Van Oord verkoopt aandeel in Borssele V
Koper is Octopus Energy Generation, een van Europa’s grootste investeerders in duurzame energie.
De verkoop onderstreept volgens Van Oord het succes van innovaties die zijn toegepast bij Borssele V, waaronder de eerste onderwater Slip Joint ter wereld, een nieuwe methode voor het bevestigen van turbinefundaties en technologieën om de mariene biodiversiteit rond windturbines te beschermen.
Het offshore windpark Borssele V (19 MW) bestaat uit twee grote Vestas-windturbines – elk zo hoog als de Maastoren in Rotterdam. Het ligt in het Borssele windparkcluster (1,5 GW) in de Noordzee. Borssele V is sinds 2021 operationeel en wordt geëxploiteerd door Eneco. Vandebron is de afnemer en levert de groene stroom die door het windpark wordt opgewekt aan klanten in Nederland. Het windpark wekt genoeg energie op om 25.000 huishoudens per jaar van stroom te voorzien. Het compenseert 16.000 ton CO2-emissie, wat overeenkomt met de uitstoot van 10.000 benzine-auto’s.
Een van de toegepaste innovaties is de Slip Joint, dit is een nieuw soort verbinding voor turbinefundaties. De innovatieve Slip Joint kon worden ontwikkeld dankzij overheidssubsidies. Het belooft een belangrijke game-changer in de windenergie te worden, omdat hiermee zowel de installatiekosten als de installatietijd aanzienlijk worden verminderd.
De geslaagde verkoop van Borssele V is een belangrijke stap vooruit in de offshore windstrategie van Van Oord, aangezien het bedrijf de innovatieve Slip Joint-oplossing op grotere schaal wil aanbieden in toekomstige tenders. Van Oord zal het gedrag van de Slip Joint blijven monitoren en analyseren om het onderzoek naar en de verbetering van de technologie nog eens zes jaar voort te zetten.
Ook andere innovaties bij Borssele V bleken succesvol, zoals de tests met de integratie van biodiversiteit bij toekomstige windparken. Deze kennis is waardevol voor het natuurbehoud en zal bij toekomstige projecten worden toegepast.
Het besluit van Van Oord om het belang in Borssele V te verkopen past in de strategie om – zodra projecten de financiële steun van het bedrijf niet meer nodig hebben (zoals onlangs bij Borssele III/IV) – kapitaal vrij te maken voor toekomstige projecten.