijd twijfel onder beleggers. En ook onder investeerders in niet-beursgenoteerde AI-bedrijven heerst nog altijd koudwatervrees. Investeerder Johan van Mil, mede-oprichter en partner van venture-capitamaatschappij bij Peak, spreekt zelfs van een binaire markt: “De grote AI-bedrijven zoals Nvdia en de aanbieders van large language models trekken enorme hoeveelheden kapitaal aan. Andere AI-bedrijven hebben het veel lastiger.”
Dat geldt ook voor de plusminus 750 AI-bedrijven die Nederland telt, blijkt uit het rapport AI Scaling Challenges for Dutch Founders van accountants- en adviesorganisatie Deloite en Techleap, een organisatie die technologische innovatie stimuleert. Veelal gaat het om starters in een fase waarin productontwikkeling en afstemming met de markt centraal staan. Deze bedrijven – samen rond tien procent van de Nederlandse startups – hebben nogal eens moeite om investeringen aan te trekken, volgens het rapport van Techleap zelfs in 67 procent van de gevallen.
Na de hype
“Toch verwacht ik dat we volgend jaar in Nederland hogere investeringsbedragen zullen zien voor AI-bedrijven”, zegt Thomas Mensink, startup-analist en CEO van venture capital-bedrijf Golden Egg Check. Er is volgens hem ook alle reden om optimistisch te zijn over de vooruitzichten voor de sector: “AI kan bedrijven helpen hun omzet te verhogen, kosten te verlagen en marges te verbeteren. Elk bedrijf zou op de een of andere manier met AI bezig moeten zijn, of het nu gaat om interne procesoptimalisatie of het ontwikkelen van AI-producten voor klanten.”
Sterker nog: “Als je als bedrijf geen gebruik maakt van AI, dan ga je het verliezen”, zegt Bas Rieter, investeerder bij het Dutch Founders Fund (DFF) en de alliantie Samen Slimmer van het DFF, Slimmer AI en Keen Venture Partners. AI heeft de toekomst, volgens hem: “100 procent zeker weten.” En dat rechtvaardigt verdere investeringen in AI-bedrijven. Van Mil denkt er precies zo over: “AI is niet zomaar een trend. Kunstmatige intelligentie is een essentiële component geworden voor elk softwarebedrijf dat serieus genomen wil worden. Zonder AI in je kernfunctionaliteit loop je het risico om achterop te raken en helemaal geen investeerders meer te kunnen vinden.”
Dat de hype over zijn hoogtepunt is, vindt Rieter alleen maar goed: het betekent dat er een tijd van realistische waarderingen is aangebroken. Al moeten investeerders ook nu altijd oppassen voor ‘AI-washing’, zoals Rieter het noemt: ze moeten het kaf – bedrijven die de term AI alleen gebruiken om investeerders een rad voor ogen te draaien – weten te scheiden van het koren, dat wil zeggen aanbieders van waardevolle AI-toepassingen en bedrijven die AI met succes inzetten (denk aan Klarna, dat met honderden medewerkers minder toe kan dan eerst dankzij het gebruik van AI). Meestal zal het bij het ‘koren’ gaan om aanbieders van AI-toepassingen, ook omdat er nog maar weinig bedrijven zijn die aantoonbaar klinkende successen behalen met het gebruik van AI.
Drie lagen
Als het gaat om die AI-toepassingen, maken de meeste deskundigen onderscheid in ruwweg drie typen die mogelijk kansen bieden voor investeerders.
1. De foundational layer (basislaag)
De onderliggende infrastructuur van AI. Denk aan de chips van Nvidia (hardware) of de LLMs van aanbieders als OpenAI, Google en Anthropic (software). Europese voorbeelden zijn schaars, al zijn er uitzonderingen, zoals het Franse LLM Mistral en het mede door deeptech-investeerder Innovation Industries gefinancierde Axelera AI, dat chips produceert die wel tien keer minder energie verbruiken dan die van Nvidia.
