‘ESG moet je niet zien als risico, maar als kans om te vernieuwen’
De trend is er en zal niet verdwijnen. Hans van Loenen, Strategy Consultant bij RSM, ervaart het dagelijks in zijn functie als Strategy Consultant bij RSM; toonaangevende adviseurs op het gebied van assurance, tax en consulting voor middelgrote organisaties en familiebedrijven. Ruim 25 jaar ervaring heeft hij als Director bij onder andere Arthur Andersen, PWC, Deloitte en BDO. “Bij belastingadvies kijk je vooral achterom”, zegt hij. “ESG is naar vóren kijken, naar de verre én nabije toekomst. En dat is eigenlijk veel leuker.”
Van Loenen ‘bedient’ voor RSM zowel Nederlandse als buitenlandse cliënten met wereldwijde activiteiten. Hij beschikt over een brede kennis van de Europese Unie en de internationale markt en heeft grote interesse in supply chains, nieuwe toepassingen, processen, producten en bedrijfsmodellen in zowel service- als goederen gedreven industrieën. Zijn ervaring in het coördineren van bedrijfsuitbreidingen en structurering voor handels- en dienstverlenende ondernemingen worden door cliënten – met name bedrijven in real estate, productie, technologie/media/telecom (TMT) en internationale handel en logistiek – geroemd.
Met die schat aan kennis en ervaring richt Hans van Loenen zich sinds bijna drie jaar op met name ESG-advisering. “De impact van duurzaamheid als private equity een bedrijf overneemt, is enorm gegroeid”, weet hij uit ervaring. “Met name in de midmarket is hier nog veel te winnen. Vaak gaat het om dat grotere plaatje. Zo kwam ik recent binnen bij een klant die mondiaal in groente en fruit handelt. Voor de deur stonden twee dure Porsches 911, niet erg duurzaam inderdaad. Maar wij hebben geadviseerd over waterbeheersing, in díe landen waar dit bedrijf handel mee voert een belangrijk item met een veel grotere impact op de E en S van ESG dan die twee sportwagens.”
Pragmatisch adviseren is dan het devies, zo weet Van Loenen uit ervaring. De grotere, maar niet beursgenoteerde bedrijven en PE-partijen die RSM bijstaat, krijgen steeds vaker met ESG en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die vanaf 2025 een belangrijke rol moet gaan spelen in de transitie naar duurzame economieën in de gehele Europese Unie, te maken.
‘Ook kleine bedrijven krijgen door ketenwerking al in 2025 met CSRD te maken’
Hans van Loenen: “Grote bedrijven (die voldoen aan minstens twee van de volgende criteria: meer dan 250 medewerkers, minstens vijftig miljoen euro jaaromzet, meer dan 25 miljoen euro aan assets op de balans, red.) moeten informatie zoals de CSRD vereist opnemen in hun bestuursverslag over het boekjaar 2025, en als ze beursgenoteerd zijn zelfs al een jaar eerder”, zegt Hans van Loenen.
“Beursgenoteerde middelgrote en kleine ondernemingen hoeven pas een jaar later te rapporteren. Toch krijgen middelgrote bedrijven vanwege ketenwerking ook al in 2025 met CSRD te maken. Want als zij leverancier en/of afnemer zijn van die grotere bedrijven zullen zij moeten dealen met verhoogde ESG-dataverzoeken ten aanzien van bijvoorbeeld de bedrijfsvoering en ESG prestaties.”
Hierdoor is dus snelle actie op het gebied van ESG geboden. “Want het kan veel tijd kosten het proces van ESG-rapportering voor de CSRD te doorlopen”, weet Van Loenen. “Het gaat er om de impact van de organisatie op maatschappij en milieu te definiëren, wensen van stakeholders in kaart te brengen, en externe risico’s te analyseren”.
De ESG-journey als moeizame reis, met vooral veel beren op de weg?
Hans van Loenen en zijn team begeleiden die bedrijven op hun ESG-journey. Een moeizame reis met vooral veel beren op de weg? Zeker niet. Onderzoeken tonen aan dat ondernemingen met goede ESG-prestaties beter door de COVID-19 crisis zijn gekomen dan minder duurzame bedrijven. “De ontwikkelingen gaan snel”, aldus Van Loenen. “Als je als DGA nu je bedrijf wilt verkopen – vanwege opvolgingsperikelen of omdat je aansluiting bij een grote groep ambieert – is het zaak ESG op orde te hebben.”
“Wij adviseren met name het grote MKB – bedrijven met een jaaromzet van tussen veertig en 200 miljoen euro – sinds 2021 op dit gebied en zien dat ondernemingen die officieel nog niet of pas veel later met de nieuwe CSRD-wetgeving te maken krijgen nu al maatregelen op het gebied van ESG moeten nemen. Bijvoorbeeld de producent van pindakaas die aan een grote supermarktketen levert. Die laatste moet over 2025 gaan rapporteren en wil dan natuurlijk zo groen mogelijk zijn. En dus moet ook die – veel kleinere – toeleverancier al voor een groot deel ESG-proof zijn.”
‘Wij hebben bij RSM naast Nederlanders, collega’s uit China, Japan, Mexico, Zuid-Amerika’
Hoe zijn eigen team is samengesteld, die S van Social in ESG heeft immers ook van doen met diversity en inclusion? “Dat zit bij RSM wel goed”, glimlacht Van Loenen. “Ons team telt momenteel 56 mensen, meer dan de helft daarvan is vrouw. En we hebben naast achttien Nederlanders, collega’s uit China, Japan, Mexico en Zuid-Amerika. RSM heeft wereldwijd 64.000 medewerkers, in Nederland zijn dat er ongeveer 675.”
