Bas Kniphorst (Wolters Kluwer): “Nederlandse markt is nog niet uitgeconsolideerd”

Sinds Waterland in september 2022 in accountantskantoor De Jong & Laan investeerde, is de Nederlandse accountancysector fundamenteel veranderd. In slechts drie jaar tijd stroomde meer dan drie miljard euro aan private equity-kapitaal naar het opkopen en samenvoegen van kantoren.
Deze trend lijkt nog wel even aan te houden, blijkt uit de laatste editie van het Future Ready Accountant Rapport van Wolters Kluwer Tax & Accounting Europe, een trendrapport dat de leverancier van belasting-, audit- en boekhoudoplossingen jaarlijks publiceert. Het rapport is gebaseerd op onderzoek onder meer dan 1000 Europese accountants, waaronder 70 Nederlandse kantoren.
Niet minder dan 60 procent van de kantoren in Nederland zegt geïnteresseerd te zijn in private equity, blijkt uit het rapport. Daarmee is Nederland koploper in Europa, zegt Bas Kniphorst, Executive Vice President bij Wolters Kluwer Tax & Accounting Europe: het gemiddelde interessepercentage in Europa ligt op 43 procent.
Bezwaren tegen private equity
De precieze oorzaak waarom andere landen minder enthousiast zijn over PE dan Nederland is niet helemaal duidelijk, zegt Kniphorst. Misschien is Nederland gewoon aan een inhaalslag bezig? Tenslotte heeft private equity z’n weg naar de accountancy in landen als het Verenigd Koninkrijk en België al lang en breed gevonden. Logisch dat je dan een tanende interesse ziet: veel kantoren die al met PE in zee zijn gegaan, hoeven niet per se extra investeerders aan boord te halen, terwijl veel overige kantoren niet op zo’n externe investeerder zitten te wachten.
Maar ook andere factoren misschien mee. In elk geval blijkt uit het rapport dat nogal wat accountantskantoren in andere landen, vooral in het Verenigd Koninkrijk en België, zich zorgen maken over controleverlies en culturele botsingen. PE-investeringen gaan vaak gepaard met kortetermijndruk: investeerders willen hun belang meestal binnen 5 tot 7 jaar verkopen, wat kan botsen met de langetermijngerichte kwaliteitscultuur van accountants. De regeldruk vormt een ander zorgpunt: toezichthouders waarschuwen voor bedreigingen van onafhankelijkheid en meer complexiteit door grotere, geconsolideerde structuren.
Alternatief voor partnermodel
Waarom veel kantoren – zowel in Nederland als, in mindere mate, elders in Europa – toch enthousiast zijn over een mogelijke financiële injectie door private equity is duidelijker. Het traditionele partnermodel van accountantskantoren staat immers onder druk omdat het financieel en structureel niet meer past bij de huidige tijd.
Ten eerste zijn de inkoopkosten voor nieuwe partners extreem hoog: toetreders moesten soms enkele miljoenen euro’s investeren om partner te worden. Hoewel dit bedrag geleend kon worden, vormde het een zware financiële last die jonge professionals afschrikt.
Ten tweede zorgt het model voor conflicterende investeringshorizonnen. Grote investeringen in bijvoorbeeld AI en digitale innovatie vragen om een langetermijnvisie, maar partners verschillen sterk in leeftijd en loopbaanfase. Wie bijna met pensioen gaat, heeft weinig belang bij investeringen die pas over jaren rendement opleveren. Private equity – lees: extern kapitaal in plaats van geld van nieuw toetredende partners, aandeelhouders in plaats van vennoten, volop mogelijkheden om te investeren in AI – wordt vaak gezien als een oplossing voor deze problemen.
Bovendien betekent de komt van PE indirect ook dat de kantoren aantrekkelijker worden: de investeringen in verdere digitalisering bieden de kantoren talrijke mogelijkheden om zich sterker te richten op advieswerk. Dat kan helpen bij het aantrekken van jong talent dat meer daarin is geïnteresseerd dan in repetitieve compliance-taken.
Enorme productiviteitswinsten
Dat private equity op zijn beurt interesse heeft in deze sector is ook geen wonder. Zoals het rapport van Wolters Kluwer benadrukt: “Private equity stelt kantoren in staat sneller te investeren in technologie, waardoor ze effectiever kunnen inspelen op de veranderende marktvraag.”
Kniphorst wijst erop dat de productiviteit per medewerker vaak meer dan verdubbeld kan worden. “Accountantskantoren verwerken gemiddeld ongeveer 40 dossiers per FTE, maar dit aantal kan met behulp van technologie veel hoger komen te liggen.”
Door verregaande automatisering en digitalisering kan de productiviteit volgens hem bijna verdubbelen tot 90 à 100 dossiers per FTE. Zulke verbeteringen vragen echter om forse technologische investeringen, die vaak mogelijk worden gemaakt door private equity-financiering – waar kantoor en investeerder dan de financiële vruchten van kunnen plukken.
Tegelijkertijd is de consolidatie in het middensegment van de markt (circa 3 miljard euro omzet) al vergevorderd; door PE gesteunde kantoren hebben ongeveer 15 procent van de markt in handen. Voor Nederland betekent dit dat de meest spectaculaire fase van de consolidatie achter de rug is, concludeerde financieel-economisch onderzoeksjournalist Wilbert Geijtenbeek onlangs. Volgens hem zijn er nog rond de 12 kantoren te koop. Het is ‘vechten om de laatste kruimels’, citeert het Financiële Dagblad hem.
Inderdaad zullen de private equity-partijen zich volgens Kniphorst in de komende jaren vooral richten op kleinere overnames en op het realiseren van de beloofde efficiëntieslagen door technologie-investeringen. De spectaculairste fase is misschien achter de rug, maar de door PE aangejaagde consolidatiegolf en productiviteitsverbetering in de accountancysector is nog niet voorblij.
Het Nederlandse rapport is te vinden op: https://www.wolterskluwer.com/nl-nl/know/future-ready-accountant
LEES OOK: M&A Strategy Forum: Private Equity en de professional services-sector