Young M&A: “Partners die talenten geen ruimte kunnen bieden gaan moeite krijgen met talentbinding”

Onlangs werd de aftrap gegeven voor de Young M&A Community, het netwerk waar jonge M&A- professionals kennis en ervaring uitwisselen. Dit keer: de 28-jarige Joost Polman.

De 28-jarige Joost Polman stapte 3,5 jaar geleden na een korte periode bij Houthoff, in het spoor van een partner en zijn patroon, over naar Baker McKenzie. “Partners die talenten geen ruimte kunnen bieden gaan moeite krijgen met talentbinding.”

Wanneer wist je dat je de M&A-wereld in wilde?
“Mijn bachelor rechten vond ik eigenlijk vrij saai. Met 500 man in een zaal, waarvan de helft op z’n telefoon zit te pokeren of Facebooken. Dus toen die was afgerond, stapte ik over naar economie en wilde ik stagelopen om de praktijk te ervaren. Economie beviel ook niet helemaal maar de stage des te meer, dus ging ik daarna op zoek naar een master Ondernemingsrecht. Het werd Ondernemingsrecht aan de Zuidas op de Vrije Universiteit. Beetje een pretentieuze naam, maar een goede master met een praktische invalshoek. Vervolgens heb ik mijn scriptie geschreven bij Houthoff en ben ik in de advocatuur begonnen. Tijdens mijn student-stage kwam ik voor het eerst bij Private M&A terecht, toen wist ik dat ik dit wilde blijven doen.”

Kom ook naar een Young M&A bijeenkomst of kijk voor meer informatie op MenA.nl/young.
De komende maanden verschijnt er op MenA​.nl een interviewserie waarin jonge talenten hun kijk op de toekomst van het vak geven. Met welke innovaties krijgt het vakgebied te maken? Werkt deze generatie anders dan oudere M&A-ers? Hoe kijken zij aan tegen leiderschap?

Wat trekt je aan in het M&A-vak?
“Doordat het projectmatig werk is en onder een bepaalde druk, kent het een dynamiek die mij erg trekt. Elke keer een andere teamsamenstelling en een andere sector. Als advocaat ben je doorgaans niet langer dan een jaar betrokken bij een deal en ga door naar de volgende. Bovendien staat een deal bij een cliënt altijd hoog op de agenda, zeker als het een ondernemer is die zijn levenswerk wil verkopen. Daarnaast zijn er weinig banen waarin je op jonge leeftijd wekelijks aan de telefoon hangt met een CEO van een grote verzekeraar.”

Welke kwaliteiten moet een jonge M&A-advocaat bezitten?
“Flexibiliteit is uiteraard belangrijk, er wordt een wisselende inzet verwacht. Je moet op veel momenten bereikbaar zijn. Ook is het belangrijk om te begrijpen dat cliënten niet primair geïnteresseerd zijn in de juridische achtergrond bij een probleem, zij willen weten hoe ze een risico kunnen verplaatsten of wegnemen. Denk bijvoorbeeld aan change-of-control-bepalingen die klanten van cliënten het recht kunnen geven om de relatie te beëindigen bij een overname. Daar worden juristen misschien nerveus van, maar commerciële mensen hoeven daar geen obstakel in te zien. Zij weten hoe de commerciële relatie met hun klanten in elkaar steken. Je hoeft de cliënt niet nodeloos bang te maken met doemscenario’s. Juristen hebben soms wel die neiging.”

Nog andere kwaliteiten die van pas komen?
“Goed oog hebben voor non-verbale communicatie en hoofd- van bijzaken kunnen scheiden. Als M&A-advocaat moet je aanvoelen wanneer je iets moet doorduwen of iets kunt weggeven. Alle partijen moeten uiteindelijk tevreden van de onderhandelingstafel lopen. In tegenstelling tot procedures is een deal geen bokswedstrijd met een winnaar en een verliezer. Dat soort zaken leer je niet tijdens de studie. Natuurlijk kun je trainingen volgen, maar de beste leerschool is door het af te kijken van ervaren krachten.”

Is de M&A-markt voor de huidige jonge generatie anders dan toen de huidige partners nog talenten waren?
“Ja, de M&A-markt is denk ik volwassener geworden. Trends en best practices zijn de oceaan overgewaaid. Doordat de M&A-markt in Nederland fors is gegroeid door onder andere de komst van private equity zijn er ook steeds meer specialisten. Sommige partners deden vroeger ook arbeidsrecht en litigation erbij, dat zie je nauwelijks meer. Mijn generatie worstelt ook meer met het zoeken van een balans tussen werk en privé, terwijl de huidige partnergeneratie het motto ‘hard werken en niet zeuren’ huldigt. Je ziet de jongere generatie vaker uitdagingen buiten het professionele leven zoeken. Gelukkig krijg ik veel ruimte om mijn tijd flexibel in te delen, dat is niet overal zo. Ik heb een hoop mensen zien afhaken. Mijn generatie gaat die flexibiliteit steeds meer opeisen, waardoor er een beroep wordt gedaan op het inlevingsvermogen van leidinggevenden. Partners die niet voor hun mensen kunnen zorgen, gaan het lastiger hebben om talent te binden.”

Gerelateerde artikelen