Maurice van Tilburg (Techleap.nl): ‘Pensioenfondsen investeren veel te weinig in tech’

In hoeverre is de droom van Techleap om van Nederland een startup- en scale-up walhalla te maken uitgekomen?

Foto: Gaby Jongenelen Fotografie

De ambities waren hoog toen Techleap in 2019 van start ging. Inmiddels nadert het einde van het vierjarige mandaat van het expertisecentrum, en is de organisatie zich aan het oriënteren op de toekomst. "Je zou willen dat de politiek meer vanuit langetermijnvisie handelt", zegt directeur Maurice van Tilburg.

Het kersverse Techleap (voortgekomen uit StartupDelta, met Constantijn van Oranje als boegbeeld) droomde in 2019 van een Nederlands 'ecosysteem' voor startups en – vooral – scale-ups dat tot het beste van Europa zou uitgroeien. Het sprak van vijftien procent meer internationaal succes voor Nederlandse scale-ups, jaarlijks tien miljard euro extra venture capital voor tech-scale-ups, 25 procent minder moeilijk te vervullen software-developers vacatures, twee keer zoveel startups en scale-ups in deeptech en versnelde groei voor de 250 meest veelbelovende scale-ups in Nederland in 2023.

In hoeverre is die droom werkelijkheid geworden en zijn die ambities bewaarheid? Sommige zaken zijn duidelijk verbeterd. Zo werd er in 2021 ruim zeven miljard dollar geïnvesteerd in startups en scale-ups, viereneenhalf keer zoveel als in 2019. En wat is de bijdrage van Techleap daaraan geweest? Lastig – onmogelijk zelfs – om daar precies de vinger op te leggen, maar als het gaat om het investeringsbeleid valt er wel het een en ander over te zeggen. "Dat is aanzienlijk verbeterd in de afgelopen jaren. Zeker startups die software maken slagen er goed in investeerders te vinden", zegt directeur Maurice van Tilburg.

Anders ligt het met investeringen in bedrijven die zich richten op de zogeheten tech, met de uitdrukkelijke doelstelling om technologische oplossingen te bieden voor grootse problemen – denk aan klimaattechnologie of healthtech. Dat type bedrijven heeft veel geld nodig – voor research, bijvoorbeeld, voor apparatuur, voor (in het geval van healthtechbedrijven) certificering, voor verdere product- en marktontwikkeling – meer dan softwarebedrijven in elk geval. En ook voor bedrijven die de stap van startup naar scaleup willen maken vinden – en fabrieken willen neer zetten, internationaal de vleugels willen uitslaan – is het animo van Nederlandse investeerders minimaal, zeker voor die deeptechondernemingen. "De investeringen zijn ook hogere en de terugverdientijd is ook langer dan bij software. Maar de rendementen zijn over het algemeen prima." 

Groei gefnuikt
Van Tilburg verbaast zich er vooral over dat de Nederlandse pensioenfondsen zo weinig in tech investeren. "Er zijn enkele overheidsfondsen en venture capital maatschappijen die wel de 'appetite' hebben om in dit segment te investeren. Maar pensioenfondsen steken hun kapitaal liever in bakstenen en in obligaties. En in private equity, en dat is toch een andere categorie van investeerders, die minder kennis van de sector hoeven te hebben waarin ze investeren en de bedrijven minder intensief hoeven te begeleiden en die bovendien een kortere looptijd gewend zijn.” 

Er zijn uitzonderingen, zoals de pensioenfondsen PME en APG. In het algemeen geldt: voor zover pensioenfondsen investeren in tech, dan indirect, via Amerikaanse investeerders. “Nog geen 0,01 procent van hun vermogen is direct geïnvesteerd", zegt Van Tilburg. Met als gevolg dat in Nederland de waarderingen voor techbedrijven laag blijven, de bedragen die ze ophalen bij investeringsrondes beperkt, ze moeite hebben om mensen en middelen aan te trekken en in te zetten – en de groei wordt gefnuikt of veel trager uitvalt dan wanneer ze goed gefinancierd aan de start waren verschenen. 

Een tweede probleem is dat Nederlandse investeerders weinig samenwerken met buitenlandse partijen. Terwijl die twee vaak juist een noodzakelijke 'match' vormen, aldus Van Tilburg. "In Amerika is de kennis op het gebied van waterstoftechnologie en batterijtechnologie bijvoorbeeld ver ontwikkeld. Als je je als Nederlandse investeerder in die sectoren wilt richten, is het een goed idee om die Amerikaanse expertise erbij te betrekken. Voor een klein ecosysteem als het Nederlandse, is het lastig om allerlei expertises in huis te hebben. Dan kun je beter samenwerken met anderen." 

