Tel Aviv achter de duinen: TIIN over Haagse cybertech
Is het niet opmerkelijk dat uiterst formele partijen als de Gemeente Den Haag en IQ in zee gaan met een informal investors-netwerk? Dat is niet zo raar als het klinkt. ‘We – en we zijn al 21 jaar bezig – zijn natuurlijk traditioneel gezien een netwerk van informele investeerders, maar we werken al sinds 2005 samen met de overheid, bijvoorbeeld met de RVO’. Toevallig is dat niet, zegt Lucassen: ‘We hebben over de hele wereld gekeken naar de wereld meest succesvolle fondsen en hebben geconcludeerd dat het grootste succes wordt behaald in, en daar komt het woord weer, een ecosysteem.’
Nauwe samenwerkingsverbanden tussen startende bedrijven, ondernemers en overheden dus – met als belangrijk voorbeeld Tel Aviv, waar universiteiten, overheden en investeerders samen het ene na het andere succesverhaal afleveren. Het is ook een kwestie van put your money where your mouth is: “samenwerkingen zijn natuurlijk mooi, maar je haalt pas echt het maximale eruit als je samen investeert en samen op zoek gaat naar resultaat.”
Dat juist Den Haag instapt hoeft geen verrassing te zijn voor iedereen die de Nederlandse startupscene een beetje volgt. ‘Den Haag profileert zich echt als de cybersecuritystad en heeft met The Hague Security Delta echt al goede infrastructuur opgebouwd. De grote corporates die in Den Haag gevestigd zijn kijken ook mee, want die willen zowel de technologie hebben voor hun eigen processen, als innovatie binnen hun eigen bedrijf aanjagen.”
Het hoeft natuurlijk niet specifiek te gaan om door Hagenezen gerunde (cyber)securitybedrijven. ‘Onze eerste investering van het Dutch Security TechFund is in Hendrik-Ido-Ambacht, maar dat is toevallig. Waar het ons ook om gaat is om bedrijven naar Nederland te halen – we kijken bijvoorbeeld ook rond in Tel Aviv’. Maar het doel moet duidelijk zijn, zegt Lucassen: ‘Je moet wel committed zijn aan het doel: goede investeringen in sterke bedrijven die Nederland veiliger maken.’
Dan rest natuurlijk de vraag wat TIIN met het geld gaat doen. “We hebben ons fonds in tweeën gesplitst. De helft gaat naar start-ups, de andere naar scale-ups. Bij startups in (Cyber)security kijken we altijd naar de drie P’s: People, Product, Plan. Zijn de mensen goed, is er een product dat ook voorziet in een noodzaak en hebben de ondernemers een goed plan om door te groeien. Daar kunnen we bij helpen met deelnemingen van een paar ton tot maximaal een miljoen euro.’
Bij de scale-ups gaat het over hogere bedragen. ‘Daar zetten we ook in op cybersecurity en IoT (internet of things – red.) security. Nu zien we veel grote bedrijven die nog niet aan IoT durven te beginnen omdat de beveiliging nog niet op orde is, dus daar zien we kansen.’ Bij de scale-ups is er ruimte voor een investering tot ongeveer 2,5 miljoen. ‘Bedrijven die groter worden hebben ons niet meer nodig, die moeten naar de grotere Private Equity partijen. Ons team is ingericht op het helpen met de opstart- en scale upfase.’