2. De orchestration layer (orkestratie-laag)
Een tussenlaag die de infrastructuur met applicaties verbindt. Het is een soort middenlaag die de basistechnologie en de eindtoepassingen met elkaar laat communiceren. Een voorbeeld is het in Nederland gevestigde Orq.ai, een platform voor bedrijven om te experimenteren met AI, hun eigen applicaties te draaien en daarvoor verschillende LLMs te gebruiken. Aandeelhouders zijn onder andere Golden Egg Check, Spacetime (het investeringsvehikel van Mollie-oprichter Adriaan Mol) en Curiosity VC, een venture-capitalfirma die sinds 2020 alleen in AI-toepassingen investeert. Lisa Brouwer, manager van Curiosity VC noemt ook de Curiosity-deelneming Deeploy, een bedrijf dat software aanbiedt waarmee zakelijke gebruikers kunnen rapporteren over welke AI-toepassingen ze gebruiken en waarvoor – en zo voldoen aan de nieuwe Europese AI Act.
3. De application layer (de toepassingslaag)
Het gaat hier om de praktische toepassingen van AI-technologie. Zeker bij Nederlandse investeerders is deze laag het meest in trek. Bovenal omdat de investeringsbedragen betrekkelijk laag liggen, en daarmee behapbaar zijn voor Nederlandse investeerders (die in het algemeen minder diepe zakken hebben dan hun Amerikaanse tegenpartijen – uitzonderingen als Innovation Industries met zijn fonds van meer dan 500 miljoen euro voor investeringen in ‘deeptech start-ups’ daargelaten).
Pijnstillers
De toepassingslaag is ook zo in trek omdat de ‘business case’ hier concreet is en de terugverdientijd korter dan in de deeptech met zijn lange investeringshorizon. Zaken waar investeerders nadrukkelijk op letten. Zoals Van Mil: “Wij hebben het liefst bedrijven die een ‘painkiller’ aanbieden, dat wil zeggen een oplossing voor een acuut probleem bij klanten en waarvoor ze bereid zijn te betalen.” Dit in tegenstelling tot bedrijven die ‘vitamines’ aanbieden om mogelijke problemen in de toekomst voor te zijn.
Dergelijke ‘painkillers’ zijn er te over. “Je kunt AI in zo’n beetje elk werkproces wel aanwenden”, zegt JC Heyneke, CEO van Slimmer AI, een investeerder die bedrijven niet alleen van financiering kan voorzien, maar ook van software-engineers. Slimmer AI – dat net als het DFF deel uitmaakt van Samen Slimmer – investeert en bouwt ‘verticale applicaties’: AI-toepassingen die bestemd zijn voor specifieke industrieën of beroepen en zich kenmerken door gebruiksvriendelijkheid, integratie in bestaande workflows en domeinexpertise. Zo heeft Slimmer geïnvesteerd in EvidenceHunt, een bedrijf dat software maakt om de uitkomsten van medisch onderzoek toegankelijker te maken voor onderzoekers en farmaceutische bedrijven. Ook Curiosity heeft een voorkeur voor bedrijven die zich richten op de toepassingslaag. Zoals Strise, een Scandinavische leverancier van intelligente software om zakelijke klanten te screenen in het kader van de antiwitwasregelgeving.
Een van de ‘painkillers’ die Peak zelf in portefeuille heeft is HealthSage AI, een bedrijf dat zich richt op het doorzoekbaar maken van ongestructureerde gezondheidsdata met AI, wat de administratieve lasten voor artsen kan verminderen en de patiëntenzorg versnellen. Doordat HealthSage AI gebruikmaakt van patiëntdata en niet van de data die de grote aanbieders van LLM’s aanbieden, spaart HealthSage AI zich bovendien aanzienlijke kosten uit. Nog een voordeel is dat die grote LLM’s zelf niet zo snel met een vergelijkbare applicatie op de markt zullen komen.
