Amsterdam staakt pogingen tot verkoop AEB
De gemeente Amsterdam staakt de pogingen om afvalcentrale AEB te verkopen. De gemeente vond het bod afgelopen najaar van het Belgische Indaver niet acceptabel. Vooral garanties over milieu-eisen waren de gemeente te gortig. De komende jaren zal er geen verkoop plaatsvinden, volgens het Amsterdamse stadsbestuur.
Dat heeft de Amsterdamse wethouder Reinier van Dantzig bekendgemaakt. Het besluit komt kort nadat afgelopen weekend duidelijk was geworden dat een tweede poging het afvalenergiebedrijf te verkopen op niets is uitgelopen. Afgelopen najaar leek Indaver de ideale kandidaat. De Belgische milieugroep, eigendom van het havenbedrijf Katoen Natie in Antwerpen, was de enige kandidaat om de geplaagde afvalverbrander over te nemen.
Eerder liep een overname door Afvalverwerking Rijnmond (AVR) van 450 miljoen euro spaak. Amsterdam was gecharmeerd van deze deal, maar waakhond ACM (Autoriteit Consument en Markt niet. Volgens de toezichthouder zou er een te machtig bedrijf ontstaan, als de overname wel door zou gaan. En dat zou leiden tot hogere prijzen voor bijvoorbeeld het verwerken van huishoudelijk afval.
AEB is eigenaar van de grootste afvalverwerkingscentrale in Europa. Het bedrijf heeft een verwerkingscapaciteit van 1,4 miljoen ton. Het bedrijf heeft ook een biomassacentrale en een minderheidsbelang in een recyclinginstallatie. Amsterdam zegt niet wat de eisen van AEB waren die voor de gemeente onacceptabel zijn.
De verkoop van het afvalberijf is een hoofdpijndossier dat al jarenlang een blok aan het been is van de hoofdstad. Door technische problemen kwam de centrale stil te vallen in 2020. De hoofdstedelijke afvalverwerking kwam zelfs in gevaar en de gemeente moest er tientallen miljoenen euro’s in pompen om de problemen op te lossen. AEB leverde Amsterdam zware verliezen op.
Al in 2020 was er gedoe over de verkoop van het bedrijf, toen uitlekte dat interim-bestuurder Koos Vink van AEB het bedrijf wilde overnemen. De gemeente ging daar niet mee akkoord.
