Accountantswissel leidt tot fouten
Sinds twee jaar geleden zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht om periodiek van accountant te wisselen. Dat zou de controle beter moeten maken. Vooralsnog zijn er echter geen signalen dat de kwaliteit van de controle omhoog is gegaan. Sterker nog, de kans op fouten wordt hoger ingeschat in het eerste controlejaar van een accountant.
Dat blijkt uit een enquête onder beleggers, accountants en vertegenwoordigers van beursvennootschappen over de effecten van de verplichte roulatie onder Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, uitgevoerd door onderzoekers van de Radboud Universiteit.
De onderzoekers wijten de grotere foutgevoeligheid in het eerste jaar van controle aan de situatie dat de nieuwe accountant zich nog moet inwerken.De grotere kans op fouten in het eerste controlejaar sluit aan bij de kritiek van tegenstanders van verplichte accountantsroulatie. Zij vrezen een gebrek aan specifieke industrie- en cliëntenkennis in de eerste jaren van een nieuwe controleopdracht.
Nieuwe cliënt doorgronden
Tegelijkertijd blijken de kosten voor controle bij AEX-fondsen te dalen in het eerste jaar na roulatie, ondanks de voorbereidingskosten die een accountant moet maken om een nieuwe cliënt te doorgronden.
In eerdere studies wordt in dit verband gesproken over het ‘trophy client-effect’. Voor accountantskantoren zijn AEX-ondernemingen belangrijke cliënten ('trofeeën'), waardoor de accountant bereid zou zijn om – in ieder geval voor het eerste jaar tegen lagere kosten te offreren om de (eerstejaarscontrole)opdracht verleend te krijgen. Opmerkelijk is ook dat de kwaliteit van de controle in het jaar voorafgaand aan roulatie minder goed lijkt te zijn. Mogelijk controleert de accountant dan minder streng, zo concluderen de onderzoekers.