Brouwer ziet op korte termijn vooral kansen op drie terreinen, zegt ze. Om te beginnen in de dienstverlening, waar taken door software kunnen worden overgenomen. Brouwer noemt bijvoorbeeld AI-consultancy companions die het werk van consultants gedeeltelijk kunnen overnemen. Een tweede categorie is AI gericht op hoogwaardige en/of arbeidsintensieve taken. Zo heeft Curiosity VC geïnvesteerd in QA Tech, dat toepassingen aanbiedt die kwaliteitscontroles op software kunnen uitvoeren en zo ontwikkelaars werk uit handen nemen, en in Neople, dat virtuele, AI-gestuurde medewerkers ontwikkelt die kunnen worden ingezet op de afdeling klantenservice. In de derde plaats ziet Brouwer potentie in AI-toepassingen die moeilijk toegankelijke of ongestructureerde in- en externe data kunnen ontsluiten. Denk aan toepassingen om data uit e-mailboxen te extraheren en bruikbaar te maken.
Zeker op lange termijn zal AI ook voor geheel nieuwe toepassingen kunnen worden ingezet, denkt Brouwer. Het pionierswerk van een AI-startup als Cusp.ai biedt wellicht een voorproefje. Dit bedrijf van de bekende Nederlandse machine learning-expert Max Welling en de Britse chemicus Chad Edwards heeft een platform ontwikkeld dat nieuwe materialen kan ontdekken om CO2 te binden en uit de atmosfeer te halen. “Een waanzinnig idee dat aangeeft hoe AI kan worden gebruikt om problemen op te lossen die voorheen onoplosbaar leken”, aldus Brouwer. Zij is niet de enige die het potentieel ziet. Cusp.ai heeft in juni een begininvestering van dertig miljoen euro ontvangen van Hoxton Ventures en managers van Deepmind, de AI-afdeling van Google.
Onprettige gevolgen
Het ophalen van kapitaal is een uitdaging, stellen de verschillende venture capital-experts. Zeker als het gaat om grotere investeringsbedragen. Er zijn uitzonderingen. Kijk bijvoorbeeld naar de investering begin dit jaar in het Amsterdamse Datasnipper, een bedrijf dat allerlei taken van accountants kan overnemen (denk aan gegevens in allerlei documenten zoeken, knippen en in Excel plakken): het Amerikaanse Index Ventures telde honderd miljoen neer voor een belang van tien procent in het bedrijf.
“Een financieringsronde van honderd miljoen of meer is met alleen Europese spelers zeer moeilijk, misschien zelfs wel onmogelijk”, stelt Sander Verbrugge, partner van Innovation Industries. Daarmee stipt hij een van de grootste bedreigingen voor de Europese AI-industrie aan – bedrijven, investeerders, afnemers, werknemers en andere partijen in het ‘AI-ecosysteem’.
Het gebrek aan Europees kapitaal kan volgens Verbrugge vergaande en voor Europa bijzonder onprettige gevolgen hebben. “Buitenlandse investeerders krijgen een sterkere zeggenschap over Europese bedrijven, waardoor het gewicht en de oriëntatie van zo’n bedrijf gauw kan verschuiven naar het buitenland”, zegt hij. En afhankelijkheid van buitenlands kapitaal betekent dat de Europese kwetsbaarheid toeneemt: “Op het moment dat de wereld ingewikkeld wordt, loop je gevaar dat de investeerders zich terugtrekken naar hun thuismarkt. Zoals tijdens de coronacrisis ook is gebeurd.”
Maar ook zonder zo’n crisis is die afhankelijkheid al slecht nieuws: het leidt er al snel toe dat Europese AI-bedrijven hun focus verleggen naar andere markten, hun intellectueel eigendom verkopen aan buitenlandse bedrijven of zelfs helemaal worden overgenomen door buitenlandse partijen of elders een beursnotering krijgen. Waardoor de waarde die deze bedrijven creëren, niet ten goede komt aan de Europese economie en samenleving. Het zou het innovatievermogen van Europa kunnen afremmen en tot een ‘brain drain’ kunnen leiden: een exodus van veel getalenteerde AI-onderzoekers en -ontwikkelaars die hun werk in de VS of elders buiten Europa voortzetten.
