Tegenstribbelend Ben & Jerry’s Israël in de verkoop
IJsmerk Ben & Jerry's heeft zijn moederbedrijf Unilever voor de rechter gesleept vanwege de verkoop van de Israëlische tak door het levensmiddelen- en verzorgingsproductenconcern. Ben & Jerry's claimt dat de integriteit van zijn merk door de verkoop wordt aangetast en wil dat die wordt stopgezet. Inzet van het conflict is de verkoop van ijs van Ben & Jerry's op de Westelijke Jordaanoever.
Ben & Jerry's besloot vorig jaar zijn ijsjes niet meer in door Israël bezette gebieden te verkopen. De verkoop in Joodse nederzettingen in Palestijns gebied was volgens het Amerikaanse bedrijf niet in lijn met de waarden van de onderneming. Die beslissing kon Ben & Jerry's nemen omdat het, hoewel eigendom van Unilever, een verregaande autonomie heeft met betrekking tot zijn sociale missie. Dat sociale activisme is een belangrijk onderdeel van het merk Ben & Jerry's.
Ben & Jerry was in Israël aanwezig via een bedrijf dat de ijsjes in licentie produceert. Die overeenkomst wilde Ben & Jerry's aanpassen zodat de ijsjes alleen in Israël konden worden verkocht, maar niet op de bezette Westelijke Jordaanoever. Licentienemer American Quality Products van zakenman Avi Zinger weigerde echter de overeenkomst te verlengen.
Unilever maakte onlangs bekend de Israëlische activiteiten van Ben & Jerry's aan Zinger te verkopen. De ijsjes zouden dan met de naam in het Hebreeuws en Arabisch op de verpakking worden verkocht, maar niet in het Engels.
De verkoop leidde al direct tot verontwaardigde reacties van het bestuur van Ben & Jerry's. Dat stemde nu met vijf tegen twee voor de rechtszaak. De twee tegenstemmers zijn door Unilever benoemde bestuursleden.
(ANP)