Vijftig miljoen te verdelen onder banken bij beursgang ABN AMRO

De totale fee-pot voor banken voor de begeleiding bij de beursgang van ABN AMRO wordt geschat op 40 tot 50 miljoen euro. Dat melden betrokkenen in gesprek met Het Financieele Dagblad. Het bedrag zou lager liggen dan de gangbare twee procent van de totale dealwaarde.
Naast afwijkende fees is ook het keuzeproces voor adviserende banken anders dan bij ‘reguliere’ beursgangen. De reputatie van een bank en de rol die een bank speelde bij twijfelachtige transacties is een belangrijk criterium. 
NFLI, de holding die de aandelen van ABN AMRO in bezit heeft, geeft aan dat het maatschappelijk verantwoord ondernemen als een van de beoordelingscriteria meneemt bij de keuze van een begeleidende zakenbank. Banken die betrokken zijn bij ‘schandalen’ maken daardoor minder kans om de lucratieve adviesrol te krijgen. 
Voor de selectieprocedure vraagt het Ministerie van Financiën banken naar hun reputatie en hoe ze hebben gereageerd op schandalen in het verleden. Dit is vooral van toepassing op Amerikaanse zakenbanken, die een belangrijke rol speelden in het ontstaan van de kredietcrisis. Uit gesprekken tussen het ministerie en de bankiers blijkt dat enkele banken heel proactief optreden en een scherpe visie hebben over de verantwoordelijkheid van een bank. Andere bankiers hebben er minder goed over nagedacht en kijken de vragensteller ‘glazig aan’, zo meldt het artikel.
Gerelateerde artikelen