Tegelijkertijd geeft de Strategy Consultant aan dat met name diversiteit in bijvoorbeeld technisch-industriële bedrijven lang niet altijd eenvoudig te realiseren is. “Ik heb zo’n bedrijf als klant. Jaaromzet dertien miljoen euro, elf medewerkers, louter mannen. Is dit dan geen ‘goed’ bedrijf, met de S van ESG voor ogen? Als je dan personeelsuitbreiding met een vrouw op de receptie weet rond te krijgen die vervolgens aanzienlijk minder verdient dan die elf technisch specialisten… Tja, moeilijk. Maar naar mijn mening moet ESG meer zijn dan alleen maar cijfers, getallen en verhoudingen.”
‘Voor private equity is voldoen aan ESG-normen heel snel belangrijk geworden’
Onder de ruim tachtig cliënten die Van Loenen en zijn team op hun ESG-reis begeleiden, zijn er op jaarbasis zo’n tien PE-huizen. “Voor private equity is voldoen aan ESG-normen aanzienlijk belangrijker geworden”, zegt de Strategy Consultant van RSM. “De laatste twee jaar heeft zich dat in sneltreintempo ontwikkeld. Private equity wordt geforceerd om bij investeringen en overnames goed na te denken. Waar het vroeger om dat leuke rendement ging, draagt ESG nu veel meer bij in het creëren van waarde. Wat tot voor kort een paragraaf was die maar al te snel werd afgevinkt, gaat het nu om reëel onderzoek. ESG is onderdeel geworden van het bedrijfsmodel. Dat geldt zeker ook bij internationale overnames of investeringen. Zo wordt in Frankrijk geen goedkeuring aan de jaarcijfers gegeven als bedrijven het qua ESG niet voor elkaar hebben.”
“PE-huizen willen dat hun portfolio-bedrijven ESG op orde te hebben”, vervolgt Van Loenen. “Kleinere ondernemingen die in het vizier zijn van private equity-partijen moeten in de toekomst mogelijk ook voldoen aan (indirecte) rapportageverplichtingen. Vaak zal het bijvoorbeeld DGA’s van die bedrijven worst zijn hoe het er met ESG en de CSRD-wetgeving voor staat, omdat ze toch al van plan waren afstand te doen. Maar ondernemingen die het wél goed voor elkaar hebben, zijn duurder, hebben meerwaarde. Voor de overnemende partij is het zaak een goed plan te hebben voor de eerste honderd dagen. Oók als het om ESG gaat, is die agenda belangrijk. Wij helpen PE-huizen met plannen om overgenomen bedrijven te veranderen, te vergroenen. In transparantie wil je ondernemingen begeleiden richting toekomst.”
‘ESG moet je niet zien als risico, maar als kans om te vernieuwen, te veranderen’
ESG als game changer op de verlanglijstjes van private equity-huizen? “Nee, geen game changer”, zo luidt de mening van Hans van Loenen. “Maar ESG is here to stay, dat is wel zeker. Maatschappelijk speelt dat natuurlijk ook. Jonge mensen willen veelal niet in dienst treden bij organisaties die voor of met oliemaatschappijen werken, zijn daar vaak heel principieel in. Dat geldt trouwens ook voor mijn eigen team. Ik, als 56-jarige, ervaar dat als aanstekelijk. En geloof me, het is heel leuk om mee te denken met bedrijven en organisaties die nog niet ESG-proof zijn. ESG moet je niet zien als risico, maar als kans om te vernieuwen, te veranderen. Ik heb een cliënt in de Verenigde Staten die wereldwijd één miljard bomen gaat planten. Een man met een Co2-missie, hoe mooi is dat!”
Over het beruchte green washing, daar waar het om het voldoen aan ESG-normen gaat, zegt Van Loenen: “Tja, we kennen ze allemaal. Bedrijven die er prat op gaan zonnepanelen en warmtepompen te hebben laten plaatsen, terwijl tegelijkertijd in hun supply chain grondstoffen met vervuilende diesel vrachtwagens vanuit Oost-Europa worden aangevoerd. Of een uitgever die trots meldt dat zijn of haar wagenpark wordt geëlektrificeerd, terwijl de inkt voor het drukwerk vanuit India per zeeschip naar de andere kant van de wereld wordt getransporteerd.”
‘Green washing wordt moeilijker als volgens de CSRD wordt gerapporteerd’
“En hoe”, zo vervolgt hij, “bewijs je dat internationaal transporterende trucks op schoon gas rijden? Of dat er bij de productie van kleding in Bangladesh geen sprake is van kinderarbeid? Over dat laatste is geen wereldwijde consensus. Als straks volgens de CSRD moet worden gerapporteerd, zal green washing zeker moeilijker worden, sneller worden onthuld. Maar anderzijds is controle op wat daadwerkelijk waarheid is en wat slechts wordt geveinsd, alles behalve eenvoudig.”
Want, zo licht Hans van Loenen toe: “ESG is, naast tax en accountancy, een nieuwe tak van sport voor onze branche. Kijk, iedereen streeft – althans dat mag je toch aannemen – een betere, een groenere wereld na. Maar de CSRD-rapportage moet straks door een accountant worden afgetekend en hoe rapporteer je eigenlijk? Dat is wel een ding, want accountants moeten allemaal een nieuw vak leren. Wij zijn daar bij RSM middels cursussen volop mee bezig, maar duidelijk is ook dat er nog veel onduidelijk is…”
Lees ook: ESG & Impact: Zo sturen topinvesteerders op échte waardecreatie