Het gebeurt wel – Van Tilburg noemt batterijtechnologiebedrijf LeydenJar als voorbeeld – maar nog te weinig. Volgens Van Tilburg komt dat vooral doordat Nederlandse partijen onbekend zijn met alle potentiële samenwerkingspartners. Wel zit er schot in, volgens Van Tilburg, mede dankzij Techleap. "Zo hebben wij een introductiereis georganiseerd voor investeerders naar San Francisco, Boston en New York zodat ze in contact konden komen met Amerikaanse experts.”

Nieuwe adviesraad
Om de genoemde problemen – de geringe belangstelling voor deeptech van Nederlandse investeerders en hun beperkte internationale oriëntatie – en andere kwesties het hoofd te bieden, heeft Techleap diverse instrumenten ingezet. Er waren 'factfinding missions naar de VS en 'summits' (o.a. over Healthtech). Er kwamen programma's om startende bedrijven te begeleiden naar een volgende fase, waarbij in toenemende mate ervaren ondernemers worden ingezet die een rol willen spelen binnen de 'community'. 

Onlangs werd een adviesraad ingesteld van gerenommeerde internationale investeringsmaatschappijen zoals Sequoia Capital, Keen Venture Partners en Rubio Impact Ventures. Er is een 'connector' gekomen, software waarmee investeerders die een bepaald bedrijf geïnteresseerd zijn partners kunnen vinden. Momenteel is Techleap aan het inventariseren hoe universiteiten incubators een grotere bijdragen kunnen leveren aan het Nederlandse ecosysteem voor techbedrijven. "Nogal een intransparant gebied", aldus Van Tilburg. Maar de verhalen die hem bereiken over hoogleraren en universiteiten die bij de start van ondernemers meteen een belang van tientallen procenten opeisen doen vermoeden dat er wat kan verbeteren. 

De hoofdtaak van Techleap is evenwel onderzoek onder techbedrijven en investeerders naar problemen die groei van de ondernemingen in de weg staan. En, afgeleid daarvan, om analyses te maken en advies te geven wat er gedaan kan worden aan die knelpunten. "We weten nu wat bedrijven aan funding ophalen en hoeveel ze bijdragen aan de werkgelegenheid. Voordat wij er waren, had je alleen maar meningen. We bekleden een neutrale positie, en onze activiteiten en voorstellen zijn ingegeven door de uitkomsten van onderzoek. Dat wordt zeer gewaardeerd. Al betekent het ook dat we niet iedereen tevreden kunnen stellen." 

(On)gevraagd advies
Zo kwam er onlangs in opdracht van Techleap een rapport uit van McKinsey, waarin wordt gepleit om het overheidsstimuleringsbeleid van het ondernemingsklimaat sterker te richten op een beperkt aantal sectoren. Iets wat Van Tiburg van harte onderschrijft: niet – zoals in het topsectorenbeleid van de overheid de breedte in te gaan (en tien sectoren een zetje in de rug proberen te geven) – maar juist heel gericht stimuleringsmaatregelen nemen die zijn gericht op de energie- en klimaattechnologie en de fintech en healthtech. Van Tilburg – zelf ook een gerenommeerd schilder – trekt een vergelijking met de kunst: "Daarvan heb ik geleerd dat je een aansprekende visie moet hebben, dat je die beeldend moet kunnen vormgeven en dat je je niet teveel moet laten hinderen door korte termijn uitdagingen Je zou wensen dat de politiek meer langetermijnvisie had." 

Techleap kreeg in 2019 35 miljoen euro van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Welbesteed geld volgens Van Tilburg; in elk geval heeft het geleid tot de komst van een 'neutrale exptertisecentrum', dat vaak ongevraagd maar nooit zonder gezag adviezen verstrekt. En: "Bedrijven die in onze programma's hebben gezeten groeien vaak heel hard en halen makkelijk funding op. Er is veel meer aandacht voor het belang van startups en scale-ups en voor de problemen waar zij tegenaan lopen." 

Het vierjarige mandaat voor Techleap is evenwel bijna afgelopen. De organisatie is nu bezig om financiering te vinden. Daarvoor worden niet alleen overheden maar ook ondernemers en investeerders benaderd, die tenslotte ook gebaat zijn bij de activiteiten van Techleap. Maar gaat Techleap inderdaad door? "Ga daar maar vanuit. Er is nog genoeg te doen. Wat mij betreft is stoppen geen optie."
 

Gerelateerde artikelen