Het creëren van een robuust Europees investeringsklimaat
Verbrugge ziet het tekort aan partijen die op kunnen tegen het geweld van Amerikaanse investeerders als een groot hiaat in het Europees/Nederlandse investeringslandschap. Wel lijken er mondjesmaat meer deeptech-fondsen te komen; Verbrugge noemt onder andere DeepTech XL, net als Innovation Industries gevestigd in Brainport Eindhoven. Ook hebben overheden steeds meer oog voor het belang van AI die om een lange investeringshorizon vraagt. Zo heeft Invest-NL via zijn deeptech-fonds geld gestoken in Axelera en in Innatera, dat microprocessoren ontwerpt die mechanismen van de hersenen nabootsen om sensorgegevens te verwerken.
Maar er is meer nodig, vindt Verbrugge. De oplossing ligt volgens hem in het opbouwen van ‘een robuust Europees investeringsklimaat’. Hij ziet een rol voor pensioenfondsen en andere institutionele beleggers bij deeptech-investeerders. Hij realiseert zich dat ‘pensioenfondsen geen pinautomaat’ zijn, en niet zomaar direct geld zullen investeren in AI-bedrijven. Toch is Verbrugge ‘optimistisch’. Als er meer AI-bedrijven en vooral gespecialiseerde deeptech-fondsen successen boeken en er een volwassen ecosysteem groeit rondom deze partijen, verwacht hij dat institutionele partijen bereid zijn om te investeren in die fondsen. Dit is al het geval in het derde fonds van Innovation Industries, waar in navolging van participatie van PME en PMT in de eerdere fondsen van Innovation Industries, nu meerdere pensioenfondsen participeren. Er gaat wel enige tijd overheen.
Optimalisatie van publieke investeringen in AI
Ook publieke investeringen kunnen efficiënter worden ingericht, volgens het rapport van Techleap. Bijvoorbeeld door procedures te versnellen of door fondsen vanuit de overheid te bundelen zodat grotere investeringen mogelijk zijn. Ook zouden techondernemers wat Techleap betreft eerder moeten worden betrokken bij beleidstrajecten van de overheid, zodat de uitkomsten beter aansluiten bij de praktijk. AI-bedrijven in alle drie de lagen zouden moeten worden ondersteund, wat Maxime Lübbers, AI Ecosystem Lead bij Techleap, betreft. Zij pleit voor een ‘gediversifieerde aanpak’, met betrekkelijk veel aandacht voor de deeptech. “Omdat de toepassingen daarvan voor veel investeerders betrekkelijk onduidelijk zijn. Terwijl de impact ervan juist heel groot is. Als wij op lange termijn als land strategisch autonoom willen blijven, hebben we van dit type bedrijven nodig.”
Om te voorkomen dat investeringen versnipperd worden, stelt Techleap voor om specifieke sectoren waar Nederland al sterk in is voorrang te geven, zoals de gezondheidszorg, energiesector en food. Lübbers: “We hebben ook al relatief veel toepassingen en veel data beschikbaar. Dus dan kunnen we ook als land meer daarop focussen. En dan kun je ook dat ecosysteem versterken.”
Mensink denkt dat ondernemers die hun bedrijf hebben verkocht en de opbrengst daarvan herinvesteren in AI kunnen helpen het ‘vliegwiel’ van investeren – groeien – verkopen – herinvesteren op gang te krijgen. Chapeau voor Adriaan Mol dus! Brouwer heeft ook vertrouwen in constructies zoals Curiosity die heeft gekozen, met fondsen waaraan adviseurs en (oud-)ondernemers verbonden zijn en die zowel risicodragend vermogen inleggen als kennis en kennissen ter beschikking stellen, terwijl de ‘founders’ van de bedrijven waarin Curiosity participeert met elkaar ook een ‘community’ vormen. Heyneke en Rieter wijzen erop dat samenwerkingsverbanden als Samen Slimmer zich ook ‘grotere tickets’ kunnen veroorloven dan de afzonderlijke deelnemers. Het is bovendien een manier om als fonds je risico’s te spreiden, voegt Mensink toe – de belangrijkste reden dat zijn Golden Egg Check altijd mee-investeert met andere fondsen en op die manier aan een portfolio bouwt van 35 deelnemingen.
