Wijziging NOW: progressieve benadeling in subsidievaststelling bij bedrijfseconomisch ontslag
Joost van Ladesteijn en Gaby van Burken, advocaten bij HVG Law
Werkgevers die tijdens de periode van subsidie-tegemoetkoming een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indienen, worden met deze wijziging progressief benadeeld in de subsidievaststelling. Hieronder een aantal rekenvoorbeelden voor het bepalen van de subsidie in de situatie dat er sprake is van een loonkostenvermindering in de periode waarover subsidie is verleend.
De hoogte van de subsidie is gerelateerd aan het omzetverlies en wordt kortweg gebaseerd op de loonsom van januari 2020 (of indien over die maand geen loongegevens beschikbaar, over november 2019), vermeerderd met 30% werkgeverslasten. De subsidie bedraagt maximaal 90% van de totale loonsom. Achteraf vindt een eventuele correctie van de omzetvermindering en/of loonkosten plaats.
De berekening van de subsidie is als volgt: A x B x 3 x 1,3 x 0,9 (A staat voor het verwachte omzetdalingspercentage en B voor de loonsom).
De werkgever die een NOW-aanvraag doet, is verplicht zich vanaf 18 maart 2020 te onthouden van het indienen van een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen. Indien de werkgever toch een ontslagaanvraag indient en deze niet tijdig intrekt, heeft dit gevolgen voor de hoogte van de subsidie.
Onder de oude regeling werd het loon van de werknemers voor wie een ontslagaanvraag werd ingediend na 18 maart 2020 verhoogd met 50%. Dit totaalbedrag werd dan in mindering gebracht op de loonsom van januari 2020. Doordat de loonsom van deze werknemers, vermenigvuldigd met 1,5, van de loonsom van januari 2020 werd afgetrokken, werd hiermee onbedoeld een correctie voor omzetverlies toegepast.
Door de wijziging van de NOW vindt géén correctie voor omzetverlies plaats.
De berekening van de hoogte van de subsidie is dan als volgt: (A x B x 3 x 1,3 x 0,9) – (loonsom voorgedragen werknemers x 1,5 (sanctie) x 3 x 1,3 x 0,9).
Voorbeeld I:
Stel dat de werkgever bij de subsidieaanvraag uitgaat van een loonsom van € 900.000 in januari 2020 en een verwachte omzetdaling van 50% over maart, april en mei 2020. De hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: 0,5 x 900.000 x 3 x 1,3 x 0,9 = € 1.579.500.
Op 20 maart 2020 dient de werkgever een verzoek in bij het UWV om toestemming voor bedrijfseconomisch ontslag van een groep werknemers. De werkgever trekt zijn verzoek niet in. De loonsom van de voorgedragen werknemers bedraagt € 100.000 per maand.
De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: € 1.579.500 – (100.000 x 1,5 x 3 x 1,3 x 0,9) = € 1.053.000.
Voorbeeld II:
Het betreft dezelfde werkgever als in voorbeeld I, maar de loonsom van de voorgedragen werknemers bedraagt nu € 300.000 per maand.
De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt als volgt berekend: € 1.579.500 – (300.000 x 1,5 x 3 x 1,3 x 0,9) = nihil.
Vorenstaande voorbeelden vormen slechts algemene berekeningswijzen. In de praktijk zal iedere situatie anders zijn. Hiermee zal bij de berekening van de subsidie rekening dienen te worden gehouden.