Energie-infarct
Een andere grote bedreiging is volgens Verbrugge de enorme energiehonger van AI-toepassingen. Een groei van 8.000 procent tussen 2024 en 2030 is volgens analisten in zicht. Hier zal de wereldwijde energievraag door AI stijgen tot zestien procent van het huidige energieverbruik van de VS, blijkt uit een artikel in Forbes, tenminste als die groeiprognoses van OpenAI en Nvidia representatief zijn voor de komende jaren. Sam Altman, CEO van OpenAI, heeft zich ooit laten ontvallen dat volgens hem kernenergie de oplossing is – en dat ‘de marginale kosten van intelligentie dankzij AI naar nul zullen dalen omdat de marginale kosten van energie ook naar nul zullen gaan’.
Verbrugge denkt dat als het al een oplossing is om energie tegen marginale kosten te leveren, deze oplossing te laat zal komen om de wereld van een energie-infarct te redden. Hij verwacht dat innovatieve toepassingen zoals de chips van Axelera en Innatera enig soelaas kunnen bieden, maar zorgelijk is de trend wel. Verbrugge is er niet gerust op. Hij hoopt op andere innovatieve disruptieve technologieën om goedkoop energie op te wekken en op te slaan, zodat AI kan groeien zonder zware toename van het energieverbruik.
Mensen nodig
Ook het tekort aan hoogopgeleid personeel wordt nog wel eens genoemd als bedreiging. Verbrugge herkent dit, maar relativeert dit. Hij ziet de Nederlandse universiteiten als hofleverancier van ‘echte bèta’s’ – fysici, materiaalkundigen, chemici en andere, getalenteerde ‘deeptech-mensen’ waar bedrijven uit de hele wereld op azen. En dankzij de aanwezigheid van bedrijven zoals bijvoorbeeld ASML, NXP en Philips in Nederland, is er voor hen voldoende emplooi. En als ze van baan willen wisselen, dan staat de deur van de portfolio-bedrijven van Innovation Industries voor hen open. Daar komt bij, zeggen veel deskundigen, dat Nederland nog altijd aantrekkelijk is voor veel buitenlandse werknemers, zeker zolang de 30-procentsregeling voor expats niet helemaal wordt afgeschaft.
De investeerders in de AI-toepassingslaag zijn aanmerkelijk somberder. Rieter formuleert het als volgt. “Het is nu een stuk lastiger om als startup een competitief voordeel te halen uit technologie. Waar voorheen het onderscheidend vermogen van een tech bedrijf zat in de tech, kan iedereen nu op opensourcemodellen of GPT-4 app’s bouwen. In zekere zin is tech nu een commodity geworden.”
Gezien het stormachtige tempo waarin AI zich ontwikkelt is nu snelheid voor veel investeerders eerder onderscheidend. “Hoe snel je de markt op kunt gaan om unieke data te vergaren en daarmee je model te trainen is van levensbelang”, beaamt Rieter. Als het even kan met een uitgebreid netwerk dat investeerders voedt met waardevolle informatie waardoor de ‘time to market’ van AI-toepassingen kan worden versneld. Een reden temeer voor Samen Slimmer om naast financiële middelen ook mensen te leveren die kunnen meehelpen de ontwikkeling van AI-startups te versnellen. Want wie weet, komt OpenAI of een andere grote aanbieder over een paar maanden met een concurrerend product – en weg ben je als trage, kleine partij.
Bronnen:
– Forbes, Beth Kindig, 20-6-2024, AI Power Consumption: Rapidly Becoming Mission-Critical
– The New York Times, 27-9-204, OpenAI Is Growing Fast and Burning Through Piles of Money
– Techleap, 17-10-2024, AI Scaling Challenges for Dutch Founders
– Unite AI, 1-5-2023, Haziqa Sajid, Kun je tegen halve kosten grote taalmodellen zoals ChatGPT bouwen?
Lees ook: Niek Kolkman & Bart Veenman, KPMG: ‘Op het gebied van due diligence maakt AI echt een verschil’